Aan de hand van de
zwabberende beurzen kun je de toenemende onzekerheid bij de
beleggers aflezen. Dat geldt de aandelenmarkt, de
obligatiemarkt, de grondstoffenmarkt en merkwaardig genoeg voor
het moment het minst de edelmetaalmarkt. Onzekerheid vind je
dikwijls ook terug in de volatiliteit die vanaf begin deze maand
een duidelijk opwaartse trend te zien geeft. |
Aanvankelijk waren de directe aanleidingen te
vinden in de onrust in het Midden-Oosten met de oplopende
olieprijs tot gevolg alsmede de wereldwijd oplopende inflatie.
Thans dreigt de inflatie versterkt te worden door de onzekerheid
met betrekking tot de continuïteit van de olieleveranties. Of
die echt in het geding komen, valt te betwijfelen daar ook
olie’gangsters’ inkomen behoeven. Het zal meer om de prijs dan
om levering gaan.
Wel zou vanuit een andere hoek de druk op de olieprijs verder
kunnen toenemen naarmate grote opkomende landen India en China
naar Amerikaans voorbeeld hun voornemens omzetten om hun veel te
geringe oliereserves te gaan uitbreiden. Uit de beide oliecrises
in de jaren ’70 hebben de Amerikanen de les geleerd een
strategische reserve met een minimale levensduur van minstens
drie maanden aan te houden. In de V.S. gaat het om een reserve
van ruim 725 miljoen vaten. Deze reserve zou thans een factor 3½
meer hebben gekost. China wenst tegen 2020 minstens dat
equivalent in voorraad te hebben. Het bezit thans een reserve
van ruim 100 miljoen vaten. India ligt met de huidige reserve
van nog geen 10 miljoen vaten verder achterop. Het vraagvolume
zal volgens het IEA op basis van deze reserve uitbreidingen tot
aan 2020 dagelijks met 200.000 vaten toenemen. Bovenop de
economische groei in deze landen leggen dergelijke plannen een
extra opwaartse druk op de olieprijs.
Nu een deel van de energieproductie in Japan is weggevallen en
de kerncentrales al dan niet kunnen worden herbouwd zal ook
vanuit Japan de olievraag navenant toenemen. Het land bezit zelf
geen oliebronnen behalve een vermeende in de buurt van een
betwist eilandenbezit met China. Al eens eerder heb ik in één
van mijn columns aangegeven dat de historie van de 20e
eeuw vooral door olie werd beheerst. Dat is nu nog steeds niet
anders met nieuwe risico’s. Zo konden er in WO I voor het eerst
vliegtuigen en tanks worden ingezet, waarmee oorlogvoering een
geheel nieuwe dimensie kreeg. Hitler zou zijn ideaal ‘ein VW auf
Je’ nooit weten te verwezenlijken zonder goedkope olie. Die
dreef hem richting Roemenië, de Kaukasus en vervolgens naar
Noord-Afrika. De V.S. onder Roosevelt hebben in 1941 - hoe wrang
nu - Japan onder zware druk gezet zich terug te trekken uit
China onder de dreiging van een olieboycot. Dat resulteerde in
de Japanse aanval op Pearl Harbor. Onze economische vooruitgang
na WO II zou zonder olie nooit stand zijn gekomen. Sterker, we
zouden ons wellicht nog door de tsjoek-tsjoek hebben moeten
laten voorttrekken.
Opvallend
Beslist opvallend is dat “men” voor het eerst bij toenemende
spanningen kennelijk niet meer in de dollar vlucht maar veeleer
in de euro, Zwitserse franc (geringere liquiditeit) en de
Japanse yen. Ook edelmetaal doet een beetje mee maar wordt
voortdurend neerwaarts “bij”gesteld. Een openlijke en
duidelijke aanwijzing dat het vertrouwen in de dollar afneemt!
Toevallig is dit niet, gezien de “dreigende” QE3 (derde
vergroting van de Amerikaanse geldhoeveelheid na juni a.s.) in
tegenstelling tot een dreigende renteverhoging uitgesproken door
ECB voorzitter Trichet. Een dergelijke uitspraak legt een vloer
onder de euro in relatie tot de dollar. Hierdoor ontstaat voor
Europa een concurrentienadeel op exportgebied maar daardoor
blijft de olie relatief goedkoop. Voor Trichet is het kiezen uit
twee “kwaden”.
Ongeacht de ingrepen van de centrale bankier is er geen sweet
solution meer. Gaat de rente in euroland omhoog dan dreigen
de PIIGS uit de boot te vallen. Dat zou zonder meer de beste
oplossing zijn omdat het anders goed geld naar kwaad geld
smijten blijft. Natuurlijk gaat dat ons allemaal veel geld (in
de bank- en pensioensector) kosten met gevolgen voor onze
levensstandaard. Maar beter nu het mes er in dan straks een
zwaard te moeten hanteren!
Achter de coulissen wordt al druk gespeculeerd
over “het laten vallen” van deze landen. Door de rente te laten
stijgen vallen de zwakke broeders vanzelf uit de boot. Dat zal
de “neuro” ten goede komen, terwijl de “zeuro”landen eindelijk
het “verdiende” heft in eigen hand krijgen.
Koopkracht, het parool!
Hoe langer de centrale bankiers de geldpers laten openstaan
hoe meer koopkracht verloren gaat en hoe meer we straks van de
verworven welvaart (sinds WO II) zullen moeten inleveren.
Depreciatie (waardevermindering) van een valuta leidt altijd tot
inflatoire prijsdruk. Zolang wereldwijd alle er toe doende
landen proberen het zelfde deuntje (geldkraan) te spelen, lijkt
die waardevermindering optisch mee te vallen. Intussen blijken
er onder aanvoering van de olieprijs steeds meer apen uit de
mouw te komen die tot voor kort met enig kunst- en vliegwerk nog
tot ruim onder $100 per vat kon worden gehouden.
De V.S. als verreweg de grootste schuldenaar ter wereld met meer
dan de helft van de uitstaande schuld ad $7,7 biljoen (12
nullen!) in buitenlandse handen heeft het meeste baat bij een
afwaardering van de munt. De schulden verdampen zo “op
natuurlijke wijze” terwijl de schuld daarvan bij de inflatie kan
worden gelegd. Het trieste ervan is dat de beleidsmakers nooit
zullen durven toegeven juist hiervan de oorzaak te zijn geweest.
Kortom, we hebben helemaal niets van het verleden geleerd. De
maffia zou de vingers er bij aflikken om op deze wijze legaal en
ongestraft te stelen van de koopkracht van de medeburger. Het is
werkelijk ongelooflijk dat deze perceptie bij het grote publiek
maar niet wil postvatten. We laten onze koopkracht c.q. ons
welvaartsniveau op flagrante wijze “uitwonen” zonder daartegen
in opstand te komen. Vroeger was het
‘young man go west’ maar thans is het ondanks Japan ‘young
man go east’.
Ongelooflijke uitspraken
Tegelijk lezen we dat de economieën in de westerse wereld
weer aantrekken, bedrijven sinds lange tijd weer investeringen
plegen, nieuw personeel aantrekken zonder dat margeverkrapping
tot dusver sterk naar buiten treedt. Margeverkrapping gaat
immers ten koste van de winst. Anderzijds, doorberekening van de
hogere kosten bij niet-stijging van de lonen leidt tot hogere
looneisen. Ook dat werkt inflatoir. Ben Bernanke wist er niets
anders tegenover te stellen dan dat de olieprijsstijging naar
alle waarschijnlijkheid slechts van tijdelijke aard zal zijn.
Immers een hogere olieprijs werkt in alle echelons van de
economie door. Maar kennelijk heeft hij het licht in de
olietunnel al gezien.
Ook voormalig Fed president Greenspan meende te geloven dat ‘
the United States is quickly moving toward a self-sustained
recovery, while Ben Bernanke has the tools to mop up the $2
trillion in printed money from the Fed once the time
comes’ (vertaald: dat de VS zich snel beweegt richting een
duurzaam herstel mede omdat ‘BB’ het gereedschap in huis heeft
om de $2.000 miljard aan gedrukt geld op te dweilen zodra het
moment daar is – intussen is dat bedrag aangegroeid naar $2.400
miljard!). Hij hield daarbij wel een paar slagen om de arm:
vooropgesteld dat je de gestegen olieprijs, de europroblemen en
de budgettekorten buiten beschouwing laat. Natuurlijk, als je op
deze wijze de patiënt van zijn aandoeningen ontdoet, is hij
bijna terstond hersteld. Anderzijds twijfelde Greenspan toch ook
wel aan zijn uitspraak door er aan toe voegen: ‘the
fascinating issue for forecasters is how to factor in all these
negatives?’, ofwel: hoe ga je als voorspeller met deze
negatieve issues om?
Tenslotte wist onze aloude Warren Buffett de beurzen in
vervoering te brengen met zijn uitspraak dat hij ‘still
believes that America’s best day is still ahead and my fingers
are getting itchy to step in’. Hij zit op een kasreserve van
$20 miljard die hij in Amerikaanse zou willen steken, terwijl
Greenspan nog geen dag later verklaarde ‘the stocks at a
premium’ te vinden, dus aan de dure kant. Rijm het maar doch
in verwarring kom je wel meer tegenstrijdige uitspraken tegen.
Alleen in “Disneyland” kun je “notoir” optimistisch blijven, ook
al zit het soms “even” tegen. Over koopkrachtverval wil men het
bij voorkeur niet hebben.
In plaats van de aankoop van fysiek edelmetaal boven een bedrag
van $10.000 te laten registreren ware het beter de vrije aankoop
ervan te stimuleren zoals dat intussen gebeurt in diverse landen
in Azië en het Midden-Oosten. Daar zijn de dollar en de euro al
sinds begin 2010 tot “besmette” valuta’s verklaard. Om deze
reden is vanuit die hoek de vraag naar goud en zilver nog nooit
zo groot geweest. Daarmee koop je straks alle hard (onder
de grond) and soft (boven de grond) commodities
Geloofwaardige uitspraak
Tenslotte waarschuwde Pimco’s El-Erian (‘s werelds grootste
obligatiefonds, onderdeel van de Duitse verzekeraar Allianz met
een beheerd vermogen van $1,24 biljoen) tijdens een interview
met Bloomberg TV twee weken geleden dat stagflatie breed op de
loer ligt. Stagflatie staat voor een stagnerende economie bij
oplopende inflatie. Hij voegde er verder aan toe: ‘the
performance of the dollar is a warning shot to America that we
cannot simply assume flight to quality and safety’
(vertaald: de beweging van de dollar is een duidelijke
waarschuwing dat deze niet langer opgeld doet voor een vlucht
naar kwaliteit en veiligheid). De vraag is daarbij wanneer de
euro bij ongewijzigd beleid eveneens “deze eer te beurt valt”.
Robert Broncel
Copyright 18 maart 2011
|