Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

DE GROTE LIJN
(08 juni 2009)
 

Zelden is de afstand tussen de fundamentele en technische analyse zo groot geweest als de laatste maanden. Hetzelfde beeld zie je terug in de simultaan stijgende aandelen- en de dalende obligatieprijzen. Een grotere discrepantie (zie grafiek) is nauwelijks denkbaar!

Een en ander heeft te maken met de vertraging in de perceptie en de acceptatie van de realiteit die bovendien wordt vertekend door economen en analisten ‘met licht in de tunnel’. Beleggers zijn dan al snel geneigd weer over te gaan tot business as usual alsof er nooit een Lehman debâcle heeft plaats gevonden. Hebben we werkelijk het ergste gehad? Laten we kijken naar de fundamentele situatie.

 

Volgens een recent rapport van de B.I.S. (Bank of International Settlements) in Basel, ook wel het overkoepelend bankeninstituut genoemd, staat er nog een onoverzienbare berg van ruim 60.000 miljard dollar (ruim 10% meer dan het mondiale Bruto Product!) uit aan credit default swaps. Dit impliceert dat er in de veste verte nog geen einde van de krediet bubble in zicht is en dat de banken nog een lichtjaar binnen de gevarenzone verkeren. Dat is niet bevorderlijk voor een gezonde economische ontwikkeling, zoals we intussen hebben mogen ervaren.

 

Het oog van de storm

De Amerikaanse en Britse kapitaalmarkten bevinden zich thans in het oog van de storm. Zowel S & P als Moody’s hebben deze markten ‘on watch’ gezet. Dat betekent dat ze hun triple A status van kredietwaardigheid op termijn zouden kunnen verliezen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de rente maar ook voor de richting van de betreffende valuta’s. Met andere woorden: er hangen straffen in de lucht voor de ongebreidelde stijgingen van de geldhoeveelheid. Twijfels over de kredietwaardigheid vertalen zich in een lagere vraag naar staatspapier en bijgevolg in hogere rentes.

 

Onder deze omstandigheden wordt een hogere rente een sta-in-de-weg voor een mogelijk economisch herstelproces. In een stabiel ontwikkelende (wereld)economie met een stabiel financieel systeem is een hogere rente het recept voor een sterkere munt. In een (sterk) afzwakkende economie is er sprake van een omgekeerde beweging. Beleggers zijn dan alleen bereid om staatspapier op te kopen indien daar een hogere rente tegenover staat. Als de rente op langer lopende obligaties oploopt, vertaalt zich dat in inflatievrees. Om die reden vertoont de dollar ten opzichte van nagenoeg alle valuta’s een dalende trend.

 

Volgens het IMF stijgt het schuldniveau van de VS van 63% van het BNP in 2007 naar bijna 100% volgend jaar. De VS zijn hierin evenwel niet uniek, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. 

Overheidsschulden in procenten van het BNP*:

                                                                   2007                2010                     % verandering

 

VS                                                                63                    97                            +  54

UK                                                                44                    73                            +  65

Canada                                                          64                    77                            +  20

Japan (dramatisch!)                                        187                  227                            +  21

Duitsland                                                        64                    87                            +  36

 

* wereldwijd is er nu sprake van budgettaire tekorten ter grootte van ca. $ 6.000 miljard.

 

Ook dit is op zich al een belangrijk signaal. Immers, ook hier dringt zich een oplopende rente op en dat is zeer nadelig voor de hypotheekverstrekking. Eén op de zeven huiseigenaren in Amerika (ook met een prime mortgage) verkeert nu in een foreclosure of dreigt daar in te komen verkeren!

 

Ook al behouden deze landen hun triple A status (trouwens wat stelt die nog voor?) dan nog beweegt dit beleggers niet om meer langer lopende staatspapier te kopen. De Fed zal dan gedwongen zijn om de poorten voor schuldopname (quantative easing) nog verder open te zetten om een al te snel stijgende rente in te dammen. Vandaar de dalende trend van de dollar die wel gunstige effecten op de Amerikaanse export heeft. Aan de andere kant wordt de buitenlandse inkoop (bijv. energie) duurder en dat werkt inflatoir.

 

Enig alternatief

Er is maar één methode denkbaar om de schuld - BNP ratio terug te brengen en dat is stijging van het prijsniveau. Om de Amerikaanse staatsschuld op het niveau van 2008 terug te brengen, zou het prijsniveau reeds met 100% dienen te stijgen. Hiermee zou ook het BNP met 100% stijgen. Een dergelijke plotse prijsstijging zou de straten zwart tekenen. Men zou kunnen opteren voor een gefaseerde inflatie (koopkrachtdaling) van bijvoorbeeld 10% per jaar, zodat je dan in ruim 7 jaar het zelfde resultaat hebt bereikt. Tegen die tijd zou een euro

$ 2,80 kosten en een ounce goud $ 2.000. Een dergelijke jaar op jaar relatief hoge inflatie zou op zich al desastreuze gevolgen voor de economie hebben. De belegger houdt zich hiermee kennelijk nog niet bezig en lijkt intussen gewend aan:

 

  • de gigantische gaten die de credit bubble in de bankvermogens sloeg

  • de instortende hypotheek- en vastgoedmarkt met biljoenen verliezen

  • de biljoenen die op de beurs in rook opgingen (pensioenfondsen!)

  • de ongehoord sterke economische krimp gepaard met saillante faillissementen (eerst de banken, hypotheekbanken, nu ook de autobranche)

  • de steeds verder oplopende werkloosheid (onder de Clinton berekeningen thans 15,8%!)

  • sterk oplopende begrotingstekorten en schuldtoename

  • een onhoudbare staatsobligatiemarkt, waarmee het fundament van het internationale monetaire systeem dreigt weg te vallen

  • en een even onhoudbare dollar met ernstige gevolgen voor de wereldeconomie.

 

Ook wordt voorbijgegaan aan de integriteit en de ethiek binnen de Fed alsmede van de Britse centrale bank, die allesbehalve orde op zaken weten te stellen en als falend toezichthouder aan de basis van deze ontwikkelingen staan.

 

Opmerkelijk enthousiasme blijkt zelfs het gevolg, omdat de voorbije beursval overtrokken zou zijn. Deze mindset wordt intussen aangeduid als de stupidity bubble. Echter, als er niet adequate  noodverbanden worden aangelegd, lijkt financiële chaos het laatste perspectief! Econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz duidde hierop in een recent interview, waarvan meerdere media gewag maakten. Men kan slechts afwachten of er internationaal (IMF) voldoende consensus valt te vinden om spijkers met koppen te kunnen slaan.

 

In deze context werd onlangs in de Britse Economist een scène uit Julius Ceasar van Shakespeare aangehaald, waarbij Brutus zich 2000 jaar geleden tot Cassius keerde met de woorden:

 

                                             ‘There is a tide in the affairs of men

                                             Which, taken at the flood, leads on to fortune

                                             Omitted, all the voyage of their life

                                             Is bound in shallows and in miseries

                                             On such a full sea are we now afloat,

                                             And we must take the current when it serves

                                             Or lose our ventures’.  

 

Zonder harde saneringsmaatregelen lijkt ons lot beschoren in dat laatste zinnetje!

 

Robert Broncel

copyright 8 juni 2009

 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel