Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

TERUG- en VOORUITBLIK
(28 december 2010)
 

Ogenschijnlijk lijkt er niet zo veel veranderd. Destijds was er om met voorgaand Amerikaans bankpresident Alan Greenspan te spreken sprake van ‘irrational exuberance’ en duurde het nog drie jaar voordat de beurs “een stapje terug” deed. Vanaf maart 2009 valt er wederom een zekere euforie waar te nemen. Met het voorbijgaan aan de schuldenproblematiek en de stijgende rentes(!) lijken beleggers opnieuw te geloven in een beter beurstij.

 

De termen “irrationele uitbundigheid” en “euforie” zijn natuurlijk meer emotioneel dan rationeel aangestuurde motivaties. In beide gevallen werden en worden er bepaalde verwachtingen gewekt waarop door beleggers wordt ingehaakt, gelokt door positieve perspectieven. Daarbij helpt het aanhoudend optimisme van een dergelijk vooruitzicht het beeld te versterken. Neem als voorbeeld de tulpenmanie in de jaren ’30 van onze Gouden Eeuw die wel vier jaar aanhield of de ‘roaring twenties’ in de vorige eeuw die uitmondde in de Wall Street crash van 1929. Zo hebben zich in het verleden diverse aberraties voorgedaan.

 

Voortekenen

De oorzaak hiervan is dat men in de schaduw van “donkere wolken” deze dikwijls niet op hun juiste neerslag weet in te schatten. Een recenter voorbeeld deed zich in 1999 voor toen de Dow na een 9-jarige opmars zonder onderbrekingen nog eens met 25% was gestegen, de NASDAQ in dat jaar met 86% pluste, de olieprijs van $10 naar $25 was opgelopen en de lange rente van 5,25% naar 6,49% ofwel met 149 basispunten was gestegen. Terwijl de voortekenen zich al ruimschoots aftekenden duurde het nog bijna drie maanden voordat de eerste twijfels zich in het jaar 2000 op de beurs begonnen te manifesteren. Opvallend genoeg bleef de Dow in dat jaar met een min van 6% grotendeels buiten schot. Het was de NASDAQ, waarop de meeste high tech fondsen genoteerd stonden, die met een min van bijna 40% (tech wreck)het meeste verlies incasseerde terwijl onze AEX op een stand van 638 de teruggang aanvankelijk zelfs tot 5% wist te beperken.

 

Versluiering van de voortekenen

Het is de mengeling van “ratio”, “emotio” en politiek waardoor de economische theorie en de daarbij behorende modellen bij voortduring op het verkeerde been worden gezet. Intussen proberen “onze” financiële en monetaire beleidsmakers de zaken nog sterker te versluieren door de huidige situatie als minder ernstig voor te stellen dan ze wezenlijk is. Daarvoor bestaat een concrete reden: angst voor sociale onrust.

 

Politieke opzet

Anno 2000 ging het “slechts” om een beurscorrectie. Thans bevinden we ons in het  ‘umfeld’ van een systeemcrisis die je met het openzetten van de geldkraan zoals voorheen bij een recessie niet meer kunt oplossen. Deze crisis is veroorzaakt door een samenspel tussen de centrale overheid, de centrale bank alsmede de grote zakenbanken in Amerika en er buiten.

 

Deze keer ging het niet fout op de beurs maar op de vastgoedmarkten. Immers, de beurzen floreerden juist bij de groei op de vastgoedmarkt als één der belangrijkste pijlers van de economie. President Bush vond dat elke Amerikaan recht had op een eigen huis en de banken dienden dat financieel zo veel mogelijk te faciliteren. Om die reden moest de rente laag blijven, hetgeen uiteraard de vastgoedmarkt omhoog dreef en de banken met hun hypotheekgedrochten de bergen wederom tot in de hemel zagen groeien.

 

Crisis as usual?

Met de val in 2008 werden de rentetarieven nagenoeg op NUL gezet in de verwachting daarmee de economie een nieuwe stimulans te kunnen geven. In werkelijkheid ging het in de eerste plaats om het aanleggen van een infuus voor de banks too big to fail. Dat vormde het ‘leitmotiv’ om de theorie van Keynes nu eens “grondig” uit te testen. 

 

Hiermee wordt weliswaar een zekere economische groei in stand gehouden maar deze is als symptoombestrijding niet van fundamentele aard. Bij het stopzetten van de stimulansen valt de economie stil terwijl de schuldsanering niet wordt aangepakt. De andere oplossing in de vorm van sanering c.q. herstructurering van schuld is nog minder aantrekkelijk omdat deze tot directe verarming en deflatie leidt. Vandaar het uitstel van een executie met nog ernstiger gevolgen in het verschiet. Het einde van QE lijkt welhaast nabij nu de lange rente tegen alle verwachtingen juist begint op te lopen. Immers, hoe meer geldaanbod hoe lager de rente!

 

Einde tijdperk?

Wanneer de geschiedenis van deze tijd wordt vastgelegd dan zou het wel kunnen zijn dat de schuldencrises in de V.S., Europa en Japan als oorzaak worden gezien van het einde van het tijdperk van de het westerse imperium. Voor beleggers is het daarentegen zaak niet om de optekening in de analen der historie af te wachten maar er (vroeg)tijdig op te anticiperen. Immers, bij een omslag valt er historisch gezien altijd het meeste geld te verdienen. Dat moment is nu ruimschoots aanwezig. Helaas blijkt de perceptie van de (oudere) belegger (met het meeste kapitaal) zich ongeveer met dezelfde snelheid te verplaatsen als waarmee een olietanker z’n koers wijzigt. De eerste instappers maken altijd de grootste winsten maar het is nog lang niet te laat. De overgrote meerderheid van 80% der wereldbevolking droomt nog slechts te mogen behoren tot de middenklasse. Die hoop is intussen zo sterk gewekt dat dit proces niet meer zal zijn te stuiten. Dat brengt grote gevolgen met zich mee.

 

Toekomstige valutaverhoudingen

Binnen de kaders van de Wereldbank, het IMF en de Asean (soort lossere tegenpool van de EU) wordt al druk gespeculeerd over een vervanging van de “doodzieke” dollar als reservevaluta. Die vervanging zou duiden op een mandje met de dollar, euro, Britse pond, de Japanse yen en de Chinese renminbi of yuan plus goud als internationaal referentiepunt. Een dergelijk referentiepunt is noodzakelijk in verband met de tracking van inflatie, deflatie en de valutaverhoudingen (Robert Zoellick van de Wereldbank).

 

Zoals reeds eerder is aangegeven is dit een weinig realistisch alternatief gezien de totaal “uitgewoonde” dollar, euro, pond en yen. Anderzijds ook weer geen ondenkbare optie omdat bij een mislukking de beleidsmakers zich kunnen verschuilen achter: “wij hebben er alles aan gedaan wat we konden” terwijl de schuld kan worden neergelegd bij de speculanten op de internationale valutamarkten. Op deze wijze kunnen “onze” beleidsmakers gemakkelijk een exit strategie (voor zich zelf) bedenken.

 

Eerste schreden

Middels de handelsovereenkomsten tussen Rusland en China in roebels versus de renminbi en tussen China en Brazilië in de renminbi versus de reaal zijn intussen de eerste schreden gezet. Tussen Rusland en China gaat het om een handelsarrangement in een equivalent van totaal $50 miljard in hun respectieve valuta. Aangezien beleggen in westerse staatsobli’s een steeds hachelijker avontuur wordt, hebben de Chinezen wellicht als signaal tot het vrijgeven van hun munt de dim-sum bond geïntroduceerd die een doorslaand succes lijkt te worden. Intussen maken zelfs Amerikaanse blue chips als Caterpillar en McDonald’s hiervan gebruik. Men ontvangt niet alleen een hogere rente maar bovendien in een muntsoort die de dollar op termijn in koopkracht ruim zal verslaan. Men krijgt er bijgevolg meer dollars voor terug!

 

Vragen

Zouden de Amerikanen in de afgelopen jaren meer hebben geconsumeerd dan geproduceerd indien het buitenland niet zo sterk op de koopkracht van de dollar had vertrouwd (middels ad libitum terugkoop van Amerikaans staatspapier)? Zou de Amerikaanse kredietexpansie deze groteske omvang hebben gekregen? Zou er een vastgoed bubble zijn ontstaan met triple-A mortgage backed securities (MBS) die over de gehele wereld als ‘weapons of mass destruction’ werden verkocht?

 

Dollar/renminbi relatie

Deze vragen stellen is ook beantwoorden. De Amerikaanse munt lijkt vooralsnog “onverwoestbaar” en de vervanging als reservemunt een station te ver. Het verwelkingsproces is intussen op gang gekomen en afhandeling van handelstransacties anders dan in de dollar zal de dollarvraag onmiskenbaar doen afnemen. Dat zulks de V.S. in de kaart speelt is even onmiskenbaar. Een goedkopere munt zorgt voor meer export waarbij het inflatierisico op de koop toe wordt genomen. Lastig blijft het fenomeen van de koppeling van de Chinese munt aan de dollar. Vandaar het niet aflatend aandringen van de V.S. op een verdere appreciatie (waardestijging) van de Chinese munt ten opzichte van de dollar.

 

Met kleine stapjes laat China zien welke kant het uitgaat. De voorraad dollars zal zo snel mogelijk moeten worden afgebouwd. Op goed moment zal China toegeven dat een duurdere eigen munt gunstiger uitpakt dan een hogere rente (maakt op zich de munt ook al duurder). Dat gold tot op zekere hoogte ook de vervanging van het Britse pond door de dollar. Hoewel het Britse koninkrijk tot de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog behoorde zag men wel in dat de rol van een Britse reservevaluta na de oorlog niet zou zijn te handhaven. Vandaar de afspraken van Bretton Woods in 1944 waarin de rol van een in goud omwisselbare dollar werd vastgelegd met een vaste wisselkoers van de andere valuta tegen de dollar.

 

Cruciale oorzaak

De ontkoppeling van de goudpariteit ad $35 per troy ounce in 1971 is de grondoorzaak geweest dat de Amerikanen in alle opzichten vrij spel kregen tot een ware wereldmacht uit te groeien tot en met vandaag toe. Immers, het referentiekader viel weg. Dat heeft er mede toe geleid dat de dollar index (mandje van euro’s, Britse ponden, Japanse yen, Canadese dollars, Zwitserse francs en Zweedse kronen) aanvang jaren ’80 tot boven 140 punten kon opveren. Dit als gevolg van het toenmalige rente- en inflatiebeleid door Fed president Paul Volcker. Met het omgekeerde beleid van thans is dat gedaald naar 80 punten. Zonder de euro en het Britse pond zou de daling meer dan gehalveerd zijn geweest. Intussen zou dat mandje tenminste aangevuld dienen te worden met de munten van de BRIC landen. Dat zelfde zou ook moeten gelden voor de stemmenverdeling binnen het IMF, in welk orgaan Nederland en België samen meer stemrecht hebben dan China.

Kanteling machtsverhoudingen

Waar de 20e eeuw werd gedomineerd door de V.S. zullen Azië met Brazilië en Australië alsmede Canada als grondstoffenleveranciers deze rol in de 21e eeuw overnemen. Dat zal een aardverschuiving binnen de huidige machtsverhoudingen inluiden. Deze zal geleidelijk aan  plaats vinden. Een bond crisis zou wel als aanjager kunnen fungeren. Je kunt daarbij de snelle stijging van de lange rente in de V.S. in 1979 in herinnering roepen toen deze in slechts vijf maanden tijd met 400 basispunten steeg omdat de inflatie toen niet meer te beteugelen leek.

 

Anno 2008 hebben de centrale bankiers van de V.S., EU met Japan als “lichtend voorbeeld” de munt al voor nagenoeg waardeloos verklaard gezien de extreem laag gehouden rente (als prijs van het geld). Het verzwijgen van de ware drijfveren van het centrale bankbeleid draagt niet bij tot herstel van het vertrouwen in de markt. Het gevolg daarvan is dat Amerikaans staatspapier moeilijk meer aan het buitenland is te slijten en letterlijk wordt ingeslikt door de Fed. “Onze” ECB lijkt zich evenmin aan deze ontwikkeling te kunnen onttrekken. Derhalve begrijpelijk dat de animo van professionele beleggers om nieuw staatspapier aan te kopen toenemend dalend is getuige de oplopende rentetarieven.

 

Beleggen is eveneens als regeren vooruitzien maar dan wel met een langere visie. Er staat de belegger geen beter vooruitzicht te wachten dan te profiteren van het ‘wirtschafswunder’ in de opkomende markten dat zich spectaculair weet te ontwikkelen. Voor beleggers niet alleen interessant vanwege de hogere rendementen maar ook vanwege de stijgende koopkracht van de niet met schuld belaste munten. Een double whammy!

 

Zelfs indien de groei aldaar zou afnemen tot meer “normale” proporties in de orde van grootte van 4% à 5% is er nog steeds sprake van een grotere en beslist gezondere groei dan in het westen. Bovendien zou een cumulatieve 4% à 5% groei van het BBP in de toekomst qua omvang nog altijd niet onderdoen voor de huidige 9 à 10% groei. Dat geldt ook in termen van de volumevraag naar grondstoffen die onverkort groot zal blijven.

 

Kortom, hiermee tekent zich het spiegelbeeld van de afnemende hegemonie van het westen af.

Waar de Hang Seng Index ten tijde van de Azië crisis in 1998 nog op 7000 punten stond staat deze nu op ruim 22.000 punten. De Dow is in dezelfde tijd nauwelijks van zijn plek gekomen. De AEX staat er nog steeds gehalveerd bij.

 

In dit omslagproces vervult het edelmetaal de brugfunctie totdat de rust op de internationale valutamarkt middels nieuwe afspraken is teruggekeerd. Waarom? Omdat er geen enkele andere manier is om je bezit te beschermen tegen confiscatie door inflatie als gevolg van het tot dus ver gevoerde schuldenbeleid. Als “barometer” van dit verraderlijke proces (aangeduid als financieel vandalisme) ligt het edelmetaal lelijk in de weg bij de financiële beleidsmakers. Maar ook de grondstoffenvraag afgezet tegen de depreciatie (waardedaling) van de westerse valuta’s zal een zware wissel trekken op het welzijn van de toekomstige westerse samenleving.

 

Robert Broncel

Copyright, 28 december 2010

 

Ten afscheid van 2010 wens ik alle lezers en beleggers van mijn columns een buitengewoon succesvol en bovenal gezond 2011!

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel