Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

LESSEN VOOR DE TOEKOMST
(29 april 2009)
 

Nu het ‘systeem’ in al z’n voegen kraakt, wordt het wel tijd hieruit lessen te trekken, niet alleen voor de korte maar vooral ook voor de langere termijn. Na de jaren’30 dachten we immuun te zijn voor een nieuwe crisis van een dergelijke orde. De oliecrises van 1973 en 1979, de Latijnse schuldencrisis en de vastgoedcrisis begin jaren ’80, de Wall Street Crash in 1987, de Japanse crisis in 1989 en volgende jaren, de pesocrisis in 1994, de Aziëcrisis in 1997 en de ‘tech wreck’ in 2001 werden alle ‘voor lief’ genomen.   

 

Verleden zonder doel

Terugblikkend naar het verleden kunnen in wezen alle crises worden herleid tot het ontbreken van enige doelgerichtheid en/of structuur anders dan zoveel mogelijk het eigen doel te dienen. Men begon in de 17e eeuw pas echt van het kapitalisme te spreken bij de uitgifte van de VOC actiën (aandelen) in 1606  - de eerste aandelenemissie ter wereld! Intussen valt een financiële wereld zonder het instituut van het aandeel en de beurs niet meer voor te stellen. Zonder de eerste beurs ter wereld in Amsterdam (1611) zou het VOC aandeel waarschijnlijk een schone dood zijn gestorven. Onze ‘gouden eeuw’ zou evenmin een lang leven zijn beschoren zonder het instituut van de Wisselbank, de voorloper van de Nederlandse bank, waar je papier altijd tegen goud kon inwisselen. Van het kapitalisme als systeem kon je evenwel niet spreken.

 

Heden zonder visie

Het meest kenmerkende van het kapitalisme was de bijna standaard geworden cyclische slingerbeweging als vaste ondertoon van de economie. Hoewel Kondratieff’s lange termijn benadering tot voor kort als gedateerd werd beschouwd, wordt de naam van deze Russische econoom intussen met steeds meer respect uitgesproken. Vooral nu niemand zicht heeft op een snelle verbetering, hoewel voortdurend wordt gesproken van ‘lichtpuntjes’, ‘einde van de tunnel’ of ‘minder vermindering van de vermindering’. Er wordt echter niet bij gezegd op grond van welke onderliggende bewegingen deze verbeteringen zich aftekenen, anders dan ‘beter’ bankennieuws, betere dan verwachte bedrijfsresultaten en ‘vertrouwen’ in de goede afloop van de bijgedrukte honderden miljarden aan geldinjecties.

 

Dit soort beweringen dient maar één doel: proberen uitstel van executie te bewerkstelligen, waartoe het rentebeleid en het opblazen van het geldcircuit als laatste redmiddel tot dus ver weinig of niets hebben opgeleverd. Hoe langer de resultaten uitblijven, hoe groter het ongeloof zou moeten worden. We kunnen kort en goed stellen dat de welvaart van de afgelopen 25 jaar ondenkbaar zou zijn geweest zonder het opendraaien van de kredietkraan, terwijl een degelijk onderpand feitelijk ontbroken heeft.

 

Bij het eveneens ontbreken van een noemenswaardige risicoperceptie zijn er de afgelopen jaren (top)hypotheken verstrekt op basis van de premisse van een lage rente en steeds stijgende huizenprijzen. Sterker, dikwijls behoefden hypotheekleningen niet te worden afgelost, terwijl anderzijds de overwaarde zo snel mogelijk te gelde kon worden gemaakt. Vreemd dat bankiers niet hebben stilgestaan bij de mogelijkheid van een stijgende rente en dalende huizenprijzen, terwijl dat ‘euvel’ zich immers ook al in het begin van de jaren ’80 had voorgedaan met dalingen tot 40% als gevolg!

 

Zolang men blijft denken dat het binnenkort weer business as usual wordt, denkt men onjuist!

 

Fout beleid

Waar (hypotheek)banken toch tenminste een onderpand verlangen, kunnen centrale banken vanuit het niets papiergeld als een schuldverplichting drukken zonder dat er wie dan ook enig zicht op een onderpand heeft anders dan inflatie of waardedaling van het geld. Want de rol van het goud als zekerheid is bij de ontkoppeling van de dollar (1971) uitgespeeld! Hoe kan het zijn dat tot dus ver geen politieke partij noch belastingbetaler hiertegen te hoop loopt?

 

Omdat het tot dus ver steeds goed is gegaan? Omdat we het overzicht missen of omdat het al zo lang is goed gegaan of omdat het vertrouwen in de financiële beleidsmakers nog niet voldoende is aangetast? Vermoedelijk kun je deze vragen op één hoop vegen! Het wachten is dan op de dag van de ‘great reckoning’. De bankiers en de politici hopen dan vrijuit te gaan. Immers, zij hebben er toch alles aan gedaan om deze “dag of slag” te voorkomen?

 

Anekdote

Op de dag dat president Nixon in 1971 de dollar formeel loskoppelde van het goud, verbleef ik in New York. Het werd meteen ‘the talk of the town’. In een gesprek met een bankier ’s avonds aan de bar van het hotel merkte ik op dat het dan wel de hoogste tijd werd om goud te kopen. De koppelingsprijs van het goud stond sinds Bretton Woods (1944) nog op $ 35 per ounce van 31,1 gram. Zijn antwoord klonk kort maar krachtig: ‘you must be out of your fucking mind’. Op dat moment voelde ik mij nogal aangesproken en vroeg hem op iets minder luidruchtige  toon waar hij de moed vandaan haalde om mij zo toe te spreken? Zijn antwoord klonk even kort als bondig: ‘a question like this must be from somebody without any understanding of an issue with such history!’ Mocht deze bankier nog leven dan weet hij wat dat zelfde ‘onsje’ intussen aan dollars kost om nog maar te zwijgen van wat het straks gaat kosten. In feite blijkt hieruit de echte inflatie!

 

Kern van het probleem

Immers, wat was ook weer de motivatie van Nixon om de dollar los te koppelen? Simpel, om aangeboden dollars niet langer tegen goud te hoeven omwisselen. Op deze wijze werd de deur ontsloten tot het vrijelijk drukken van bankpapier, hetgeen ook daadwerkelijk gebeurde om de steeds kostbaarder oorlog in Vietnam te kunnen blijven financieren. Op het moment van de ontkoppeling stond de dollar op f 3,60 of ca. 50 Belgische francs om in een luttel aantal jaren daarna terug te vallen tot bijna de helft. Daarmee werd de koopkracht van de dollar met ca. de helft uitgehold. We kenden vanaf die tijd het ‘systeem’ van de zwevende valuta’s. Bij gebrek aan beter bleef de dollar evenwel de rol van reservevaluta behouden. Dat is nu precies de kern van het huidige probleem.

 

Zelfzuchtige bankpolitiek

Bij de ontstentenis van een beter alternatief hebben de VS van deze rol optimaal misbruik kunnen maken door hun schulden eindeloos te blijven exporteren. Het zelfde gebeurde met de inflatie, die als gevolg van de waardedaling van de dollar en de gestegen olieprijs destijds extreem hoog was opgelopen.

 

Door voormalige Amerikaanse ministers van Financiën werd zelfs meerdere malen geroepen: ‘The dollar is our currency, but it is your problem!’ Intussen zit de gehele wereld opgezadeld met een schuld die niet meer is terug te betalen. Hierover hoor je nauwelijks een beleidsmaker! Amerika’s enige zorg was, is en blijft de economie gaande te houden. Dat is precies de taak waarmee de Fed werd uitgerust. Bekend was dat de economie zou krimpen bij een stijgende rente en omgekeerd. Dus de renteknop was en is de enige knop waaraan de Fed behoefde te draaien. 

Opgelegd pandoer

Vooral de OPEC mocht de olieprijs niet te ver opdrijven, zoals dat in de jaren ’70 was gebeurd. Toen Saddam Hussein dreigde deze ‘idylle’ te verstoren, werd in 1991 de Golf Oorlog geïnitieerd. Vanwege de grote financiële consequenties en het eventueel daaruit voortvloeiende machtsvacuüm wilde Bush Sr niet verder gaan dan het instellen van de zgn.

‘no-fly zones’, voldoende om de olierijke regio’s in het zuiden en noorden te beschermen.

 

Daarvoor had president Reagan de ‘grote’ Chinese leider Deng uitgenodigd voor een bezoekje aan de VS. De bedoeling van dit bezoekje was om Deng te verleiden de Chinese grens open te stellen, zodat de handel op gang kon worden gebracht. Door de opname van goedkope Chinese producten zou de inflatie in de Westerse wereld immers laag kunnen blijven.

 

De val van het communisme

In hun drang naar meer vrijheid hebben de studenten in 1989 (Plein van de Hemelse Vrede!) de aanzet gegeven tot wat nu bekend is als het ‘geleide’ kapitalisme. In Europa had de val van de muur in Berlijn iets later een soortgelijk effect, waarbij eveneens een groot potentieel van goedkope arbeid vrij kwam. Door de lange periode van relatief lage inflatie en bijgevolg lage rente nam ook de risicoperceptie af als gevolg waarvan banken meenden voor eigen gewin de meest ‘exotische’ producten te moeten samenstellen en uitbrengen.  

 

Het niet te keren schip

Voor de Amerikaanse leencultuur hield de lage rente in dat werkelijk alles tot meer dan 100% beleenbaar was. Uiteindelijk leidde de hieruit voortvloeiende vraag aanvankelijk tot een hogere inflatie en bijgevolg tot een hogere rente en de aanzet tot het inzakken van de huizenmarkt, met alle desastreuze gevolgen van dien. Vreemd dat er geen bankeconoom is geweest die z’n vinger heeft opgestoken. Of was men door bonussen zodanig verblind geraakt dat men alle gevoel voor oorzaak en gevolg had verloren? Een en ander is gestimuleerd door:

 

de navolgende manipulaties

1)  de te lang te laag gehouden rentevoet in de VS

2)  het kunstmatig laag gehouden inflatiecijfer door niet alle parameters (bijv. de huizenmarkt) op te nemen (core inflatie)

3)  de goudprijs kostte wat het koste zo laag mogelijk te houden, zodat de relatie met de geldontwaarding niet in het oog zou springen

4)  de ‘leading  indicators’ naar smaak ‘op te leuken’

5)  de ‘money supply’ niet meer te publiceren, zodat het ongebreideld geld bijdrukken geen probleem vormde zolang geen crediteur (China?) daarover maalde

6)  de ‘rating’ bureaus (Moody’s, Standard & Poor, Fitch) zonder medeweten van de buitenwereld gemene zaak te laten maken met hun opdrachtgevers (banken)!

 

Op deze wijze genoot de Amerikaanse regering het ‘voorrecht’ om:

a)  de miljarden verslindende binnenlandse beveiliging te kunnen ‘optimaliseren’  

b)  de honderden miljarden dollars vretende oorlog in Irak en Afghanistan te kunnen blijven financieren

c)  de belastingen laag te houden

d)  de staats-, handels alsmede de hypotheekschulden bij voortduring te kunnen blijven exporteren, zodat de staatsschuld intussen richting het BBP kon groeien

e)  belangrijk: een beeld te creëren waarbij de consument, de spaarder en de belegger   zich redelijk zorgeloos konden voelen.

 

Nu we dit alles weten, zouden we hiermee internationaal gecoördineerd korte metten moeten maken, op straffe straks nog veel meer te moeten inleveren vanwege het huidige failliete beleid. Sommige futuristen hebben reeds het woord ‘chaos’ in de mond genomen, indien er geen subiet einde wordt gemaakt aan alle manipulaties, machinaties en het dichten van de talrijke grote gaten, aangeduid als voodoo economics!

 

De eerste aanzetten tot schuldsanering zouden kunnen worden samengevat door:

<  de banken te dwingen opening van zaken te geven

<  de Fed te dwingen kenbaar te maken hoe groot de reële goudvoorraad in Fort Knox is

<  het creëren van een nieuwe reservemunt, bijvoorbeeld via de uitgifte van zogeheten

    Special Drawing Rights (valutamandje) door het IMF

<  een nieuwe rol voor het goud te introduceren

<  meer zeggenschap toe te kennen aan de opkomende economische machten als China en

    India, maar wellicht ook aan Brazilië en Rusland in internationale organen als het IMF en

    de Wereldbank en bijgevolg minder zeggenschap aan de VS

<  te komen tot een gezamenlijke mondiale aanpak van de huidige problematiek, waarbij maar

    eens goed gekeken dient te worden naar het Chinese model van het ‘geleide kapitalisme’.

 

Voorts zou er aandacht geschonken moeten worden aan de vraag op welke wijze er paal en perk te stellen aan de oneindige reeks van steeds weer opduikende crises.

Het ‘Leitmotiv’ daartoe zou duurzaamheid moeten zijn, zowel ecologische als economisch. Per slot zijn de meeste crises voortgekomen uit het ‘overtrekken’ van een bepaalde ontwikkeling zonder voldoende oog te hebben voor de gevolgen en zonder enige grondslag of doelstelling.

 

Robert Broncel

 


copyright 29 april 2009

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel