Header

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

2008

2007

2006

2005

2004

“GRIP OP JE VERMOGEN”
(24 april 2012)
 

Voor het bijwonen van de beleggingsconferentie onder deze titel in het World Forum in Den Haag op vrijdag 20 april j.l. kwamen een paar duizend beleggers af. Overspoeld met een stortvloed aan informatie is het maar de vraag wat je onder je onder “grip op je vermogen” verstaat.

 

Zo was opvallend dat edelmetaal - niet toevallig de best presterende vermogensklasse deze eeuw - niet in beeld is geweest. Anderzijds wel logisch want daaraan hebben marktpartijen als ING Bank, BNP Paris Bas, RBS en Robeco hoegenaamd geen boodschap. Men hield het bij (hoogdividend) aandelen, staatsobligaties in “veilige” landen, sparen en opkomende markten.

 

Evenmin werd aandacht besteed aan de gigantische buitengewoon risicovolle en volledig ondoorzichtige derivatenmarkt die volgens de Bank of International Settlements (BIS) in Basel thans een omvang van $550 biljoen (12 nullen) zou hebben. De Financiële Telegraaf besteedde hieraan in een artikel “Markt rentederivaten onvoorstelbaar groot” van 21 dezer eveneens aandacht. De derivatenmarkt dateert van de negentiger jaren in de vorige eeuw maar is pas deze eeuw tot “volle” wasdom gekomen (zie ook mijn column van 29 november 2006 onder de titel “Olifant in de Pels”). Het risico schuilt zowel in de griezelig grote omvang als in het feit dat deze (flits)handel zich tot dusver geheel aan enig toezicht weet te onttrekken.

 

Volgens de Amerikaanse Office of the Controller of the Currency (OCC) gaat het volgens de laatste bevindingen zelfs om een totaal van $707 biljoen. Dat is bijna 13 maal het mondiale Bruto Product. Deze ‘casino business’ staat voor ruim 95% “onder regie” van de grootste banken in de V.S. en voorts van Deutsche Bank, HSBC, Banque Générale, UBS en zo nog een paar grote banken. In een artikel op Zerohegdge met de aanhef ‘The Mother of All Infographics: Visualizing America’s Derivatives Universe’ van 19 april j.l. stond een link met de aanduiding ‘friends from demonocracy’ waarin onder de titel ‘Derivatives: the Unregulated Global Casino for Banks’ op “plastische” wijze werd weergegeven voor welk bedrag hierin geparticipeerd wordt. Nu is het niet zo dat het om het totaal uitstaande risicokapitaal gaat maar “slechts” om de helft hiervan. Immers, om een dergelijk contract aan te gaan heb je altijd 2 partijen nodig. Als de één wint, verliest de ander. Dus het reële risico is dan de helft minus de onderliggende zekerheden voor wat die dan waard zijn. Dit risicokapitaal is overigens voortdurend groeiende.

 

In de inleiding van dit artikel stond dat er in feite geen econoom ter wereld kennis heeft van de werking en kapitaalbewegingen binnen deze “markt”, terwijl de handel zich in microseconden voltrekt. Er bestaat geen zicht op de gevaren maar zo werd er bij gezegd: ‘but considering the global financial crisis this system is in for tough times’ (gegeven de mondiale financiële crisis gaat dit systeem zware tijden tegemoet). Gezien de omvang van deze “tak van sport” zal een nieuwe Lehman (destijds met een deficit van “slechts” $70 miljard) de directe  en definitieve dolksteek voor het gehele internationale monetaire systeem betekenen.

 

De laatste cijfers

Een ander groter/grootst gevaar schuilt in de centrale bankcijfers. Zo heeft de Fed haar schuldbalans vanaf 2008 van ca. 6% van het Amerikaanse BBP bijna zien verdrievoudigen naar 17%. De balans van de Engelse centrale bank sluit hierop naadloos aan. De ECB heeft haar balans van 20% naar zelfs 30% zien oplopen maar hiertegen staat een hogere goudvoorraad uit. Totaal is er door de 4 grootste centrale banken ter wereld voor meer dan $10 biljoen het geldcircuit ingeblazen zonder dat dit tot noemenswaardige economische groei heeft bijgedragen. Voeg hierbij de meer dan een biljoen aan nagenoeg waardeloos PIIGS staatsschuldpapier die Europese commerciële banken en pensioenfondsen op de balans hebben staan, plus een kleine $300 miljard bij Amerikaanse banken in dit papier dan wordt duidelijk hoe groot de spanning op dit kaartenhuis is geworden. Het woord “desintegratie” is intussen al gevallen. 

 

Deutsche Bank verklaarde in dit kader vorige week nuchter dat het ergste van de mondiale crisis nog moet komen. De bank vraagt zich in alle gemoede af hoe lang de digitale geldpers nog geloofwaardig blijft. De kapitaalmarkten zijn intussen bezig de winsten weer in te leveren die volgden op de lancering van de €1 biljoen LTRO (Long Term Refinancing Operation) in Europa en Operation Twist in de V.S. Een index die nauwlettend door banken wordt gevolgd is de Markit iTraxx Western Europe die de “kwaliteit” van de CDS (Credit Default Swaps) op de overheidsschuld meet. Deze was vorige maand met maar liefst 26%(!) gestegen of het  vertrouwen was met 26% gedaald.

 

Een andere manier om de problemen in de eurozone te meten is TARGET (Trans-European Automated Real-time Gross Express Transfer System) dat de geldstromen tussen de diverse deelnemers in de eurozone volgt. Deze laat de snelle opeenstapeling van PIIGS schulden op de balans van de centrale banken van met name Duitsland, Nederland, Luxemburg en Finland zien. Hoewel een zeer onwenselijke ontwikkeling, werd hiermee tot dusver de instorting van Griekenland voorkomen. TARGET wordt vooral door de centrale banken gevolgd en is bij beleggers veel minder bekend.

 

Tekenende trends

Gegeven deze buitengewoon zorglijke ontwikkelingen zie je dat China zich intussen op de onvermijdelijke desintegratie van het huidige monetaire systeem voorbereidt. Er is reeds nauw overleg gaande met diverse landen in Azië en ook met Rusland, Brazilië, Venezuela en zelfs met Japan om te komen tot onderlinge afspraken. Landen als India en Zuid-Afrika hebben eveneens belangstelling getoond. Ook de rest van het grondstoffenrijke Afrikaanse continent dat steeds meer op China georiënteerd raakt zal hierin ongetwijfeld volgen.

 

Schokkend was voorts het nieuws van de London Metals Exchange (LME) die haar leden formeel heeft gevraagd de in pond sterling, dollar, euro en yen genoteerde contracten om te zetten in Chinese renminbi. Het gaat hier om een beurs met een jaarlijkse omzet van ruim $11 biljoen. Hiermee wordt vooruit gelopen op de toekomstige rol van de CNY als nieuwe reservevaluta. Bovendien heeft China met ruim 40% een buitengewoon belangrijk aandeel in deze markt. Ook de Hong Kong Exchanges and Clearing (HKex) heeft plannen aangekondigd om in CNY genomineerde commodity futures te gaan uitbrengen, terwijl de Hong Kong Mercantile Exchange (HKMex) voornemens is CNY goud- en kopercontracten te lanceren.

De COMEX in New York staat bijgevolg ernstige concurrentie te wachten.

 

Zelfs de United Nations Conference on Trade and Development en het IMF hebben aangegeven dat het huidige valutasysteem als bindmiddel van de wereldeconomie gegeven de huidige financiële en economische crises niet langer adequaat functioneert en vervangen dient te worden door een nieuwe mondiale munt! Deze denkrichting wordt nog eens versterkt door de boycot op Iran en de blokkade van het betalingsverkeer in dollars die als een boemerang op het systeem werken.

Hiermee wordt in feite het einde van de economische wereldmacht van de V.S. ingeluid. Deze macht werd vooral zichtbaar middels de introductie van de petrodollar, voortvloeiend uit de afspraak tussen president Nixon en koning Feisal van Saudi-Arabië na de OPEC boycot in 1973. Op grond hiervan zou olie uitsluitend in dollars worden geleverd in ruil voor militaire bescherming tegen de Soviets en potentiële agressoren als Irak en Iran. Met de oliedollars had de V.S. gratis beschikking (de dollar was sinds 1971 losgekoppeld van het goud) over olie en hoefde er thuis niet meer zo hard te worden geboord. De productie nam sinds die tijd dan ook gestaag af.  

 

Naarmate de rol van de dollar uitgespeeld raakt en de V.S. niet langer beschikking heeft over gratis import van welke goederen dan ook zal het met de V.S. en Europa in het voetspoor snel zijn gedaan. Het in dollars en euro’s rustende schuldencomplex maakt die situatie nog complexer. Waarom wordt er in de mainstream media zo weinig aandacht aan deze ontwikkelingen geschonken en evenmin aan de voortdurende goudaankopen van centrale banken in Azië en Zuid-Amerika? Je zou denken dat er bij ons hierop “van bovenaf” een embargo rust.

 

Onzichtbare goudkoppeling?

De gevolgen voor de waardeontwikkeling van edelmetaal laten zich raden. Intussen lijkt de Fed op grond van de continue “bijsturing ” op de COMEX aan te sturen op een gecontroleerde stijging van het edelmetaal. Volgens marktkenner Rickards zou dit zeer goed kunnen gezien het feit dat de goudprijs na de val in september vorig jaar tussen $1.625 en $1.725 vigeert. Hij had op basis van de thans uitstaande geldhoeveelheid gedeeld door de verondersteld aanwezige goudvoorraad in de V.S (8.133 ton X $1.650 per ounce) berekend dat er een dekkingspercentage van 17% zou uitrollen (kennelijk geen toevallig cijfer!). Een dergelijk percentage (gemiddeld 20%) gold ook ten tijde van de Gouden Standaard.

 

Daar quantatitive easing to infinity in dollars, euro’s, ponden en yen het enige perspectief is dat “onze” beleidsmakers nog te bieden hebben, maakt onvermijdelijk dat de verder stijgende geldhoeveelheid de prijs van het goud navenant in de greep zal houden. Zodra inflatie de overhand krijgt en de reserverol van de dollar “antiek” wordt, krijgt edelmetaal met alle andere grondstoffen een geheel ander prijskaartje.  

 

Jammer dat de toehoorders van deze conferentie dergelijke cruciale feiten en ontwikkelingen werden onthouden. Over “grip op je vermogen” gesproken!

 

Robert Broncel

Copyright, 24 april 2012
 

 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel