Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

ANTWOORD
(19 januari 2010)
 

Kennelijk heeft mijn laatste column het nodige losgemaakt. Dank voor uw bijdragen en inzet. Een en ander spitste zich toe op het eventueel (her)invoeren van een monetaire (gouden) standaard.

 

De zwakste schakel

Laat ik voorop stellen dat elk system zo goed is als z’n zwakste schakel. Je kunt menen een weldoordacht en doortimmerd systeem te hebben gecreëerd en niettemin na verloop van tijd tot de ontdekking komen dat er toch één of meerdere zwakke schakels aan het licht treden. Daarbij heeft historisch gezien niet één systeem het op de lange duur overleefd of het moet het geloof zijn dat weer geen systeem is. Ook het kapitalisme is an sich geen systeem maar duidt op de vrije ondernemingsgewijze productie gedicteerd door de markt van vraag en aanbod waarvan de prijs de functie is. De term ‘kapitalisme’ kreeg pas lading nadat Karl Marx zijn werk ‘Das Kapital’ (1867-’85) publiceerde.

 

Dit werk zou eigenlijk weer verplichte kost op de economische faculteit moeten worden, vooral nu we afglijden naar een soort staatskapitalisme waarbij de meest essentiële marktwerkingen van bovenaf worden beïnvloed en gemanipuleerd: de aandelenmarkt, de rentemarkt en delen van de grondstoffenmarkt. 

 

Kennelijk hebben wij mensen een nogal destructieve neiging met de intentie om de zwakheden van een systeem zo snel mogelijk te moeten bloot te leggen dan wel uit te buiten of uit te hollen. Dat gold voor monetaire systemen, dat geldt ook voor het democratische bestel (de verkiezingen vormen altijd de zwakste schakel) en niet in de laatste plaats ons ecologisch systeem dat van een geheel andere en ernstiger orde is.

 

Gouden standaard

Terug naar de gouden standaard. Hier was geen sprake van een systeem maar van een afspraak. Dit onderwerp is al menigmaal in mijn columns belicht. Het is inderdaad juist dat de levensduur van elke gouden standaard periode hoe dan ook een beperkte houdbaarheid kende. Je kunt namelijk nog zoveel afspraken maken maar als één der partijen zich er op goed moment niet meer aan wenst te committeren dan houdt het op.

Nu we echter in een geglobaliseerde markt leven, zijn systeemafspraken van zodanig belang dat hieruit bij gebrek straks oorlog(en) kan/kunnen voortvloeien.

 

Waarom is het in het verleden misgegaan? In simpele bewoordingen komt het bij een gouden standaard er op neer dat je als overheid je geldhoeveelheid afstemt op je goudvoorraad. Dat was vroeger al zo ten tijde van de Wisselbank. Iedereen wist dat je bij inlevering van zoveel papier er zoveel goud voor terug kon verwachten. Het ging fout doordat er meer papier werd uitgegeven dan dat er goud in de kluis zat. Zolang dat een bank betrof dan had die bank een probleem. Wanneer het de overheid betrof, werd het een nationaal en in het huidige bestek zelfs een internationaal probleem, in het laatste geval veroorzaakt door het loskoppelen van de dollar in 1971.

 

Sigaar uit eigen doos

De vraag is waarom het voor een centrale overheid lastig is zich aan een dergelijke bindende afspraak te houden. Dat heeft puur te maken met het politiek bedrijven door lieden die daarmee hun politieke doeleinden wensen te bereiken om de volgende verkiezingsronde weer te kunnen halen. Zo niet dan is het gestichte kwaad voor de daaropvolgende regering. Het kiezersvolk vindt dit allemaal best zolang het er maar niet slechter van wordt of liever beter. De kiezer heeft meestal niet in de gaten dat ‘alle leuke dingen voor de mensen’ van links of van rechts altijd een sigaar uit eigen doos blijken te zijn. Op deze wijze hebben we reeds meer dan de helft van onze aardgasbel letterlijk in rook zien opgaan zonder een reserve te hebben gevormd ergo zelfs een beste staatsschuld hebben weten op te bouwen.

 

Gerichte financiële politiek

Alvorens een adequate en consistente financiële politiek te kunnen voeren, zal er eerst sprake moeten zijn van een adequate opleiding en geen opleiding die ‘ieder voor zich en god voor ons allen’ predikt. Dat levert steeds weer een kouwe kermis op en dito frustraties bij de kiezers. Zo is er ooit een centrale bank in het leven geroepen om de staatsfinanciën ‘in goede banen te leiden’. Zolang de centrale bankier geen hoofdboekhouder maar in feite slechts (zogenaamd onafhankelijk) handlanger van ’s land’s financiële politiek is, kan hij nooit als klokkenluider optreden. U weet intussen wat Thomas Jefferson over het instituut ‘centrale bank’ heeft vastgelegd.

 

Waar het fout gaat, heeft dat in essentie te maken met de risicoperceptie. Deze hangt nauw samen met de hoogte van de rentevoet. Hoe hoger de rentevoet hoe minder kredietvraag en omgekeerd. Dat gold in 1929 en dat gold ook na de ‘tech wreck’ met daaropvolgend 9/11. De rente ging als een steen naar beneden en werd veel te traag weer bijgesteld. Europa volgde op enige afstand. Met name de prijzen in de huizensector bleven bijgevolg stijgen tot onaanvaardbaar hoge niveau’s. Toen eenmaal de hypotheekrente omhoog ging was het sprookje uit. Waarom? Omdat er absoluut geen sprake was van enige gerichte financiële maar een ad hoc politiek anders dan de inflatie controleren en de economie stimuleren. Die twee zaken gaan lang niet altijd samen (VS)!

 

Krediet en onderpand

Hoewel krediet enerzijds het vliegwiel van de economie is, dient er anderzijds een adequaat onderpand tegenover te staan. Het onderpand is het cruciale element. Als het onderpand in waarde daalt, heeft de kredietverstrekker een probleem. Als dat op grote schaal is gebeurd dan heeft dat een dito impact. Dat geldt in het bijzonder de VS waar de hypotheek meestal ‘non-recourse’ wordt verstrekt. Dat wil zeggen: zonder verdere repercussies kan de eigenaar de sleutel aan de bank geven indien hij niet meer aan zijn hypotheekverplichtingen kan voldoen. In een sterk dalende markt ligt de hypotheek op goed moment boven de marktwaarde van het onderpand. De bank veilt dan niet graag omdat daarmee de markt verder onder druk wordt gezet. Dus werd er niet geliquideerd en klopten de banken voor liquiditeit aan bij de staat (dat zijn wij en we betaalden ook nog voor iets, waarvoor we zo op het oog niets terugkrijgen!).

 

Nu de dollar is losgekoppeld van het goud, terwijl de dollar ‘as good as gold’ intussen tot in de klucht is geïnfleerd, zet je het hek wagenwijd open voor een systeemcrisis. Zou die loskoppeling destijds nooit hebben plaats gevonden dan was ons deze misère bespaard gebleven. Toegegeven, we zouden ook minder welvaart hebben gekend. Bij het fabrieken van meer schuld zou de VS dus ook steeds meer goud hebben moeten aankopen dan wel opwaarderen maar dat hoefde sinds 1971 niet meer. Juist om de inflatie van de munt te camoufleren werden en worden goud en zilver op de COMEX in dollars en op de LME in ponden in tegenwaarde zoveel mogelijk gedrukt (backwardation).

 

We zullen hoe dan ook opnieuw moeten streven naar een verduurzaming van ons financiële systeem. Zou je nu wederom ter dekking een gouden standaard invoeren dan zal de koopkracht dalen met het opwaarts bijstellen van de goudwaarde in goederen uitgedrukt. Dat gebeurde ook in 1933 na eerst het goud te hebben geconfisqueerd. De tegenwaarde van goederen steeg overeenkomstig de opwaardering van het goud met 60% zonder dat er een inkomensstijging tegenover stond. Voor velen brak er toen na eerst al de beursverliezen een uiterst zure tijd aan. Een tussenoplossing zou kunnen zijn door slechts een deel van de geldhoeveelheid middels goud te dekken met een bindende afspraak dat de gouddekking op termijn bijvoorbeeld naar minimaal 50% van de geldhoeveelheid zou moeten oplopen.

 

Al met al zou dat weliswaar een langzamere maar tegelijkertijd een langdurige teruggang van onze koopkracht betekenen. Voor het milieu zou dat overigens geen ramp zijn en ook niet voor de degenen die zich intussen hiertegen hebben gewapend (zie portefeuille).

 

Het probleem is echter dat niemand z’n huidige welvaart wil opgeven! Wat is het alternatief? Dat we steeds meer schuld afwentelen op volgende generaties. De keerzijde van schuld is dat deze op enige termijn dient te worden geherfinancierd c.q. terugbetaald. Vroeger was de mens in staat het bevredigen van zijn behoefte uit te stellen totdat hij er het geld voor had. Nu hoeft dat niet meer. Hij koopt het op afbetaling met de intentie dat terug te betalen wanneer het is verdiend. Voor het directe genot betaalt hij rente. Met name de westelijke staten proberen naast de herfinanciering van reeds bestaande schulden ook nieuwe schulden te creëren, zelfs in de wetenschap dat de instromende middelen daartoe ontoereikend zijn! Politiek gezien hou je het zaakje nog wel even rustig totdat inflatie de koopkracht gaat aanvreten. Want hoe meer geld in omloop, hoe minder het waard wordt en de waarde van goederen bijgevolg navenant stijgt. Dat is een economisch axioma.

 

Inflatiedruk

Als de groei in Azië doorzet en de druk op de grondstoffenmarkten toeneemt, zullen de grondstoffenprijzen ook verder stijgen. Hier tekent zich de eerste directe inflatiedruk af. Zolang het uitgavenpatroon wordt gedragen door economische groei hou je de inflatie laag en heb je niet direct een (gouden) standaard nodig. Het wordt anders onder de huidige omstandigheden. Om onze koopkracht op termijn niet verder te grabbel te gooien zal er op een of andere manier opnieuw een bindende afspraak moeten worden gemaakt op basis van een koppeling met een algemeen wereldwijd bekend en aanvaard ruilmiddel. Maanstenen lijken een aardige vondst maar kennen geen eenheid van gewicht noch eenheid van waarde, afgezien van het transportprijskaartje.

 

Hoe dan ook, het is geen leuk vooruitzicht om op onze economische schreden te moeten terugkeren maar met zoveel schuldcreatie is geen toverformule meer voorhanden anders dan massale economische groei. Die komt er wellicht wel in Azië maar zeker niet hier daar we bovendien te maken hebben met een verzadigings- en vergrijzingseconomie.

 

Oplossing

Als er een pasklare oplossing voorhanden zou zijn dan zou deze al lang zijn aangedragen. Daar politici met visie ontbreken, wacht men kennelijk liever tot de oplossing van buitenaf wordt gedicteerd. Zolang de ‘Derde Wereld’ nog te veel van de onze afhankelijk is, zul je vanuit die hoek niet meer dan verbale toespelingen horen. Ook een andere munt als de Chinese zal niet de rol van reservevaluta kunnen overnemen. Daarmee zou het probleem alleen verplaatst worden. Een mandje munten zou een overweging kunnen zijn maar welke dan? Een zwakke dollar naast een zwakke euro, een uiterst zwak pond of een nog ‘onvolwassen’ Chinese c.q. Indiase munt of de roebel? Papiergeld zal bovendien altijd met schuld worden belast dan wel ‘uitgewoond’. Met edelmetaal kan dat niet!

 

Natuurlijk bij een herinvoering van een gouden standaard hebben landen met het meeste edelmetaal in voorraad het meeste voordeel. Maar geldt dat niet voor elke grondstof?

 

Zonder de nodige voorraad goud in de kelders zouden de Europese landen in dat geval het slechtste af zijn. Immers, dit werelddeel kent de geringste voorkomens. Maar ondanks de (idiote) verkopen door de centrale banken van gemiddeld 400 ton op jaarbasis (sinds 1998) is het zo slecht nog niet gesteld. Hoe dan ook, het edelmetaal blijft vooralsnog de beste koopkrachtgarantie houden. Dat geldt in het bijzonder in tijden van monetaire discrepanties, de daaruit ontstane financiële onzekerheden en toenemende spanningen op grondstoffengebied. Hierbij bedenke men dat landen de export er van kunnen gaan verbieden. Dit gebeurt nu al ten dele door landen als China, Venezuela en Bolivia. Het is om deze reden aan te raden je hoe dan ook zo veel mogelijk tegen toekomstig koopkrachtverlies in te dekken, zolang dat nu nog kan.

 

Tenslotte

Omdat de meesten onder ons geen besef hebben van wat zich ‘bovenskamers’ afspeelt, biedt dat de beleidsmakers nog steeds voldoende speelruimte om op de ingeslagen weg voort te blijven gaan. Daarom herhaal ik dat zolang er in de toonaangevende financiële media aan dit onderwerp onvoldoende aandacht wordt besteed het bij de burger ook niet gaat leven. Bush heeft destijds van de media ‘lip service’ aan de regering geëist i.v.m. terrorisme, oorlog in Irak, Afghanistan en ook de financiering daarvan. Naar het schijnt is dit onder Obama ondanks zijn ‘change’ ideëen niet veel veranderd. Dat zou immers alleen maar schokgolven onder de publieke opinie kunnen veroorzaken. Het trieste van de nieuwsgaring is derhalve dat je het meeste nieuws pas achteraf mag vernemen.

 

Voor de goeie orde doelde ik in mijn vorige column niet op de berichtgeving van kritische analisten maar op toonaangevende media als de New York Times, de Wall Street Journal, de Financial Times, Frankfurter Allgemeine etc.

 

Robert Broncel
19 januari 2010

 
 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel