Header

 

Voorbericht bij DE STRATEGISCHE MODELPORTEFEUILLE 2016

De regelmatige lezer van mijn columns weet intussen wel hoe laat het is, ook al verkeert de day of reckoning vooralsnog in nevelen. Deze leek zich al aan te dienen na de val van Lehman in 2008 maar werd toen met een buitengewone krachtsinspanning afgewend waartoe werkelijk alle middelen geheiligd bleken. Als antwoord op een definitieve koopkrachtomslag werd een Strategische Portefeuille meer dan opportuun.  

 

Doordat de banken het krediet als vliegwiel van de economie om zeep hadden geholpen, probeerden de centrale banken dat euvel met geldverruiming en  voortdurende marktmanipulaties – met name lage rentes en geminimaliseerde  edelmetalen – te compenseren en liet de Strategische Modelportefeuille vanaf 2009 (start QE) aanvankelijk een dalend patroon zien. Echter, bij een feitelijke omslag zou het beeld precies tegenovergesteld zijn geweest. Nu alle ‘dope’ nagenoeg is uitgewerkt, lijkt er sprake van enige bezinning te komen. “Onze” beleidsmakers kunnen er na jaren van vermeend (‘fake’) succes niet meer omheen aan een dood paard te hebben getrokken zonder de koe bij de horens te hebben willen nemen, intussen erkend door de San Francisco Fed.  Een renteverhoging lost niets op maar scherpt het probleem slechts aan.

 

Gevoed door de opgaande vastgoedmarkt lijkt de economie in ons landje weer  iets aan te trekken maar dit vormt geen uitgangspunt voor een herstel van de wereldeconomie. Sterker, deze is afhankelijk van een gezond fundament en niet van een ‘till the bone’ uitgewoond en excessief door schulden vergiftigd mondiaal monetair systeem. Evident is dat de keizer geen kleren meer aan heeft maar wie durft hardop te zeggen dat hij “naakt” is?! De Fed’s balance sheet staat thans voor $4,5 biljoen onder water terwijl er voor totaal $63,5 biljoen in schuldpapier en leningen uitstaat. Een nieuwe monetaire orde is het enige antwoord met daaraan voorafgaand naar alle waarschijnlijkheid heftige marktaberraties waarbij die van 2008 volledig in het niet zullen vallen.

Dan is het zaak dat je als belegger – individueel en professioneel – zorgt hierop zo goed mogelijk voorbereid en ingespeeld te zijn, gelet op het behoud van koopkracht als prioriteit #1 in de voorziening van onze primaire basisbehoeften als water, voedsel, energie en uiteraard een blijvend dak boven het hoofd.  

 

Tegen deze achtergrond verdient het aanbeveling de eigen portefeuille tegen het licht van de Strategische  Modelportefeuille te houden en hiermee zo nodig aanpassingen aan te brengen. Bij twijfel of onzekerheid kan een ieder mij consulteren dan wel om zijn/haar portefeuille te laten doorlichten. Noodzaak is in ieder geval afstand te nemen van “de waan van de dag” en je te richten op een totaal andere en bovenal  buitengewoon ongewisse toekomst.

 

Meer dan ooit verkeert de beurs zoals aangeduid in een ‘dangerous  territory’. Dat is het gevolg van het niet aflatende extreem ruime monetaire beleid (QE en extreem lage rentevoeten) en de hieruit voortvloeiende koersstijgingen die geen gelijke tred weten te houden met de macro economische ontwikkelingen alsmede de gemiddeld “matige” winstcijfers van het bedrijfsleven. Sterker, er is sprake van een feitelijke disconnectie tussen de economie en het beurssentiment.

 

Als gevolg van de onzekerheid die sterk in het verschiet ligt, durven de meeste bedrijven nauwelijks of niet in kapitaalgoederen te investeren om op die wijze hun productiviteit en winstmarge te verbeteren. Gemakshalve worden liever de eigen aandelen opgekocht om toch de aandeelhouders aan zich te binden. Daardoor stijgt weliswaar de winst per aandeel maar dat is meer schijn dan werkelijkheid omdat de winstpotentie als zodanig niet groeit. Bovendien vinden deze ‘buy backs’ (dikwijls met geleend geld!) plaats op een moment dat de koersen op een ‘all time high’ staan. De ‘corporate  debt’ staat nu op ca. $2,5 biljoen!

 

De door Dr. Robert Shiller ontwikkelde CAPE (Cyclically Adjusted Price-to –  Earnings) ratio gemeten over een 10-jarige periode vertoont al sinds langere tijd een stijgende tendens. Dat kan alleen wanneer de koersen stijgen of de winsten dalen maar dat gebeurt nú gelijktijdig. Als gevolg hiervan ligt de S&P mediaan al sinds 2010 ver boven het historisch gemiddelde.

Tot dusver wordt hieraan in de beleggingswereld nauwelijks of geen aandacht besteed. Dat heeft te maken met het beurssentiment dat fnuikend genoeg derhalve bij een onverwachte ontwikkeling des te gemakkelijker kan omslaan zoals zich recent na de uitslag van het Brexit referendum (signaal) voordeed.

Intussen liggen er meerdere beren op de weg zoals een afnemend vertrouwen in de “kunsten” van de centrale bankiers, de schuldencrisis, de bankencrisis, de confrontaties tussen de NAVO en Rusland alsmede tussen China en de V.S. (i.v.m.  de strategische belangen van Japan, de Filippijnen en Vietnam). En voorts de gevolgen van ‘climate change’ en geweldsdreigingen (IS)  die eveneens grote sommen gelds vergen en opgehoest zullen moeten worden.

 

Onderwijl wordt de beurs bij “gebrek aan beter” voortgedreven door beleggers die ZIRP en NIRP trachten te ontvluchten, terwijl pensioenfondsen op hun knieën dreigen te worden gezet als ze niet meegaan op deze ontwikkelingen.

 

Verder proberen staten naar buiten toe hun valuta’s te depreciëren om daarmee de export een push te geven. Hier is eveneens sprake van een marktingreep die door nagenoeg alle staten met een eigen munteenheid wordt gekopieerd. Als gevolg is de valutamarkt met een dagelijkse omzet inclusief derivaten van bijna $4 biljoen (12 nullen) intussen met ca. 16% gedaald. Deze indicator wijst nadrukkelijk op internationaal afnemende handelsactiviteiten.

Verder wordt de markt voortdurend “getrakteerd” op statistische macrocijfers (economische groei, inflatie, werkgelegenheid - let op de kwaliteit ervan zoals hoogte uurloon en het aantal gewerkte uren, terwijl velen al niet meer met één baan toe kunnen), waarop al lang niet meer te vertrouwen valt maar die wel bedoeld zijn om het vertrouwen in de economie vast te houden.

 

Tevens  vertoont de snelheid van het geld in omloop eveneens een flink dalende trend die wijst op naderend onheil. Immers, naarmate de omloopsnelheid daalt, neemt de economische activiteit af. Ondanks alle verwoede pogingen om de economische groei te stimuleren blijkt hiervan maar bitter weinig terecht te komen.

Hoewel minder bekend is dit een loepzuivere indicator als meetpunt en vinger aan de pols van de wereldeconomie.

 

Voorts wees David Stockman, voormalig Budget Director onder president Reagan, op het meest populaire beleggingsvehikel op de beurs, in casu de Exchange Traded Funds (ETF’s) die in omvang zijn gegroeid van een slordige $450 miljard in 2005 naar ruim $3 biljoen thans. Waren  er in 2005 nog  600 ETF’s, anno 2016 zijn dat er meer dan 5.000(!). ETF’s  elk men hun eigen specialiteit waren natuurlijk een fantastische vinding maar niet langer met een beurscrash in het vooruitzicht. De kans is dan zeer groot dat ze volledig zullen moeten liquideren, de belegger met niets achterlatend. ETF’s zullen dan opeens een toxisch verschijnsel blijken te zijn die de beurscrash juist een extra versnelling en diepte zullen meegeven, aldus Stockman.

 

Een andere niet onbelangrijke graadmeter is de Baltic Dry Index die mondiaal de droge bulk vervoersstromen meet en al vanaf 2008/9 afstevent op een ‘all time low’. Werd hieraan in het verleden regelmatig gerefereerd, tegenwoordig is deze indicator naar de achtergrond verdrongen gegeven de kennelijk onomkeerbare trend.

Kortom, er valt geen enkele internationale (groei) indicator te ontdekken anders dan van de schuldgroei en dit alles bijeen genomen levert eensluidend een “nogal” somber om niet te zeggen verontrustend beeld op.

 

De ‘high’ in 2008 werd genoteerd vlak vóór de val van Lehman, toen niets leek te duiden op de onderhuidse breuklijn die zich al even daarvoor begon af te tekenen.

 

De bovenstaande ontwikkelingen zijn terug te voeren naar de historische datum van 15 augustus 1971 toen ‘tricky Dick’ Nixon - ‘I’m not a crook’ - de dollar (‘tijdelijk’ zei hij erbij) loskoppelde van het goud om daarmee ruim baan te maken voor een schuldcreatie zonder weerga. Op die dag toefde ik al dan niet bij toeval in New York toen hij op tv dat besluit bekend maakte ‘to defend the dollar against the shadowy and intangible money speculators by removing its convertibility’. Vooral treffend waren zijn woorden,  ‘and I’ll promise you that the dollar will be as good as gold’, de ogen enigszins toeknijpend. Wel, dat hebben we geweten! Die tijdelijkheid werd een “eeuwigheid”.  

In die tijd had niemand in de gaten wat de vergaande gevolgen zouden zijn van dit nooit meer teruggedraaide besluit. Evenmin was er een econoom die begreep dat hiermee de luiken werden geopend voor een volstrekt gratis import inclusief olie middels de gratis bijgedrukte dollars. Het land kampte decennia lang met handelstekorten zonder dat iemand er wakker van lag. Toen dat werd opgemerkt bleven de maandelijkse handelscijfers gemakshalve steeds meer achterwege. Het wekt dus geen wonder dat Disney World uitgroeide tot één der grootste pretparken ter wereld met een ongekende populariteit.

 

Buiten de oprichting van de Federal Reserve Board in Washington DC in 1913 als quasi centrale bank die dit alles heeft gefaciliteerd, bleek de loskoppeling van de dollar de grootste fout in de vorige eeuw te zijn geweest.

Dit alles moest bijgevolg wel resulteren in de allergrootste schuldgroei aller tijden. Tot dusver schijnen nog maar weinigen hiervan echt wakker te liggen maar met zekerheid durf ik te stellen naar ‘the mad house’ te zijn verwezen als ik tien jaar geleden een dergelijk beeld had geschetst. Het is welhaast onvoorstelbaar hoe snel “het ongewone” gewoon gemeengoed is geworden.

Het meest opvallende gevolg: kocht je de Dow op 15 augustus 1971 nog voor een slordige 30 ounces, thans op een Dow stand van ca. 18.500 (all-time high) en ca. $1.350 voor een troy ounce koop je de Dow voor slechts 13,7 ounces, over koopkracht gesproken! Kortom, had je nooit iets anders gedaan dan in goud dan zou je thans tweemaal de Dow op zak hebben gehad. In koopkracht blijkt goud dus onverslaanbaar!!

 

Eufemistisch gezegd mogen we concluderen dat de toekomst nog nooit om zoveel financiële aandacht heeft gevraagd als thans! Hoogste tijd om de ‘normalcy bias’ vaarwel te zeggen en terug te keren tot ‘back to basics’.

 

Op grond hiervan vormt inschrijving op de Strategische Modelportefeuille 2016 de meest zinnige beslissing om straks niet verrast te worden door een totaal onoverzienbare ontwikkeling. Belangrijk is daarbij dat de lezer inzicht krijgt in de toekomstige marktbehoeften en marktontwikkelingen. Inschrijving staat tot 1 september a.s. open voor 149 euro, daarna voor 249 euro. Aanmelding uitsluitend per email via info@robertbroncel.com

 

Robert Broncel

 

Copyrightaugustus 2016

 
 


Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2015 © Robert Broncel