De OESO oordeelde vorige week dat de recessie
weer voorbij is. Da’s mooi, zou je zeggen maar wel met een paar
kanttekeningen. In de eerste plaats vangt een recessie pas aan
na twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei of krimp. De
omzwaai naar nieuwe groei ‘kost’ kennelijk slechts één kwartaal.
Voorts deed de organisatie van 28 landen nauwelijks of geen
uitspraken over de rest van het jaar. Dat deed de Fed intussen
wel, bevestigd door analisten met een groei van maar liefst 3%
tot 4% gedurende het lopende kwartaal. Deze aanmerkelijke groei
zou vooral het gevolg zijn van bedrijfsinvesteringen.
Betekenen deze uitspraken nu dat we de (niet
gerealiseerde) omslag intussen weer achter ons hebben gelaten?
Gegeven de onderliggende fundamentele oorzaken is er toch nog
weinig reden voor een positieve stemming ondanks deze positieve
boventoon.
De ‘positieve’ ontwikkeling
De belangrijkste positieve ontwikkeling voor dit
moment is de zojuist genoemde groei in de belangrijkste
OESO-landen. Dat gaf extra voedsel aan de onversaagd opgaande
beurstrend. Waardoor is deze groei tot stand gekomen? Doordat de
consument meer ging consumeren als gevolg waarvan de producent
meer ging produceren? Doordat de banken meer geld gingen
uitlenen? Doordat de werkloosheid daalde (laatste cijfer was 35
miljoen Amerikanen die van de zgn. food stamps moeten zien rond
te komen, terwijl de werkloosheid in Europa eveneens snel
oploopt)? Doordat de wereldhandel weer toenam (meer export, meer
import)? Meer transport? Allemaal neens!
Het vooropgezette plan van de centrale overheden
was om de economieën zodanig te stimuleren dat op z’n minst de
krimp tot een minimum beperkt zou blijven! De enorme kapitalen
die daartoe werden aangewend, kwamen regelrecht uit de geldpers
gerold, terwijl de schulden al een schier abstracte omvang
hebben aangenomen. Het sentiment diende hoe dan ook positief te
worden beïnvloed, ongeacht de enorme begrotingstekorten die
daarvan het gevolg zijn. Tegelijk werd er geen aandacht besteed
aan een andere uitspraak van de OESO, waarin werd verwacht dat
de wereldhandel dit jaar met 16% zou terugvallen. Je zou juist
zeggen dat deze uitspraak in tegenspraak is met de positieve
uitspraken.
Vervlogen hoop
In een tv-interview op deze gedenkwaardige 9/11
oreerde Alan Greenspan dat de menselijke aard (human nature) een
nieuwe mondiale financiële crisis onvermijdelijk maakt. Dit
heeft volgens hem te maken met de unquenchable capability
of human beings when confronted with long periods of prosperity
to presume it will continue (de onblusbare neiging van
de mens ten tijde van een lange periode van vooruitgang te
veronderstellen dat deze zich hoe dan ook voortzet). ‘Juist dit
geloof zette de mens aan tot speculatieve excessen met gevolgen
die de wereld reeds sinds de 18e eeuw hebben
getekend’. Voorts zei hij dat een vrije handel niet mogelijk is
met ‘highly restrictive, regulated domestic markets’. Doelde hij
hierop de machinaties en manipulaties van de markten? We zullen
het waarschijnlijk nooit weten.
Nieuwe hoop
Los van Greenspan’s uitspraken is de hoop nu
gevestigd op het overnemen van het stokje door de private
sector, in casu de consument en de producent, verder
gestimuleerd door overnames en de nagenoeg onverminderde groei
in Azië. Maar ook in China zijn er opeens 20 miljoen
geregistreerde werklozen bijgekomen en zijn er intussen ook een
kleine 200.000 bedrijven belly up gegaan. Tegelijk zijn
275 nieuwe (voornamelijk infrastructurele) projecten opgestart.
Natuurlijk, het Aziatische continent is onvergelijkbaar sterker
geworden vergeleken met de V.S. en Europa. Echter, juist door de
immense dollarreserves en de risico’s die daaraan kleven, begint
ment zich aldaar wel meer te bezinnen en te oriënteren op de
ontwikkeling van de eigen markten. Dat betekent bijvoorbeeld
meer appetijt voor overnames met name in de grondstoffensector
en minder appetijt voor de opname van buitenlands (lees
Amerikaans) schuldpapier.
Wat evenmin onvermeld mag blijven is dat er nog
meer dan $9.000 miljard aan de zijlijn geparkeerd staat om
(opnieuw) te worden belegd. Uit de hoogte van deze som spreken
op zich al voldoende vraagtekens ten aanzien van de huidige
beleggingsperspectieven.
Nieuwe risico’s
In de V.S. heerst er intussen een toenemende
angst voor een nieuwe ‘tidal wave’ nu op de commerciële
vastgoedmarkt (kantoorgebouwen, shopping malls, hotels en
industrieel vastgoed). Het gaat vooralsnog om een slordige $100
miljard die niet meer financierbaar is uit hoofde van de
gedaalde huurinkomsten, leegstand en gedaalde marktwaarde. Ook
in deze sector zijn de leningen leuk verknipt, verpakt en
verkocht aan banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen
en andere beleggingsinstituten. Opnieuw dreigt de overheid te
worden geconfronteerd met ‘to-big-to-fail’ situaties.
Voorts luidt de verwachting volgens Bank United
(deze zit er kennelijk niet bij!) dat er nog minstens 1.000
banken op de nominatie staan om om te vallen, omdat ze geen
staatssteun krijgen zoals de grootbanken. Het gaat voorlopig
‘slechts’ om het verdampen van nog eens een slordige $300
miljard. Het betreft vooral kleinere en middelgrote banken die
vooral het midden- en kleinbedrijf bedien(d)en.
Grootste risico
Het meest fnuikend zou een verder wegvallende
dollar zijn die moet leiden tot een hogere rente en direct zal
leiden tot een verdere terugval van de Amerikaanse economie. Het
terug schroeven van de grootschalige aankoop van Amerikaans
staatspapier door China zou daartoe de bekende druppel kunnen
zijn. De Chinezen hebben reeds op meerdere gelegenheden
aangegeven de quantative easing (draaien van de geldpers)
spuugzat te zijn. Daar komt nu het nieuws bij dat de V.S.
intussen aan buitenlandse banken ‘een faciliteit’ hebben geboden
om Amerikaanse staatsschuld te kopen met hen uit de geldpers
aangereikte dollars. Het zou in eerste instantie om ongeveer
$500 miljard gaan. Idioter moet het toch echt niet worden!
De gold bullion banks doen er intussen
alles aan om middels shorts de goudprijs onder druk te
houden en daarmee de dollar ‘op niveau’ te houden. Het een noch
het ander lijkt te lukken. De dollar zakt en bijgevolg het
spiegelbeeld goud stijgt en heeft de door de autoriteiten
gestelde bovengrens van $1.000 weer bereikt. Gezien het absurde
manipulatieve overheidsbeleid wordt thans openlijk gesproken van
organized crime syndicats, die doen denken aan de instituten
binnen de voormalige Sovjet-Unie. Een gezonde economie kan het
nu eenmaal nooit stellen zonder gezonde fundamentals.
Papieren tijger
Het huidige herstel duidt op niet meer dan een
door bankpapier ingezet herstel waarbij alleen slechts sprake is
van schuldstapeling, waarvoor de belastingbetaler straks het
gelag betaalt.
Intussen weten we ook dat de economische groei
van de afgelopen 25 jaar voornamelijk het gevolg is geweest van
de kunstmatig laag gehouden rente, waardoor de risicoperceptie
uit het oog werd verloren. Dat heeft de grote aanzet tot de
kredietgroei gegeven als gevolg waarvan de consumptie sterk werd
gestimuleerd. Derhalve waande men zich voor lange tijd rijk.
Echter, als je het krediet uit het circuit haalt, zou er
afgezien van de wetenschappelijke alsmede de technologische
vorderingen sinds 1980 nauwelijks sprake geweest kunnen zijn van
enige welvaartsstijging. Het krediet vormde het absolute
vliegwiel voor de groei gedurende de afgelopen 25 jaar.
Nu de banken weliswaar geholpen door de centrale
overheid weer over voldoende middelen beschikken, zijn ze nog
niet van hun schuld af. Gegeven het uiterst fragiele economisch
herstel staan de banken allerminst te dringen om weer geld uit
te lenen. Ze zetten het liever weer uit bij de centrale bank, al
is het maar tegen een minimale rente, of nog beter ze lossen
deze verschotten weer af om boetebetalingen te voorkomen.
Daarmee is de groei allerminst gediend.
Twee kwaden
Voorts dringt zich bij de centrale banken het
moment steeds meer op om de stimuleringen af te bouwen gezien de
zeer sterk oplopende tekorten en daarmee ook de staatsschuld.
Die zou dus blijven doorgroeien zonder dat hier enige dekking
tegenover staat, al was het maar de dekking van een aantrekkende
economie. Zodra deze echter aantrekt, dreigt de rente weer
omhoog te moeten om het inflatiegevaar de kop in te drukken. Nog
nooit is het inflatiegevaar zó groot geweest! Daarmee zou dan
een dubbele dip in gang worden gezet.
Het verschil
Omdat de huidige situatie volstrekt
onvergelijkbaar is met die van de jaren ‘30. Ja, ook toen was er
een groot schuldprobleem en ook toen was er sprake van een lage
economische groei. Maar die lage economische groei gold destijds
wereldwijd en dat is nu niet het geval. De grote trekkers China
en India met samen al één derde van de wereldbevolking deden
toen nog niet mee. Dat is nu beduidend anders. Met hun
schuldvrije reserveposities kunnen ze hun groei blijven
stimuleren zonder grote tekorten te veroorzaken. Het financieel
‘uitgewoonde’ Westen kan hier weinig tegenover stellen dan
kennis aan te leveren. Dit maakt nu het verschil. Hopen op een
beter scenario voor het Westen lijkt bijzonder ijdel. De enorme
schuldenberg is een te grote handicap om een gezonde groei
mogelijk te maken. Kortom, de groei geldt vooral de
niet-Westerse regio!
Robert Broncel
copyright 9 september 2009 |