Header

 

Voorbericht bij DE STRATEGISCHE MODELPORTEFEUILLE - mid' 2017


Algemeen

De vaste lezer van mijn columns weet intussen wel hoe laat het is, ook al verkeert de day of reckoning vooralsnog in nevelen.  Deze leek zich aan te dienen na de val van Lehman in 2008 maar werd destijds met een buitengewone krachtsinspanning afgewend waartoe werkelijk alle “onoirbare” middelen geheiligd bleken. Als antwoord op een definitieve koopkrachtomslag werd een Strategische Portefeuille bijgevolg meer dan opportuun.  

 

Doordat de banken het krediet als vliegwiel van de economie om zeep hadden geholpen, probeerden de centrale banken dat euvel met geldverruiming en voortdurende marktmanipulaties – met name lage rentes (met afnemende risicopercepties tot gevolg!) en “geminimaliseerde”  edelmetaalprijzen (vanaf september 2011) in het kader van de valutastabiliteit – te compenseren. Hierop liet de Strategische Modelportefeuille vanaf 2009 (start QE) aanvankelijk zelfs een dalend patroon zien. Terwijl bij een feitelijke omslag het beeld evenwel precies omgekeerd zou zijn geweest.

 

Nu alle ‘dope’ nagenoeg is uitgewerkt, lijkt er sprake van enige bezinning te komen en zelfs van een verkapte kentering(?) na de verkiezing van Donald Trump tot president. Geplande renteverhogingen zullen het onderliggende probleem juist verder aanscherpen. Voor een compleet en gedetailleerd beeld per sector leest u alles in de Portefeuille en daarbij per fonds tevens hoe te handelen. Dit vraagt geen grote vermogens en is geschikt voor zowel kleinere en grotere (professionele) beleggers.

 

Gevoed door de vooralsnog lage rente blijkt de economie hier en daar weer wat aan te trekken, met ons landje thans in een voortrekkersrol maar dit vormt geen uitgangspunt voor een herstel van de wereldeconomie en evenmin voor een hogere beurs. Sterker, deze is in feite afhankelijk van een gezond fundament en niet van een ‘till the bone’ door schuld uitgewoond en vergiftigd mondiaal monetair systeem tot ruim driemaal het mondiale BBP ad $227 biljoen (bron: Weiss Research).

 

Gelet op het behoud van de koopkracht als prioriteit 2.0 is het voor de belegger – individueel en professioneel – zaak hierop zo goed mogelijk voorbereid en ingespeeld te zijn waarin basisbehoeften als water, voedsel, groene energie* én koopkracht buiten een dak boven het hoofd, centraal staan .

 

Vanuit deze situatie verdient het aanbeveling uw eigen portefeuille kritisch tegen het licht van de Strategische Modelportefeuille te houden en hiermee zo nodig aanpassingen aan te brengen. Bij twijfel of onzekerheid kan een ieder mij kosteloos consulteren dan wel om zijn/haar portefeuille te laten doorlichten. Noodzaak is afstand te nemen van “de waan van de dag”.

 

Meer dan ooit verkeert de beurs in een ‘ unchartered dangerous  territory’. Dat is het gevolg van het ruime monetaire beleid  en de hieruit voortvloeiende beursoploop die geen gelijke tred heeft weten te houden met de macro-economische ontwikkelingen. Sterker, er is sprake van een steeds grotere  disconnectie tussen het beurssentiment (marktperceptie) en de financieel/ economische onzekerheden.

 

Als gevolg van de in het verschiet liggende ontwikkelingen, durven de meeste bedrijven het nog niet goed aan om in kapitaalgoederen te investeren om op die wijze hun productiviteit en winstmarge te verbeteren. Gemakshalve worden liever de eigen aandelen met goedkoop geleend geld opgekocht om de aandeelhouders aan zich te binden. Daardoor stijgt weliswaar de winst per aandeel maar dat is meer schijn dan werkelijkheid omdat de winstpotentie als zodanig niet groeit. Bovendien vinden deze ‘buy backs’ (dikwijls met geleend geld!) plaats op een moment dat de koers op een ‘all time high’ staat. De ‘corporate  debt’ staat intussen op een stand van bijna ruim $11 biljoen (bron: Weiss Research) of op circa de helft van het Amerikaanse BBP. Zodra de rente stijgt zullen er vele  slachtoffers vallen!

 

Indicatoren
De door Dr. Robert Shiller ontwikkelde CAPE (Cyclically Adjusted Price-to – Earnings) Ratio gemeten over een 10-jarige periode vertoont al sinds langere tijd een stijgende tendens. Dat kan alleen wanneer de koersen op grond van verbeterde vooruitzichten stijgen of de winsten daarmee geen gelijke tred weten te houden maar dat gebeurt nú gelijktijdig. Als gevolg hiervan ligt de S&P mediaan met bijna 30 al sinds 2010 (begin QE) ver boven het historisch gemiddelde van 16. Op grond hiervan zou de Dow eerder rond het niveau van 11.500 punten moeten bewegen, gelijk aan een koersdaling van bijna 50%. Een dergelijke CAPE stand heeft zich maar tweemaal eerder voorgedaan met in beide gevallen desastreuze gevolgen.

Zo langzamerhand lijkt de impact van deze ontwikkeling in de beleggingswereld een beetje door te dringen. Het beurssentiment staat thans licht op “veranderlijk” dat op goed moment bij een onverwacht negatieve (rente) ontwikkeling des te gemakkelijker kan omslaan. Aanvankelijk ging de belegger er van uit dat er met Trumps uitlatingen (belastingverlagingen plus één biljoen aan investeringen in infrastructuur en bouw van de Mexicaanse muur) hogere winstvooruitzichten in het verschiet zouden liggen. Trump heeft intussen zijn positie er niet sterker op weten te maken terwijl bovendien de Fed nog steeds één of twee renteverhogingen achter de hand  houdt.

Bovendien zullen de belastingverlagingen alsook deze investeringen gefinancierd dienen te worden en opgeteld bij de budgettekorten eveneens belanden in het staatsschuld cohort.

 

Intussen liggen er meerdere beren op de weg met als belangrijkste een afnemend vertrouwen in de “kunsten” van de centrale bankiers, de vooralsnog nooit opgeloste bankencrisis alsmede de eerder aangekondigde renteverhogingen. De directe aanleiding voor het beursoptimisme in de afgelopen jaren was immers gelegen in de laagste ooit ZIRP en NIRP (zero of negatieve) rente met omgekeerd evenredig hoge koers/winstverhoudingen tot gevolg, leidend tot een minimale risicoperceptie. Je kunt stellen dat de centrale banken met dit beleid de risicoperceptie hebben versluierd.  Je vindt dit ook terug in de ultra lage standen van de Volatiliteitsindex (VIX). 

De risicopremies hebben betrekking op de opbrengsten en zijn bedoeld ter compensatie voor het risico van een mogelijk optredend verlies voortvloeiend uit onverwachte ontwikkelingen. Als je een aandeel koopt tegen een relatief (te) lage koers afgezet tegen de winstcapaciteit van een bedrijf met een relatief lage P/E ratio dan verlaag je hiermee je ‘downside’ risico. Of anders: de risicopremie verhoogt de ‘cost of capital’ voor de belegger. Dit legt een drempel om een te hoge risicobelegging aan te gaan.

 

Centrale banken leggen met hun rentebeleid de lat van de risicopremie al bijna 10 jaar tot ver onder het minimum dan wel de prijs van het risico. In feite wordt “het vangnet” onder het risico tegen een potentieel verlies weggenomen. Je vindt dit ook terug in de zgn. credit spreads in de US Treasuries alsook in de Credit Default Swaps (CDS).

Met deze uitslagen kun je vaststellen dat de centrale banken de risicoperceptie van de belegger in slaap hebben gesust. Vandaar dat de aandelenmarkten vooralsnog in een gematigd positieve  stemming verkeren, mede aangezet door het goedkope geld om bij te kopen. Dit betekent dat de financiële markten meer dan ooit zijn overgeleverd aan het fnuikende beleid van de centrale banken. Zodra de rente stijgt, komt er een einde aan deze “sprookjeswereld” .

 

De grootste hedge fund ‘legends’ als Stan Druckenmiller (Duquesne), Ray Dalio (Bridgewater), George Soros (Quantum)  en Paul Singer (Elliott Management Corp), elk met tientallen miljarden onder beheer zetten zeer grote vraagtekens achter dit voortdurende centrale banken beleid. Ze merken op dat er steeds meer geld verdwijnt in passieve fondsen zoals ETFs (Exchange Traded Funds) en index fondsen, wel aangeduid als ‘free trading on the capital commitments of others’ of nog sterker aangeduid als parasieten. Het grote risico bestaat hierin dat als de markt gaat kantelen dat dit een spoor van vernieling op de beurzen trekt, omdat dergelijke grote partijen als gevolg van liquidaties zeer grote hoeveelheden op de beurs moeten zetten met alle gevolgen van dien. Al in een eerder stadium heeft oud-Budget Director David Stockman hierop gewezen.

 

Een graadmeter die evenmin dagelijks wordt gevolgd is de snelheid van het geld in omloop die onverminderd een flink dalende trend vertoont en eveneens wijst op naderend onheil. Immers, naarmate de omloopsnelheid daalt, neemt de economische activiteit af. Ondanks alle verwoede pogingen om de economische groei te stimuleren blijkt hiervan tot dusver nog niet zo veel terecht te zijn gekomen, ook al lijkt hierin thans enige beweging te komen. De vooruitzichten van het IMF en de OECD geven voor de toekomst niettemin de nodige voorzichtigheid mee met licht neerwaarts gerichte groeiverwachtingen voor volgend jaar en 2019.

Evenzo geldt de Baltic Dry Index als een betrouwbare graadmeter die mondiaal de droge bulk vervoersstromen meet en al vanaf 2008/9 afstevent op een ‘all time low’. Werd hieraan in het verleden regelmatig gerefereerd, tegenwoordig is deze indicator naar de achtergrond verdrongen kennelijk vanwege de weerbarstige onomkeerbare trend. De BDI dient niettemin zeker niet uit het oog te worden verloren.

Kortom, er valt in wezen geen betere reële internationale (groei) indicator aan te wijzen anders dan die van schuldgroei en dit alles bijeen genomen levert niet bepaald een opwekkend perspectief op.

 

De ‘highs’ in 2008 werden genoteerd vlak vóór de val van Lehman, toen niets nog leek te duiden op de onderhuidse breuklijn die zich al “even” daarvoor met de déconfiture van Bear & Stearns in 2007 begon af te tekenen.

 

Terugblik

De voorgaande ontwikkelingen zijn uiteindelijk terug te voeren tot de historische datum van 15 augustus 1971 toen ‘tricky Dick’ Nixon - ‘I’m not a crook’ - de dollar loskoppelde van het goud (“tijdelijk” zei hij erbij) om daarmee ruim baan te maken voor een schuldcreatie zonder weerga. Zijn uitspraak werd gemotiveerd met: ‘to defend the dollar against the shadowy and intangible money speculators by removing its convertibility’ “loog” er niet om.  Even treffend waren z’n woorden: ‘I’ll promise you that the dollar will be as good as gold’. Hij moest daarbij wel even met z’n ogen knipperen.

In die tijd had niemand in de gaten wat de vergaande gevolgen zouden zijn van dit NOOIT meer teruggedraaide besluit. Evenmin was er geen econoom die er op wees dat hiermee de poorten open gingen voor een ongelimiteerde bijdruk van dollars en een gratis import inclusief olie. De V.S. “kampte” decennia lang met tekorten op de handelsbalans zonder dat iemand er om maalde.

 

Buiten de oprichting van de Federal Reserve Board in 1913 als quasi centrale bank die dit alles heeft gefaciliteerd, bleek de loskoppeling van de dollar de grootste miskleun in de vorige eeuw te zijn geweest, met het grootste “schuldcomplex” aller tijden tot gevolg (zie charts beneden). Hoewel dit tot dusver nog maar weinigen lijkt te beroeren, durf ik wel met zekerheid te stellen naar ‘the mad house’ te zijn verwezen door tien jaar geleden een dergelijk scenario te hebben aangekondigd. Om met koning Willem Alexander te spreken, “het is het welhaast onvoorstelbaar hoe snel het ongewone gewoon begint te worden”.

 

Het even onvoorstelbare gevolg: bij een stand van ca. 1.000 punten op 15 augustus 1971 en een goudprijs van $35 per ounce kocht je de Dow nog voor een slordige 30 ounces. Thans op een Dow stand van ca. 22.000 punten (all-time high) en goud op ca. $1.300 per ounce hoef je nog slechts 17 ounces neer te leggen, over koopkracht gesproken! Kortom, had je sinds die tijd nooit iets anders gedaan dan in goud dan zou je thans bijna tweemaal de Dow “op zak” hebben gehad. Ondanks alle malversaties, manipulaties en machinaties op de COMEX blijkt goud onverslaanbaar en om die reden inwisselbaar! Voorts na alle ‘riggings’ op het terrein van de edelmetalen, hypotheekproducten, LIBOR (London Interbank Official Rate) en valutamarkten resteert de vraag wanneer de ‘gold riggers’  aan de beurt komen om rekening en verantwoording af te (mogen) leggen. Ze doen dit open en bloot dus er hoeft niet naar daders te worden gezocht!

Maar zoals blijkt, schurken ook in Europa niet de minst onbelangrijke landen tegen een veel te hoge staatsschuld aan in verhouding tot het BBP. Bij de Akkoorden van Maastricht bij de opzet van de EMU (Europese Monetaire Unie) gold een maximale schuldquote van 60%!

 

Eindspel

Alles bijeengenomen voor JP Morgan intussen voldoende reden zich voor minstens 31 ton goud (geschat wordt een voorraad tot 186 ton) en 83 miljoen ounces zilver te verzekeren. Dat was een jaar geleden. Tot dusver houdt “dit huis” de kaken stijf op elkaar!

 

Het zou er op kunnen duiden dat JPM de contouren van “het eindspel” in zicht heeft gekregen en verwacht dat de “synthetische” goudmarkt op de COMEX in New York definitief z’n langste tijd gehad heeft en vervolgens de vraag naar het fysieke goud  z’n weerga niet zal kennen. Voor de belegger is het van groot belang om goud op de meest veilige manier te bezitten, dus in ieder geval niet via een goudrekening bij de bank noch in fysieke vorm in de kluis bij een de bank of een goud ETF (de Portefeuille geeft hierover gemotiveerd uitsluitsel). Het zelfde geldt overigens voor zilver, dat als commodity onder de BTW valt.

 

Eufemistisch gezegd mogen we concluderen dat de toekomst nog nooit om zoveel financiële aandacht heeft gevraagd als thans! Onverminderd de hoogste tijd om de ‘normalcy bias’ vaarwel te zeggen en terug te keren tot ‘back to basics’ waar het de facto om gaat!

 

Op grond hiervan vormt inschrijving op de Strategische Modelportefeuille anno 2017 de meest zinnige beslissing om straks niet verrast te worden door een totaal onoverzienbare ontwikkeling. Eenmalige inschrijving voor slechts 95 euro, met de mogelijkheid tot een kosteloos persoonlijk advies en toezending van mijn column. Aanmelding uitsluitend per email via info@robertbroncel.com.

 

Robert Broncel


Copyright,  juli 2017

 

Homepage | De Markt | Columns | Quotes| Archives | Private Equity | Aanmelden | Contact

 


Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2017 © Robert Broncel