Header

Columns 2015 2014 2013 2012 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004

SPANNINGSVELDEN
(18 maart 2011)
 

Aan de hand van de zwabberende beurzen kun je de toenemende onzekerheid bij de beleggers aflezen. Dat geldt de aandelenmarkt, de obligatiemarkt, de grondstoffenmarkt en merkwaardig genoeg voor het moment het minst de edelmetaalmarkt. Onzekerheid vind je dikwijls ook terug in de volatiliteit die vanaf begin deze maand een duidelijk opwaartse trend te zien geeft.

Aanvankelijk waren de directe aanleidingen te vinden in de onrust in het Midden-Oosten met de oplopende olieprijs tot gevolg alsmede de wereldwijd oplopende inflatie. Thans dreigt de inflatie versterkt te worden door de onzekerheid met betrekking tot de continuïteit van de olieleveranties. Of die echt in het geding komen, valt te betwijfelen daar ook olie’gangsters’ inkomen behoeven. Het zal meer om de prijs dan om levering gaan.

Wel zou vanuit een andere hoek de druk op de olieprijs verder kunnen toenemen naarmate  grote opkomende landen India en China naar Amerikaans voorbeeld hun voornemens omzetten om hun veel te geringe oliereserves te gaan uitbreiden. Uit de beide oliecrises in de jaren ’70 hebben de Amerikanen de les geleerd een strategische reserve met een minimale levensduur van minstens drie maanden aan te houden. In de V.S. gaat het om een reserve van ruim 725 miljoen vaten. Deze reserve zou thans een factor 3½ meer hebben gekost. China wenst tegen 2020 minstens dat equivalent in voorraad te hebben. Het bezit thans een reserve van ruim 100 miljoen vaten. India ligt met de huidige reserve van nog geen 10 miljoen vaten verder achterop. Het vraagvolume zal volgens het IEA op basis van deze reserve uitbreidingen tot aan 2020 dagelijks met 200.000 vaten toenemen. Bovenop de economische groei in deze landen leggen dergelijke plannen een extra opwaartse druk op de olieprijs.

Nu een deel van de energieproductie in Japan is weggevallen en de kerncentrales al dan niet kunnen worden herbouwd zal ook vanuit Japan de olievraag navenant toenemen. Het land bezit zelf geen oliebronnen behalve een vermeende in de buurt van een betwist eilandenbezit met China. Al eens eerder heb ik in één van mijn columns aangegeven dat de historie van de 20e eeuw vooral door olie werd beheerst. Dat is nu nog steeds niet anders met nieuwe risico’s. Zo konden er in WO I voor het eerst vliegtuigen en tanks worden ingezet, waarmee oorlogvoering een geheel nieuwe dimensie kreeg. Hitler zou zijn ideaal ‘ein VW auf Je’ nooit weten te verwezenlijken zonder goedkope olie. Die dreef hem richting Roemenië, de Kaukasus en vervolgens naar Noord-Afrika. De V.S. onder Roosevelt hebben in 1941 - hoe wrang nu - Japan onder zware druk gezet zich terug te trekken uit China onder de dreiging van een olieboycot. Dat resulteerde in de Japanse aanval op Pearl Harbor. Onze economische vooruitgang na WO II zou zonder olie nooit stand zijn gekomen. Sterker, we zouden ons wellicht nog door de tsjoek-tsjoek hebben moeten laten voorttrekken.

Opvallend
Beslist opvallend is dat “men” voor het eerst bij toenemende spanningen kennelijk niet meer in de dollar vlucht maar veeleer in de euro, Zwitserse franc (geringere liquiditeit) en de Japanse yen. Ook edelmetaal doet een beetje mee maar wordt voortdurend neerwaarts “bij”gesteld. Een openlijke en duidelijke aanwijzing dat het vertrouwen in de dollar afneemt! Toevallig is dit niet, gezien de “dreigende” QE3 (derde vergroting van de Amerikaanse geldhoeveelheid na juni a.s.) in tegenstelling tot een dreigende renteverhoging uitgesproken door ECB voorzitter Trichet. Een dergelijke uitspraak legt een vloer onder de euro in relatie tot de dollar. Hierdoor ontstaat voor Europa een concurrentienadeel op exportgebied maar daardoor blijft de olie relatief goedkoop. Voor Trichet is het kiezen uit twee “kwaden”.

Ongeacht de ingrepen van de centrale bankier is er geen sweet solution meer. Gaat de rente in euroland omhoog dan dreigen de PIIGS uit de boot te vallen. Dat zou zonder meer de beste oplossing zijn omdat het anders goed geld naar kwaad geld smijten blijft. Natuurlijk gaat dat ons allemaal veel geld (in de bank- en pensioensector) kosten met gevolgen voor onze levensstandaard. Maar beter nu het mes er in dan straks een zwaard te moeten hanteren!

Achter de coulissen wordt al druk gespeculeerd over “het laten vallen” van deze landen. Door de rente te laten stijgen vallen de zwakke broeders vanzelf uit de boot. Dat zal de “neuro” ten goede komen, terwijl de “zeuro”landen eindelijk het “verdiende” heft in eigen hand krijgen.

Koopkracht, het parool!
Hoe langer de centrale bankiers de geldpers laten openstaan hoe meer koopkracht verloren gaat en hoe meer we straks van de verworven welvaart (sinds WO II) zullen moeten inleveren. Depreciatie (waardevermindering) van een valuta leidt altijd tot inflatoire prijsdruk. Zolang wereldwijd alle er toe doende landen proberen het zelfde deuntje (geldkraan) te spelen, lijkt die waardevermindering optisch mee te vallen. Intussen blijken er onder aanvoering van de olieprijs steeds meer apen uit de mouw te komen die tot voor kort met enig kunst- en vliegwerk nog tot ruim onder $100 per vat kon worden gehouden.

De V.S. als verreweg de grootste schuldenaar ter wereld met meer dan de helft van de uitstaande schuld ad $7,7 biljoen (12 nullen!) in buitenlandse handen heeft het meeste baat bij een afwaardering van de munt. De schulden verdampen zo “op natuurlijke wijze” terwijl de schuld daarvan bij de inflatie kan worden gelegd. Het trieste ervan is dat de beleidsmakers nooit zullen durven toegeven juist hiervan de oorzaak te zijn geweest. Kortom, we hebben helemaal niets van het verleden geleerd. De maffia zou de vingers er bij aflikken om op deze wijze legaal en ongestraft te stelen van de koopkracht van de medeburger. Het is werkelijk ongelooflijk dat deze perceptie bij het grote publiek maar niet wil postvatten. We laten onze koopkracht c.q. ons welvaartsniveau op flagrante wijze  “uitwonen” zonder daartegen in opstand te komen. Vroeger was het ‘young man go west’ maar thans is het ondanks Japan ‘young man go east’.

Ongelooflijke uitspraken
Tegelijk lezen we dat de economieën in de westerse wereld weer aantrekken, bedrijven sinds lange tijd weer investeringen plegen, nieuw personeel aantrekken zonder dat margeverkrapping tot dusver sterk naar buiten treedt. Margeverkrapping gaat immers ten koste van de winst. Anderzijds, doorberekening van de hogere kosten bij niet-stijging van de lonen leidt tot hogere looneisen. Ook dat werkt inflatoir. Ben Bernanke wist er niets anders tegenover te stellen dan dat de olieprijsstijging naar alle waarschijnlijkheid slechts van tijdelijke aard zal zijn. Immers een hogere olieprijs werkt in alle echelons van de economie door. Maar kennelijk heeft hij het licht in de olietunnel al gezien.

Ook voormalig Fed president Greenspan meende te geloven dat the United States is quickly moving toward a self-sustained recovery, while Ben Bernanke has the tools to mop up the $2 trillion in printed money from the Fed once the time comes’ (vertaald: dat de VS zich snel beweegt richting een duurzaam herstel mede omdat ‘BB’ het gereedschap in huis heeft om de $2.000 miljard aan gedrukt geld op te dweilen zodra het moment daar is – intussen is dat bedrag aangegroeid naar $2.400 miljard!). Hij hield daarbij wel een paar slagen om de arm: vooropgesteld dat je de gestegen olieprijs, de europroblemen en de budgettekorten buiten beschouwing laat. Natuurlijk, als je op deze wijze de patiënt van zijn aandoeningen ontdoet, is hij bijna terstond hersteld. Anderzijds twijfelde Greenspan toch ook wel aan zijn uitspraak door er aan toe voegen: ‘the fascinating issue for forecasters is how to factor in all these negatives?’,  ofwel: hoe ga je als voorspeller met deze negatieve issues om?

Tenslotte wist onze aloude Warren Buffett de beurzen in vervoering te brengen met zijn uitspraak dat hij ‘still believes that America’s best day is still ahead and my fingers are getting itchy to step in’. Hij zit op een kasreserve van $20 miljard die hij in Amerikaanse zou willen steken, terwijl Greenspan nog geen dag later verklaarde ‘the stocks at a premium’ te vinden, dus aan de dure kant. Rijm het maar doch in verwarring kom je wel meer tegenstrijdige uitspraken tegen. Alleen in “Disneyland” kun je “notoir” optimistisch blijven, ook al zit het soms “even” tegen. Over koopkrachtverval wil men het bij voorkeur niet hebben.

In plaats van de aankoop van fysiek edelmetaal boven een bedrag van $10.000 te laten registreren ware het beter de vrije aankoop ervan te stimuleren zoals dat intussen gebeurt in diverse landen in Azië en het Midden-Oosten. Daar zijn de dollar en de euro al sinds begin 2010 tot “besmette” valuta’s verklaard. Om deze reden is vanuit die hoek de vraag naar goud en zilver nog nooit zo groot geweest. Daarmee koop je straks alle hard (onder de grond) and soft (boven de grond) commodities

Geloofwaardige uitspraak
Tenslotte waarschuwde Pimco’s El-Erian (‘s werelds grootste obligatiefonds, onderdeel van de Duitse verzekeraar Allianz met een beheerd vermogen van $1,24 biljoen) tijdens een interview met Bloomberg TV twee weken geleden dat stagflatie breed op de loer ligt. Stagflatie staat voor een stagnerende economie bij oplopende inflatie. Hij voegde er verder aan toe: ‘the performance of the dollar is a warning shot to America that we cannot simply assume flight to quality and safety’ (vertaald: de beweging van de dollar is een duidelijke waarschuwing dat deze niet langer opgeld doet voor een vlucht naar kwaliteit en veiligheid). De vraag is daarbij wanneer de euro bij ongewijzigd beleid eveneens “deze eer te beurt valt”.

Robert Broncel


Copyright 18 maart 2011

 
 
<< vorige volgende >>
 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel