Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

OBAMA’S ‘BIG DEAL’
(11 februari 2009)
 

Geïnspireerd door Roosevelt’s ‘New Deal’ heeft Barack Obama de onmogelijke taak op zich genomen om middels een grootschalig herstelprogramma de economische meltdown te neutraliseren, de economie nieuw leven in te blazen en een nieuwe gezonde basis mee te geven. Of Obama in deze opzet zal slagen, laat zich nauwelijks raden. De ontwikkelingen zijn onstuitbaar!

 

Tot dus ver wijken Obama’s programmapunten nog niet wezenlijk af van die van zijn voorganger Bush. Roosevelt bevond zich in 1933 in soortgelijke omstandigheden en koos destijds voor een dergelijk scenario, ingegeven door John Maynard Keynes die meende de depressie te kunnen bestrijden door de supply side middels sterk verhoogde uitgaven te stimuleren en de vraaguitval te stoppen.

 

De panacee van stimuleren

Met de goedkeuring van FDR’s New Deal (bankhervormingen, noodhulp, industriële hulpprogramma’s, banen-, landbouwprogramma’s) en de confiscatie van het goud belandde de Amerikaanse economie in een nieuwe, onbekende fase. Tot op heden weten we niet of deze programma’s wel enig nut hebben afgeworpen. Tot aan het uitbreken van WO II was de situatie niet veel beter dan in Japan anno 2009, dus na 20 jaar(!) stimuleringsbeleid. Wat deze oorlog duidelijk maakte, was dat de economische opleving in Amerika uiteindelijk het gevolg was van de sterk opbloeiende wapen- en daarmee de basisindustrie. Dat gold trouwens ook voor landen als Duitsland en Japan.

 

De Holy Grail van het stimulingsprogramma van Obama van circa 825 miljard dollar (+ +) is nu gericht op belastingverlichting, investeringen op het terrein van de gezondheid, onderwijs, veel nieuwe banen, infrastructuur, groene energie etc. Vanuit de private sector valt er voorlopig weinig te verwachten. Waarom zou je immers met een belastingdouceurtje van 3.000 dollar een nieuwe employé aannemen om een product in de markt te zetten dat niemand meer wil hebben.

 

Dit stimuleringsprogramma is er op gericht om de banken weer tot lenen aan te zetten en de consument weer geld te laten uitgeven. Het zelfde deuntje! Gebeurt dat ook?  De consument houdt onder deze omstandigheden liever de hand op de knip. Wat de economie zowel in 1933 als thans behoeft, is een hoge mate van schuldsanering en middelen om schulden te kunnen inlossen. Op de huidige ingeslagen weg doet men weinig anders dan te proberen met ‘de uitgifte van nieuwe credit cards’ meer schuld te maken. Voor de korte termijn mag dat enige verlichting geven, maar op de langere is er alleen sprake van meer schuld- en dus scheefgroei.

 

Of anders: de huidige schuldproblematiek wordt niet opgelost maar simpel doorverwezen naar de toekomst. Dit is natuurlijk geen reële oplossing maar leidt slechts tot vergroting van het probleem. De vraag is hoe lang hiermee nog kan worden voortgegaan. Het eerste duidelijke signaal is afkomstig van het Chinese partijpresidium n.l. door de VS verantwoordelijk te stellen voor de financiële wanorde die nu is ontstaan. Voor de opkomende landen met grote dollarreserves wordt dit als zeer pijnlijk ervaren. Zie verder in deze column.

 

Gevolgen

Zoals de situatie zich nu laat aanzien, zal het Amerikaanse begrotingstekort voor dit jaar uitmonden in het astronomische bedrag van ca. 2.000 miljard dollar. Mochten de belastinginkomsten als gevolg van afnemende bedrijvigheid tegenvallen dan kan het tekort de totale begroting van 2008 ad 2.900 miljard dollar zelfs overstijgen. Daar bovenop komt de staatsschuld van meer dan 10.000 miljard dollar. Voorts is er nog geen rekening gehouden met de financiering van de oorlog in Irak en Afghanistan. Evenmin met de nog niet gespendeerde TARP (Troubled Assets Relief Program) ad 520 miljard dollar (700 – 180 miljard dollar reeds uitgegeven). Daarmee zitten we op zich al tegen de 13.000 miljard dollar aan totale schuld! Waar moet dit geld vandaan komen? Van het kindermonopolie?

 

Ook mogen we de toekomstige garantieverplichtingen zoals die daar zijn van bijv. Fannie Mae en Freddie Mac met een totaal van meer dan 5.000 miljard dollar niet over het hoofd zien. Deze worden nog niet afgeschreven doch evenmin is bekend hoeveel hierop nog dient te worden afgeschreven. Pas als de Amerikaanse huizenmarkt is uitgebodemd (er moet nog zeker 15% vanaf, vooropgesteld dat de inkomens niet verder dalen!) komt er meer duidelijkheid. Voeg daarbij de sociale zorg- en medische verplichtingen voor de komende jaren geschat op zo’n 53.000 miljard dollar dan zitten we op een schuld van minstens 450.000 dollar per huishouden! Je zult maar Amerikaan zijn!

 

Nasleep van schuldverplichtingen

Optie 1 – schuld terugbetalen maar de schulden zijn té groot geworden

Optie 2 – faillissementsaanvragen maar grote banken en autoproducenten zijn too big too fail

Optie 3 – inflatie tot in de klucht.

 

De aandelenmarkt

De koers/winstverhouding op de Standard & Poor 500 staat thans nog op 15.2 implicerend 15,2 jaar voordat de belegger zijn investering heeft terugverdiend. In het verleden veerde deze  verhouding in tijden van recessie terug tot 10 en zelfs 7 in de periode na de eerste oliecrisis in 1973. Daarmee zou de S & P Index tenminste moeten terugvallen naar een niveau van 550 of lager. De Dow zou daarbij uitkomen op ca. 5200. Gerekend naar de dividend yield van 3,39% thans en een niveau van 6% in een baisse periode zou het dividend nog met 2,61% moeten stijgen. Dat zou betekenen dat de S & P omgekeerd met 43,5% zou moeten dalen. We komen dan uit op een stand van 470 punten. De S & P 500 zou een stand van 500 punten ‘eer aan kunnen doen’. Zowel de op- als neergaande markten overdrijven en is zelfs een dieptepunt van 400 niet ondenkbaar. Met een natte vinger zou de AEX daarmee op 125 punten komen. De verslechterende bedrijfsberichten zullen hiertoe verder de weg wijzen.

 

Schuldfinanciering

Nu de financieringscapaciteit vanuit het Verre Oosten (China) en Midden Oosten (olie)  afneemt, rest de Federal Reserve niet anders dan het schuldpapier van de Treasury (Amerikaanse ministerie van Financiën) op te kopen tegen het bijdrukken van dollars. Dat is fnuikend voor het vertrouwen in de Amerikaanse munt. Op z’n minst zullen buitenlanders een hogere vergoeding gaan eisen voor het opkopen van Amerikaans staatspapier. Dat betekent dat de rente omhoog moet in een economie die intrinsiek al zo sterk in de afdaling zit. Immers, er staat niets tegenover dan alleen papieren schuldbeloften! Maar wie blijft er in deze beloften geloven?  Alleen een runaway inflatie kan de schulden doen verdampen.

Hyperinflatie of niet, alle signalen wijzen op een verdere instorting van de wereldeconomie.   

 

Vergelijking met de jaren ‘ 30

De totale schuldenlast van de overheid plus de financiële sector plus het bedrijfsleven plus de consument bedroeg in 1933 ruim 160% van het BBP, thans is dat ruim 360%! In 1933 was Amerika veruit de grootste industriële natie ter wereld, rijk aan natuurlijke hulpbronnen en volledig onafhankelijk van buitenlandse olie-invoer. Een handelstekort kende men niet, ergo er was een overschot. De consument beschikte in die tijd naast een hypotheek ook veelal nog over spaargelden. Conclusie: de huidige situatie met een mondiale impact is veel ernstiger dan destijds.

 

Hoe nu verder?

Dit is de vraag die elke belegger telkens opnieuw bezig houdt. Afgaande op de visie van veel analisten en beleggingsdeskundigen zou het dieptepunt van de recessie gemeten aan het gemiddelde recessieverloop tegen het midden van dit jaar gepasseerd moeten zijn. Deze uitspraak is op niet meer gebaseerd dan wishful thinking. Zorgelijker is evenwel het feit dat men er in meerderheid vooralsnog van uit gaat dat het ‘slechts’ om een recessie gaat. Het blijkt dat men wezenlijk het verschil niet onderkent tussen de begrippen recessie, crisis en depressie.

.

Begrippen op een rijtje

  • recessie is een kortstondige cyclische neergang in de economie (gemiddeld 18 maanden)

  • crisis is het omslagpunt van hoog naar laag conjunctuur en omgekeerd

  • depressie staat voor een langdurige diepe economische neergang, als gevolg van een systeemcrisis analoog aan de jaren ’30.

 

De naam van de Russische econoom Nicolai Dimitriwitjs Kondratieff uit de jaren ‘20 is al meerdere malen in deze column gevallen. Ondanks zijn empirische bevindingen geniet hij nog steeds te weinig aandacht met zijn theorie van de lange en korte golfbewegingen. Hij baseerde de lange beweging op de ervaringen/herinneringen afgezet tegen de gemiddelde levenscyclus van de mens. In zijn tijd lag de gemiddelde leeftijd op 50 à 60 jaar. Thans is dat ruim 75 jaar. Juist omdat de meeste economen zich fixeerden op de kortere cyclus, werd hij naarmate de tijd vorderde steeds ongeloofwaardiger. Echter, gelet op de huidige levenscyclus laat het zich aanzien dat zijn theorie met de huidige ontwikkelingen in het vizier meer dan relevant is. We laten dit evenwel over aan de economische historici in de toekomst.

 

De essentie van de huidige crisis

In de jaren ’50 en ’60 probeerde elk land op z’n minst een evenwichtige monetaire balans na te streven, dus ook een balans tussen import en export, liever nog meer export dan import! Dat bracht extra goud in het laadje! Alleen voor de VS maakte het geen verschil, omdat de aan het goud gekoppelde dollar als reservevaluta werd misbruikt voor de financiering van de oorlog in Vietnam. Hier ligt de basis van de huidige depressie!

 

Het gevolg was dat de goudreserve hiertegen niet opgewassen bleek. Door de hoge financieringskosten van deze oorlog nam het vertrouwen in de dollar af. Voormalig president de Gaulle van Frankrijk gooide de knuppel in het hoenderhok en eiste goud (toen nog voor de prijs van US$ 35 per troy ounce) voor de aangeboden dollars.

 

Zoals reeds meerdere malen in deze column aangegeven, sloot de even voormalige president Nixon daarop op 15 augustus 1971 het goudloket om de goudvoorraad in Fort Knox niet verder te hoeven aanspreken en/of de dollar te devalueren. Nixon koos toen voor het advies van de befaamde econoom Milton Friedman en sloot daarmee de inwisseling van dollars tegen goud af en hielp daarmee Bretton Woods uit 1944 om zeep. Daarop dreef de handel slechts op ‘fiat money’ (niet gehinderd door enige dekking) en was er opeens sprake van zwevende valuta’s met een losse onderlinge relatie. Dat betekende dat alle andere valuta’s eveneens tot‘fiat valuta’ waren verworden. De cause célèbre was geschapen!

 

De dollar zette vanaf dat moment de daling in. Bijgevolg vonden er regelmatig muntaanpassingen plaats die schadelijk voor de handel waren. U herinnert zich de uitspraak van voorgaande Amerikaanse ministers van Financiën: ‘the dollar is our currency but your problem’.  Een eenheidsmunt moest in Europa een eind aan dit euvel maken.

 

Voor de meer op de VS georiënteerde landen (Azië en Midden-Oosten) gold de dollar als de belangrijkste valuta. Dat kostte geen goud, alleen bomen! Reeds in de jaren ’80 begon het handelstekort van de VS op te lopen tot een maximum van meer dan 60 miljard dollar per maand of 700 miljard dollar per jaar! Dus dat tekort werd letterlijk jaarlijks aan dollars geëxporteerd! ‘Vrijhandel’ en ‘globalisatie’ werden de nieuwe sleutelwoorden. Immers, de Amerikanen bleken alles inclusief olie ‘voor niets’ te kunnen kopen. De mooiste uitvinding was de export van hun hypotheek- en overheidsschuld! Het is onvoorstelbaar dat de gehele wereld zo lang in dit ‘sprookje’ is blijven geloven. Product van een geniaal geboefte!

 

Vrijhandel betekent ook kopen daar waar het goedkoopst is, dus in China en India. Dat kostte  wel banenverlies want complete Amerikaanse en ook Europese bedrijven ‘exporteerden’ hun productie naar Azië. Dit kon allemaal gebeuren, omdat er geen grens was aan de krediet- expansie noch aan de geldcreatie. Natuurlijk, de groei in Azië zou zich nooit in zo’n hoog tempo hebben kunnen voltrekken. Dat lijkt mooi maar niet als die groei weer moet worden ingeleverd! Het gevolg is dat de werkgelegenheid nu wereldwijd in het geding is!

 

Beleggen is vooruitzien

Gegeven de huidige ontwikkelingen is marktherstel op enige termijn buitengewoon onwaarschijnlijk. Het enige waarschijnlijke patroon is een L-vorm en niet een V-vorm grafiek. Het uitziekproces komt dan pas hard aan de oppervlakte. Als in dat bestek de grondstoffenprijzen weer mochten aantrekken, ligt inflatie op de loer met schuldverdamping in het kielzog. Misschien wel Obama’s last resort of ‘oplossing’. Hiermee is dan niets anders bereikt dan dat het onvermijdelijke mondiale verarmingsproces alsnog in werking treedt. Immers, (hyper) inflatie impliceert inlevering van (veel) koopkracht.

 

Hoe kun je verarming voorkomen?

Door de koopkracht in stand te houden. Dat zou natuurlijk van bovenaf moeten gebeuren door het institutionaliseren van een financiële balans zowel intern als tussen de diverse staten zodat een evenwichtiger conjunctuur ontstaat (hoofdtaak van de centrale bank!). Dat is echter niet mogelijk zonder een gezonde nieuwe goud/valuta koppeling waarin de schulden zullen moeten worden ‘geaccommodeerd’. Dat impliceert evenwel een veel hogere goudprijs. Dat is vooralsnog nog niet in zicht. Tot die tijd blijft de hamvraag onbeantwoord: hoe wordt het vertrouwen in het financiële systeem hersteld? De ervaring leert: hoe langer het uitstel, hoe dieper de val! ‘One day the bill must be settled!’

 

Gezien de huidige financieel-economische onevenwichtigheden en geringe uitzichten op een definitieve probleemsanering zijn alle beleggingscategorieën uit beeld, behalve grondstoffen in het algemeen en edelmetaal in het bijzonder. Waarom? Aangezien we niet zonder grondstoffen kunnen. Die zijn intussen zo sterk afgewaardeerd dat het nauwelijks of niet meer rendabel is om onder de huidige marktprijzen met winst te kunnen produceren. Gelukkig zijn de productiekosten intussen weer gedaald. Ongeacht de verder neergaande economie zal de vraag niet kunnen uitblijven en zullen de grondstoffenprijzen weer gaan stijgen zodra de voorraden zijn afgebouwd. Immers, wie wil er bijvoorbeeld straks zelfs met minder bestedingsruimte in de kou zitten?

 

Omdat het edelmetaal als enige handelsvaluta vertrouwen zal genieten, staat het niet alleen borg voor koopkrachtbehoud maar tegelijk voor koopkrachtverlies van het ‘geprostitueerde’ papiergeld. Als de goudprijs stijgt, daalt het vertrouwen in papier en omgekeerd.

 

Alle seinen voor goud onverminderd op groen:

  • structureel afnemende productie

  • afnemend goudaanbod door de centrale banken (nieuw aanbod zou thans meer dan ooit onverantwoord zijn!)

  • wereldwijd sterk oplevende vraag van fysiek goud als gevolg van het afnemend vertrouwen in papiergeld; gold is the ultimate currency hedge!

  • goudmarktmanipulatie waarmee wordt bereikt dat de goudprijs voor de korte termijn wordt daalt om de indruk te wekken dat het vertrouwen in het bankpapier toeneemt

  • de ongeremde geldgroei als middel tot muntdepreciatie in tegenstelling tot goud dat niet kan worden bijgedrukt

  • de bijna 0-rente opbrengst uit kortlopend staatspapier

  • er staat nog veel beleggingskapitaal aan de zijlijn

 

NB. volgens onze laatste informatie worden er momenteel op de COMEX weer posities ingenomen om een nieuwe prijsval van het goud te bewerkstelligen. Na deze eventuele prijsval zou dat opnieuw een uitstekend instapmoment zijn. De vraag blijft gewettigd hoe lang deze manipulaties (backwardation) stand houden gezien de steeds sterker wordende marktdruk,  resulterend in een zeer forse prijsstijging van het goud naar US$ 2.000 – US$ 3.000 met zilver in de slipstream naar US$ 40 – US$ 45 per ounce.

 

Robert Broncel



copyright 11 februari 2009

 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel