Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN(XV)
(6 februari 2019)

De onzekerheden op de financiële markten lijken anno 2019 weer volledig uit zicht te zijn nu de Fed besloten heeft niet meer al te hard op de rentetrommel te slaan. Bijgevolg hoeft Trump (even) geen angst meer te hebben door de Fed voor de voeten te worden gelopen. Met een stijging van bijna 8% gaf de beurs in de voorbije maand weer vol gas, met de beste performance sinds de Wall Street crash in 1987.

 

De verzwakte positie van de Fed vertaalt zich met andere woorden in een zeer positieve beurs. In de monetaire geschiedenis zullen we straks als “mafkezen” worden afgeschilderd door ons middels de gekunstelde “oplossingen” van de centrale bankiers in slaap te hebben laten sussen, juist nu de schuld sinds 2008 met een factor drie is opgelopen. Een economische groei van dezelfde orde zou voor een meer gemotiveerde geruststelling hebben kunnen zorgen.

 

De financiële wereld schijnt er mee te kunnen leven dat de Fed in de jas is genaaid; bijgevolg wordt er voorlopig niet gerekend op nieuwe renteverhogingen. De monetaire ontwrichting zal zich vooral manifesteren bij meer economische groei en/of stijgende inflatie. Dat laatste dreigt al bij een 25% verhoging van de Amerikaanse invoerrechten (China). Opmerkelijk was dat zowel  Bernanke als Yellen toegaven dat de Fed in feite verantwoordelijk was voor alle recessies. Bernanke zou er aan toegevoegd hebben  ‘expansions dont’t die from old age; they get murdered’ (Market Watch).

 

Hoe gaan we verder? Sanering met een omslag tot gevolg is nogmaals onafwendbaar met grote gevolgen voor onze koopkracht. Goud en zilver vormen in dit kader de beste buffers maar daarmee ben je er niet. Hoe tuig je een nieuw systeem op zonder in de fouten van het vorige te vervallen? In dit kader is al eens gewezen op de Modern Monetary Theory (MMT) die zich afzet tegen de doctrines van het standaard neo-Keynesiaans denken, omarmd door de centrale banken. Zonder hierop diep in te gaan, gaat het o.m. om de volgende premissen:

 
  • Er wordt van overheidswege in principe niet geleend in buitenlandse valuta’s

  • Er wordt van overheidswege niet meer geld bijgedrukt of uitgegeven dan verantwoord is binnen de reserves, zodat altijd aan de schuldverplichtingen kan worden voldaan

  • De overheid accepteert twee beperkingen: gematigd economisch beleid en het voorkomen van inflatie als gevolg van loonstijging

  • Geen enkele munt zal de reserverol toebedeeld dienen te krijgen; de SDR (IMF) als mandje van “uitgewoonde” munten is ook verre van ideaal.

Als samenleving zullen we moeten accepteren dat economische groei meer dan ooit z’n grenzen heeft. Dit zou in feite de belangrijkste premisse moeten zijn gezien de mondiale groeiuitwassen die sinds “het Rapport van de Club van Rome” (1969) met als titel “Grenzen aan de Groei” de laatste tientallen jaren vooral in ‘climate change’ worden weerspiegeld.
 

De exuberance aan uitwassen heeft hiertoe sterk bijgedragen. Teneinde dat tij te keren zullen we wereldwijd op een veel efficiëntere wijze met onze natuurlijke hulpbronnen dienen om te springen en ons veel meer op een op utiliteit gerichte economie moeten instellen. Doen we dat te weinig of te laat dan zal ons nageslacht een spijkerharde “factuur” worden gepresenteerd! De groei van de wereldbevolking is eveneens een factor waarmee veel meer rekening zal moeten worden gehouden. In elk geval zullen we op zo kort mogelijke termijn over onze eigen schaduw dienen heen te springen.

 

De realiteit geeft hiertoe alle aanleiding. Gegeven de recente veilingen van nieuw staatspapier in de V.S. ad $84 miljard deze week blijkt het vooralsnog business as usual. Deze nieuwe schuldaanwas  is het gevolg van Trumps belastingverlagingen en extra overheidsuitgaven. De ‘debt clock’ tikt intussen “vrolijk” door! Dat geldt ook voor China met een schuldquote van meer dan 300% (private, corporate, state).

 

United States Debt Clock: What Is The National Debt of the United States?

  

De Congressional Budget Office (CBO) schilderde recent een “Apocalyptic Long-Term Debt Picture” met een schuld die aldoor sneller oploopt. Zo was de schulduitgifte in 2018 voor een totaal van $1,34 biljoen (12 nullen) meer dan twee maal zo groot als die van 2017 en voor dit jaar wordt opnieuw een verdere groei voorzien, mede aangedreven door de recente  renteverhogingen.

 

Buiten de staatsschuld die nu richting $22 biljoen gaat, staat er een bedrag van $122 biljoen uit aan ‘unfunded liabilities’ (ongedekte verplichtingen) in sociale verzekeringen en pensioenen. Dat is maar liefst 564% van het fiscale 2018 BBP of een slordige 10% van het huidige BBP voor een periode van bijna 60 jaar!

 

Met het besluit om de rente voorlopig “even” ongemoeid te laten, is het schuldprobleem allesbehalve opgelost. Immers, er dient voortdurend meer schuld ge(her)financierd te worden. Met de vraag of hiertoe voldoende animo blijft bestaan als er geen enkele dekking in de vorm van reserves tegenover staat. Zelfs al zou die dekking in goud aanwezig zijn dan nog is die goudvoorraad hangende de loskoppeling in 1971 niet meer opvraagbaar. Een vlucht uit de dollar zoals in de jaren ’60 (Vietnamoorlog) is dan niet ondenkbaar. Rusland, China, India en Iran – toch niet de minst onbelangrijke handelsnaties – zijn al druk doende de dollar een steeds geringer platform te bieden. Als groot grondstoffenproducent streeft China bovendien naar steeds meer ‘grip’ op de internationale grondstoffenmarkten middels het verkrijgen van substantiële belangen in Afrika en Zuid-Amerika.

 

Een andere prangende vraag betreft de afbouw van het door de Fed opgekochte staatspapier en Mortgage Backed Securities (MBS) waarvan intussen nog niet meer dan een slordige 10% is afgebouwd resulterend in een “residuschuld” van $4,1 biljoen. Deze afbouw is onderdeel van het ingezette QT beleid dat in Q4 van 2017 werd ingezet. Een versneld afbouwschema zou eveneens tot een soort ‘bull’s knell’ leiden.

 

Onderstaand schema vormt een duidelijke vingerwijzing dat schuldafbouw bepaald geen gelopen race is. In een interessante verhandeling onder de titel: “Will the Fed end its balance sheet runoff early?” kwam Goldman Sachs met de conclusie dat zulks een bijzonder lastige opgave is die straks vraagt om nieuwe QE programma’s. De verslaving is niet meer te verhelpen. Onderstaande exhibit behoeft geen nadere toelichting. De conclusie is evident: de beurs wordt in de eerste plaats door de Fed aangestuurd.

Maar ook de eurozone verkeert allesbehalve in een ‘safe haven’. Na eerder al met Griekenland langs “het randje” te zijn gegaan, zit ECB president Draghi thans met Italië in z’n maag. Ondanks de uitzonderlijke schuldpositie van ruim 130% boven BBP (Europese richtlijn is 60%) lijkt de nieuwe regering in Rome niet voornemens aanzienlijke beterschap te beloven. Een veel groter “Griekenland” is hoe dan ook zeer ongewenst. Eén ding staat vast: het “harde” euroblok (Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Luxemburg en Finland) wenst niet op hun koopkracht in te boeten. De raison d’être van de euro is hiervan mede afhankelijk. Deze ontwikkeling dreigt vermoedelijk ook op een ‘draw’ af te stevenen.

 

Met een staatsschuld van €1,5 biljoen zou Italië bij een verdere verslechtering van de staatsfinanciën een bom onder de euro kunnen leggen, tenzij de ECB uiteraard blijft opkopen. Bijna een derde hiervan ligt nu in Frankfurt. Voorts bevindt zich een slordige €425 miljoen in buitenlandse (lees: voornamelijk Europese) handen.

 

Voorts wees de Purchasing Managers Index (PMI) in Duitsland op een verdere daling tot thans iets onder de 50 punten na vorig jaar de daling te hebben ingezet. Dat heeft vooral te maken met de handelsperikelen tussen de V.S. en China die o.m. de Duitse auto industrie in de ban houdt. Nu de groei binnen de eurozone is gedaald naar 0,2% in het vierde kwartaal en de inflatie is teruggevallen van 1,7% naar 1,5% lijkt hiermee ook het voornemen van de ECB in de loop van dit jaar tot meer tightening over te gaan, de bodem te worden ingeslagen. Draghi heeft gezien wat de gevolgen zijn van een stringenter beleid en verkeert onder de huidige omstandigheden in een nog minder benijdenswaardige positie dan “z’n vriend” Powell.

 

Hoewel de centrale bank in principe de economie dient te faciliteren met een adequaat rentebeleid blijkt dit instituut al geruime tijd te moeten optreden als ‘rescuer of last resort’. Dit teneinde enerzijds de economie niet te laten ontsporen, en anderzijds het monetaire systeem voor een crash te behoeden. Daarmee “verheft” dit instituut zich in feite  tot de bron van alle kwaad, lees: crisis. Centrale bankiers krijgen steeds meer de rol toebedeeld financiële risico’s te beteugelen middels regulering en interventie die in wezen niet verder gaan dan symptoombestrijding. De oorzaak – schuldvorming – kan niet worden weggenomen, ergo wordt zelfs versterkt. Dat is het grote dilemma waarvoor het huidige systeem zich geplaatst ziet zonder dat daartoe nog een oplossing kan worden aangedragen.

Naarmate de schulden zich verder ophopen raakt het systeem als zodanig steeds meer gedestabiliseerd, terwijl the point of no return ruimschoots is gepasseerd.

 

Het IMF meende vorige week in dit kader haar zoveelste waarschuwing te moeten afgeven met ‘the system of global cooperation that saved world finance in the 2008 crisis may break down if  there is another major shock or deep recession’. Het woord “saved” is dubieus maar voor het overige bevatte deze verklaring weinig nieuws.  

 

Robert Broncel

Copyright, 6 februari 2019

 

PS. deze column wordt tevens verzonden aan DNB president Klaas Knot

 
 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel