|
Edelmetaal
in diskrediet?
(8 april 2013)
|
Met de
lancering van de permanente QE (opblazen van de geldhoeveelheid)
werd het edelmetaal sinds september 2011 met interrupties
voortdurend neerwaarts “bijgesteld” resulterend in een “down”
van bijna 20% vanaf het hoogtepunt van $1.920. Goed, de stijging
ging te snel maar de marktonrust gaf er wel aanleiding toe. De
hoogste kwaliteitsaandelen daalden vervolgens gemiddeld met 40%
en de juniors zelfs met ruim 60%. Het sentiment heeft
zich nu tegen goud en zilver gekeerd in de veronderstelling dat
na 6 keer rood op de roulettetafel ook de zevende keer rood moet
zijn.
Deze
voortdurende bijstellingen zijn geenszins marktgedreven, want
zilver en goud zijn niet aan te slepen. Het gaat om het
“papieren” edelmetaal dat door de zgn. bullion banks op de
futures beurs (COMEX) in New York wordt aangestuurd met soms
heftige bewegingen.. De dagelijkse ontwikkelingen zijn te volgen
in de Commitment of Traders (COT) rapporten.
|
|
De dispariteit
tussen het fysieke edelmetaal en de mijnbouwfondsen is eveneens
te danken aan voortdurende interventies op de HUI index (16
grootste aandelenfondsen). Hoe sterk die zijn wordt o.m.
duidelijk doordat nu juist heftig wordt ingekocht op deze
aandelen zonder dat ze ook maar een stuiver stijgen. Zo werden
er in het SPDR Gold Share fund op 18 maart in 10 minuten tijd
meer dan 3 miljoen aandelen gekocht zonder dat de koers een
rimpeling vertoonde. Zo verziekt blijken de officiële markten
(edelmetaal, aandelen, obligaties maar ook de commodites) te
zijn dat er op grond van pure marktontwikkelingen geen enkele
staat meer op te maken is. Om die reden dient men op geen enkele
manier te liquideren en juist van deze situatie gebruik maken
door (bij) te kopen, ook al worden de marges bij oplopende
kosten geringer naarmate de goud- en zilverprijs stelselmatig
onder druk worden gehouden.
Goud en zilver
lopen meestal in ‘lock step’ waarbij zilver gezien de dunnere
markt makkelijker te bemanipuleren valt. Middels long/short
operaties dient de indruk gewekt te worden alsof de koopkracht
van het fiatpapier en edelmetaal tenminste gelijke tred houden.
Als gevolg daarvan is de populariteit van edelmetaal bij
(professionele) beleggers sinds die tijd flink afgenomen en dat
geldt nog sterker voor aandelen.
Kijken we naar
de ontwikkeling van de goudprijs dan blijkt goud het sinds het
jaar 2000 nog altijd beter te hebben gedaan dan andere
vermogenscategorieën zoals aandelen. Goud steeg in die periode
van $270 per ounce naar $1.600 per ounce of een stijging met
bijna 500%. De Dow Jones kwam niet verder dan het aantikken van
het hoogste punt van ruim 14.000 punten. Eigenlijk dienen we
niet te spreken van een goudprijsstijging maar van een
evenredige koopkrachtdaling van het fiatpapier. Daarvan rept
echter geen centrale bankier. |
|
Bovenstaande
grafiek toont aan hoe de koopkrachtverhoudingen zich vanaf begin
vorige eeuw hebben gemanifesteerd in de verhouding Dow Jones tot
goud die varieerde van 1,6 ounces in 1933 tot ca. 45 ounces in
2000. Vorig jaar kocht je de Dow nog voor 7,7 ounces. Als gevolg
van de opgelopen Dow en de “gecontroleerde” goudprijs is de
verhouding intussen weer opgelopen naar 9,4 ounces. Als de beurs
blijft oplopen terwijl goud onder de duim wordt gehouden zal de
opwaartse trend weer worden ingezet maar dat duidt geenszins op
een natuurlijke ontwikkeling.
Ander
voorbeeld: toen goud in het jaar 2000 omgerekend in euro’s ca.
€10.000 per kilogram deed, kostte een huis van €300.000 ongeveer
30 “broodjes”. Zou je dit huis nu voor dezelfde prijs kunnen
verkopen dan zou je er bij een goudprijs van ca. €40.000
ongeveer 7½ broodje voor terugkrijgen ofwel een verlies van 75%
opleveren, nota bene bij een ongewijzigde koopsom van je huis.
Dus edelmetaal heeft onweerlegbaar koopkracht!
Edelmetaal
blijkt van oudsher de meest betrouwbare internationale
valutastandaard te zijn geweest. “Onze” roemruchte VOC zou
zonder goud nooit een Gouden Eeuw hebben kunnen bewerkstelligen.
Na het “omleggen” van de Gouden Standaard in de jaren ‘30 en de
loskoppeling van de dollar in 1971 hebben goud en zilver in de
monetaire wereld geen rol van betekenis meer gespeeld. Dat gold
echter niet voor de bewegingen van de goud- en zilverprijs. In
de jaren ’70 stegen deze als gevolg van de oplopende inflatie
met resp. meer dan 2.000% en 3.000%. Na een periode van een meer
evenwichtig monetair beleid in de jaren ’80 en ’90 trok het
edelmetaal na 9/11 weer aan als gevolg van de oplopende kosten
van de Homeland Security (binnenlandse beveiliging) alsmede de
oorlogen in Irak en Afghanistan die alleen middels de geldpers
waren/zijn te financieren.
Door “grof
geschut” in te zetten werd de opgaande trend sinds september
2011 afgebroken, niettegenstaande het feit dat landen als China,
Rusland, India, Korea, Taiwan, Thailand, Venezuela, Mexico e.a.
zich voortdurend aan de koopzijde bevinden. De vraag naar goud
en zilver is ongeveer 1½ maal groter dan de jaarlijkse productie
en heeft daarmee groter dan ooit een nieuwe trend ingeluid. Met
een productie van ca. 340 ton is China ’s werelds grootste
goudproducent geworden waarvan overigens geen gram naar het
buitenland gaat. Sterker, het land is naarstig doende om via
(in)directe aankoop alsmede deel- en/of overnames in/van
mijnbouwprojecten met name in Australië en Afrika zo snel
mogelijk een substantiële voorraad op te bouwen. Gissingen over
de huidige reserve lopen uiteen van 1.055 ton (laatst opgegeven
in 2009) – ca. 3.000 ton. Met de opbouw van een eigen
goudreserve wenst het land op enige termijn zoveel onderpand te
hebben gecreëerd dat de eigen munt (yuan of renminbi) de
reserverol van de dollar kan overnemen.
Vergeleken met
andere vermogenscategorieën vormt goud nog maar een minuscuul
onderdeel in de gemiddelde beleggingsportefeuille. Voor de goede
orde dient voor de ‘Alternatives’ grondstoffen te worden
gelezen. Het is niet moeilijk te raden wat de goudprijs zou doen
bij een ophoging van 1% naar 2% in de portefeuilles. Een
dergelijke stijging waarvoor grondstoffen zeer gevoelig zijn zou
onherroepelijk tot een niet-omkeerbare inflatie leiden. Vandaar
dat óók om deze reden alles in het werk wordt gesteld om te
voorkomen dat een opgaande beweging van het goud opnieuw in gang
wordt gezet. |
|
Na het Lehman
débacle besloot de Amerikaanse bankensysteem tot een krachtige
verruiming van de geldhoeveelheid over te gaan in plaats van
tot herstructurering en/of sanering.
Echter, hoe
meer fiatgeld in het circuit wordt gepompt, hoe lager de
intrinsieke waarde ervan. Kijk maar naar de prijs van het geld:
de rente! Hiermee heeft de centrale bank de geldwaarde tot bijna
nul gereduceerd of beter tot waardeloos verklaard. Toch zijn nog
weinigen echt doordrongen van het feit dat we in een papieren
mirage (luchtspiegeling) verkeren. Dat geldt zowel de V.S.
als Europa en ook Japan. |
|
De correlatie
tussen de groei van de centrale bankbalans en de stijging van
het goud sinds het jaar 2000 valt niet te ontkennen. In de
bovenliggende chart zijn de “opgeveegde” staatsschulden door de
centrale banken van de V.S, EU, VK en Japan samengevoegd. Ook
dan blijkt het beeld nogal synchroon te zijn.
Met de
Amerikaanse schuldquote van ruim 100% van het BBP had het
gerenommeerde CATO onderzoeksinstituut in Washington DC al
weinig goede woorden maar kwam wat Europa betreft onlangs tot
een nog veel stuitender oordeel:
Het gemiddelde
EU-land zou 434% van het BBP op de bank moeten hebben staan om
aan de schuldverplichtingen te kunnen voldoen. Behalve Duitsland
dat thans quitte speelt, zitten de 16 overige landen met
tekorten van >3% opgescheept, laat staan een benodigd surplus
van 100% zouden kunnen produceren. Op de ECB balans vind je
hiervan niets terug omdat zulks volgens Draghi niet nodig is,
maar dit is nu juist de crux, volgens CATO constaterend dat de
ECB balans in feite niet meer dan een fictie is.
Volgens dit
zelfde instituut zit het Europese banksysteem met een balans van
€35 biljoen (12 nullen) opgezadeld waarvan bijna een kwart in
PIIGS schuld. Dit terwijl de banken een minimale reservepositie
aanhouden van nog geen 1 op 26, inhoudend dat het risico bij een
default van <4% al desastreus is. Ter vergelijking staat er bij
de Fed “slechts” $12 biljoen uit.
Om deze reden
wordt er door de BRIC’s een plan gesmeed om de Wereldbank en het
IMF middels een eigen instituut te omzeilen en zich hiermee te
distantiëren van de dollar en de euro die volgens deze landen
beide doomed zijn. Vreemd genoeg lees je hierover in de
publieke media maar heel weinig terwijl het juist gaat om een
aanzet tot draaiing van het monetaire epicentrum.
|
Afgezet tegen
alle uitstaande schulden is het edelmetaal nog nooit zo goedkoop
geweest.
Om in
edelmetaal te beleggen alle mogelijkheden nog een keer op een
rijtje:
-
in munten
zoals gouden tientjes, Canadese Maple Leafs of Krugerrands
-
in baren
maar met een aantal nadelen van opslag, verzekering,
betrouwbaarheid van gehalte en verhandelbaarheid
-
in de vorm
van een edelmetaalrekening bij een bank met het risico dat
de bank niet aan haar verplichtingen kan voldoen
-
in de vorm
van ETF’s zonder de zekerheid dat de dekking 100% is
-
in
speciale trusts of fondsen die voor 100% in edelmetaal zijn
belegd (veilig)
-
in
aandelen van mijnbouwers anticiperend op groei naarmate
nieuwe vondsten aan de reserves kunnen worden toegevoegd en
het hefboomeffect bij een stijgende prijs van het
edelmetaal.
Aandelen in de
edelmetaalsector zijn alleen dit jaar al met ca. 17% gedaald,
terwijl de S&P bijvoorbeeld met bijna 9% is gestegen. Tussen
2001 en 2008 steeg de HUI Index (16 grootste goudproducenten)
met bijna 1000% en die trend werd na de daling 2008 opnieuw met
een stijging van ca. 200% ingezet. Zie onderstaande charts:
|
|
|
Bij een op z’n
minst stabiele goudprijs en oplopende exploitatie- en
exploratiekosten ligt de verklaring voor de hand dat beleggen in
aandelen minder interessant wordt, vooral als het gaat om zgn.
lower grades vondsten, gemiddeld nauwelijks meer dan 1 gram per
ton. De kosten hiervan zijn sinds het begin van deze eeuw met
ruim 250% gestegen. De gemiddelde total cash cost* lag
in het 4e kwartaal van 2012 op $1.587 per ounce
hetgeen er op wijst dat producenten bij een verdere daling van
het goud in problemen kunnen komen, zodat je zou mogen
verwachten dat bij $1.600 zo ongeveer de bodem zou moeten. Dat
wil niet zeggen dat daar dit ook gebeurt. In tegendeel, gezien
het huidige sentiment is de kans groot dat het orkest van de
bullion banks nog een tijdje blijft doorspelen totdat de
Aziatische landen afhaken.
* Gezien de
jongste marktontwikkelingen hebben veel producenten hun “kale”
cash cost nu verdisconteerd in een all-in cash cost
inclusief alle operationele kosten en inclusief de overige
exploratie- en exploitatiekosten. Hiermee werd een signaal
afgegeven naar de bullion banks. |
|
Op het moment
dat het edelmetaal weer aantrekt, zullen de winstmarges op stel
en sprong verbeteren waarmee tegelijk de aanzet wordt gegeven
tot een nieuwe koerssprong. De laagste kostenproducenten zullen
uiteraard het meest van deze beweging profiteren. |
|
Door de HUI
Index te delen op de goudprijs is de resultante thans 0.22. Dit
niveau is sinds 2001 niet meer gezien toen de goudprijs nog ruim
beneden $300 noteerde. De onderwaardering wordt hiermee treffend
tot uitdrukking gebracht: dit betekent dat edelmetaalaandelen nu
zelfs lager staan dan tijdens de val in 2008 en beleggers die
nadien niet zijn ingestapt alsnog van dit uitzonderlijke lage
koersniveau gebruik kunnen maken. |
|
Zonder namen
te noemen blijkt er intussen vanuit insiderskringen (bestuurders
en relaties) grote interesse te zijn om eigen aandelen in te
kopen, zo sterk dat elk aanbod meteen van de markt wordt
geplukt. |
|
Zoals uit
bovenstaande charts blijkt heeft zilver het in de afgelopen
10-jarige periode met een stijgingsfactor 6 beter gedaan dan
goud met een factor 4 maar wel met een volatieler beeld.
Sinds
september 2011 heeft zilver met ca. 40% een grotere daling
ondergaan dan goud met een daling van bijna 20%. Op de huidige
stand liggen de prijzen van beide metalen vlak boven het all-in
cash niveau van resp. $1.545 en $28 per ounce. Mochten de
prijzen nog verder dalen dan zal er niet alleen zwaarder in de
kosten moeten worden gesneden maar zullen ook uitbreiding en
productievergroting op de helling komen te staan.
Voor zilver
geldt in het bijzonder de achtergestelde relatie tot het goud
die historisch altijd tussen 16 – 20 ounces zilver tegen één
ounce goud tegen thans boven de 50 ounces. Daarbij komt dat er 5
maal meer goud dan zilver boven de grond aanwezig is en
beleggers naar verhouding gemiddeld 50 maal meer zilver dan goud
kopen, over scheefgroei gesproken!
Neemt de
neerwaartse druk op de COMEX verder toe dan ligt de eerste
weerstand rond het niveau van $26 en daaronder op het niveau van
$20 en vervolgens $15. Zo ver zal het echter wel niet komen,
want onder de kostprijs verkoopt niemand graag.
Robert Broncel
Copyright april 2013 |
|
|
|
|