Header

Columns 2015 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004

GROTESKE GOTSPES

(20 juni 2014)

 

Ongelooflijk maar waar! Goldman Sachs verdient dagelijks op het metaal aluminium een bedrag van $698.630 totaal risicovrij. Hoe? Door iedere dag 3.000 ton per vorklift te verkassen van warehouse A naar warehouse B, op een paar honderd meter afstand gelegen in Detroit/Michigan. Daar wacht het gemiddeld 16 maanden (!) voordat het bij een afnemer wordt afgeleverd, dit ondanks een zgn. class action van de frisdrank- en de metaal verwerkende industrie inzake deze perverse aangelegenheid, evenwel zonder resultaat.

 

Immers, GS houdt zich keurig aan de regels van de Londen Metals Exchange (LME) die de supervisie heeft over 719 pakhuizen verspreid over de gehele wereld en daarvan ook de huur vangt. Nu, om het oppotten te ontmoedigen verlangt de LME o.m. dat er dagelijks minimaal sprake moet zijn van een mutatie van 3.000 ton. Om schaarste te creëren blijven deze heen en weer versleepte voorraden aldaar zo’n 16 maanden liggen alvorens deze bij de afnemer tegen een hogere prijs af te leveren. Onlangs kwam een voormalige vorkliftchauffeur met “dit nieuws” naar buiten in een interview met de New York Times.

 

De schaarste maakt dat de kosten (opslag) en moeite (dagelijkse heen en weer transporten) in deze bizarre operatie ruimschoots worden gecompenseerd. GS weet immers met 100% zekerheid dat de prijs “over een tijdje” aanzienlijk hoger zal zijn en daar ligt het glasharde winstperspectief! Gezien dit harde gegeven heeft dit zich investment bank noemend instituut zich “ontfermd” over een hoeveelheid van meer dan een kwart van de wereldproductie die buiten de regulaire aanvoerlijnen wordt gehouden. Door het “bevriezen” van deze substantiële voorraad dient de verwerkende industrie een aanzienlijk hogere prijs te betalen, terwijl er de facto in het geheel geen sprake van schaarste is. Zo ligt de spotprijs op het moment van schrijven op ruim $1.800 terwijl de termijnprijs op ruim $2.100 ligt. Een ogen-dicht handel dus waarmee identiek aan de flash trading op de beurs “goudgeld” valt te verdienen, een soort Heilige Graal voor de handelaren die het metaal op de futures markt verkopen en bij levering tevens de opslagfee toucheren.

 

Volgens een schatting worden er in de V.S. jaarlijks een slordige 90 miljard blikjes en ruim  15,5 miljoen auto’s geproduceerd, m.a.w. een economy of scale. Elk blikje blijkt uitgerekend zeven cent duurder te zijn dan nodig en voor bijv. een auto valt de hogere kostprijs niet eens te berekenen. Ten koste van andere marktparticipanten strijkt GS op deze wijze jaarlijks voor $255 miljoen op zonder dat er een haan naar kraait en weet op deze wijze z’n medewerkers (mede vanwege de zwijgplicht) rijkelijk te belonen.

 

Als zodanig is aluminium in een soort perpetuum contango gemanoeuvreerd, waarbij de futures prijs aanzienlijk hoger ligt dan de spotprijs, dit in tegenstelling tot het edelmetaal dat juist in een soort perpetuum backforwardation verkeert, waarbij de spotprijs hoger ligt dan de futures prijs. Voor zilver geldt dat nog veel sterker. Zo bedroeg de omzet vorig jaar ongeveer $5 biljoen tegen goud $18 biljoen (ja, u leest dat goed). Bij een productie van 900 miljoen ounces vorig jaar verhandeld bij een gemiddelde prijs van $20 resulteert dat in de somma van $18 miljard. Dit bedrag gedeeld op de $5 biljoen omzet toont aan dat de papieren markt in zilver zelfs 275 maal groter was dan in goud. Zilver komt uit de grond in een verhouding van 16 op 1 met goud, terwijl de papiermarkt in goud slechts 3,6 maal de omvang van de papiermarkt in zilver is, volgens de CPM Group in New York. U ontgaat de logica? Mij ook!

 

Van een geheel andere orde is het opvallende bericht in de financiële pers dat de centrale banken in de gehele wereld steeds meer in aandelen beleggen als onderdeel van een zgn. gediversificeerd beleggingsbeleid. Dat blijkt uit het eerste wereldwijde onderzoek uitgevoerd door het Forum voor Officiële Monetaire en Financiële Instituten (OMFIF), waarbij 370 publieke instellingen in 162 landen die samen de somma van $29,1 biljoen aan investeringen bezitten, onder de loep werden genomen. Om precies te zijn betrof het 157 centrale banken, 156 ambtenarenpensioenfondsen en 57 staatsinvesteringsfondsen.

 

Het gaat me hierbij specifiek om de centrale banken die voor bijna de helft van dat bedrag participeren inclusief goudbeleggingen. Goud op zich is natuurlijk prima maar wat doen centrale banken op de aandelenmarkt? Dit zou zijn vanwege het povere rendement op vastrentende waarden, terwijl deze banken nota bene zelf de rente hebben verlaagd in een poging de effecten van de financiële crisis te bestrijden. Zo gezegd een stiekem steuntje in de rug van de beurs die coûte-que-coûte harmstijf overeind gehouden dient te worden om verder gedonder in de financiële glazen vooralsnog te voorkomen. Dit verklaart ook de buitensporig lage stand van de volatiliteitsindex alsof er geen spoor van nervositeit te bekennen valt.

Volgens Victor Sperandeo van Alpha Financial Technologies zouden de centrale banken intussen meer dan de helft(!) van alle indexfondsen in handen hebben. Hiermee wordt dus een buitengewone wissel op een ongewisse toekomst getrokken voor het geval de zaak uit de hand loopt, waarbij een forse stijging van de olieprijs noch oorlog kunnen worden uitgesloten.

 

“Als gevolg van de weggooicultuur en hebzucht in een idolate economie”, zoals de paus zich vorige week in de Spaanse La Vanguardia liet ontvallen, “stevenen we af op een systeem dat om te overleven oorlog zal moeten voeren zoals de grote Rijken dat in het verleden ook hebben gedaan. Wel, de kiemen daartoe zijn intussen wel gelegd middels de EU-flirt met Oekraïne en het politieke vacuüm door de Amerikanen in Irak en Afghanistan achtergelaten.  

 

Niet minder bedreigend was Bloomberg’s mededeling van 16 juni j.l. dat de ‘Bonds’ Liquidity Threat Is Revealed in a Derivatives Explosion’, m.a.w. de liquiditeit op de obligatiemarkt blijkt steeds meer op te drogen met een dreigende derivatenexplosie op de loer waarvan ik al meerdere malen heb gerept. Het gaat hier om een verborgen risico dat de aan- en verkoop van obligaties op goed moment domweg onmogelijk kan maken. Terwijl de futures handel in de 10-jaars Treasuries bijna op een all-time high staat, is het volume met name op het einde van de looptijd intussen bijna met een derde geslonken. Dat scherpt het risico van een sell-off  aan in een markt die een slordige $100 biljoen(!) omvat, terwijl de theoretische waarde van de over-the-counter verhandelde contracten volgens de Bank of International Settlements – opgetekend door Deutsche Bank AG – thans maar liefst $710 biljoen bedraagt. Wat wil je nog meer in een door de geldpers totaal gedrogeerde financiële wereld die alle verworvenheden uit het verleden doet verbleken?

 

Deze onevenwichtigheid begon zich af te tekenen naarmate steeds meer naties hun benchmark naar 1% of nog lager bijstelden, terwijl de grote centrale banken als de Fed alsmede de Bank of Japan en de Bank of England voor biljoenen onverkoopbare staatsschuld uit de markt plukten om daarmee de economie te stimuleren. Niet alleen als gevolg daarvan zijn de yields gedaald maar door de geringe volatiliteit worden de handelaren ook van hun marges beroofd. 

Janet Yellen als Fed president weet dit als geen ander en heeft bijgevolg moeten aankondigen dat wellicht toch “een keer de rente wat omhoog moet”. Zeggen en doen is natuurlijk niet het zelfde want zodra een renteverhoging aan de orde is, vertaalt dit zich direct in een stijging van de staatsschuld. Deze ligt intussen boven 100% van het BNP en dat is hoe dan ook al volstrekt verwerpelijk, onaanvaardbaar en ontoelaatbaar. Echter zolang de inflatie binnen de perken blijft en verder niemand bij Yellen op de deur klopt, blijft het toch “gewoon goed” gaan (?).

 

Moeten we ons evenals de burgers destijds onder het voormalige Sovjet juk dit soort bizarre praktijken met “een dodelijk effect” maar gewoon blijven laten aanleunen? Vandaar opnieuw een poging dit nieuws wederom bij onze beleidsmakers neer te leggen, ook al levert dit naar buiten hooguit een ontvangstbevestiging op.

 

Robert Broncel
 


Copyright, 20 juni 2014

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel