Terwijl zich steeds meer een gevoel van onbehagen
begint af te tekenen vragen we ons af hoe het mogelijk is dat de
beurs het nog zo “goed” doet, de rente en de inflatie
“onbedaarlijk” laag blijven, de obligatiebubbel nog niet is
geïmplodeerd, het fysieke edelmetaal de ondergrens opzoekt en de
aandeeltjes in een onevenredige cadans hiermee steeds verder
wegzakken. Krankzinnigheid kent kennelijk geen tijd. Sterker, in
een krankzinnige tijd blijkt “krankzinnigheid” steeds meer als
normaal te worden ervaren.
Wie in 2007 had durven voorspellen dat de
grootbanken voor de poorten van de hel weggesleept zouden worden
en thans grotendeels aan het staatsinfuus hangen, of dat de
centrale banken de economie met uitzinnige geldinjecties wel
“even” nieuw leven zouden inblazen, of een ware valutaoorlog
zouden ontketenen en de geldmarkten op bijna ludieke wijze
manipuleren, zouden waarschijnlijk rechtstreeks zijn
doorverwezen naar het eerste het beste krankzinnigeninstituut.
Na 5 jaar systeemcrisis en steeds grotesker manipulaties laten
we alles maar gelaten over ons heen komen met een gevoel van “na
ons de zondvloed”. Met als enige resterende hoop dat zulks ons
niet zal overkomen en hopelijk onze (klein)kinderen ook niet.
‘Fiscal Child Abuse’
Terwijl de monetaire storm de golven tot
hurricane hoogte opzwiept, zitten de centrale bankiers
rustig een potje “moneypoly” te spelen alsof ze bijvoorbeeld van
de vermaarde professor Kotlikoff van de Boston University –
o.m. presidentieel adviseur – nog nooit vernomen hebben. In
ettelijke artikelen heeft hij duidelijk gemaakt dat we met de
huidige centrale bankenpolitiek rechtstreeks op een monetair
“Armageddon” afstevenen, slechts vergelijkbaar met de val van
vroegere wereldrijken. Met de uitstaande berg aan biljoenen en
triljoenen schuld klaagt hij deze bankiers aan wegens fiscal
child abuse’ of in gewoon Nederlands “fiscaal
kindermisbruik”. Immers, zij krijgen verreweg het grootste deel
van deze absurde rekening gepresenteerd!
Goud niet aan te slepen
Nu de ontwikkelingslanden intussen meer volwassen
zijn geworden dan wij, weet men daar ook op welke wijze in onze
contreien met het fiatpapier wordt omgesprongen en wordt er
dankbaar gebruik gemaakt van de relatief laag gehouden goudprijs
of béter: van de kunstmatig hoog gehouden wisselkoers van het
fiduciaire (vooral vertrouwenwekkende!) papieren
ruilmiddel. Goud was in 2012 slechts met 7% gestegen en ziet op
het moment van schrijven die winst al weer ruim gehalveerd.
De World Gold Council (WGC) rapporteert keer op
keer nu voor het 12e opeenvolgende jaar dat de
centrale bankiers buiten Europa, V.S. en Japan record op record
stapelen als het gaat om de aanvulling van hun goudreserves.
Vreemd dat we aan deze zijde al “uitverkocht” zijn en dat bij de
immer oplopende goudaankopen de prijs nauwelijks of niet meer
stijgt. Dat kan alleen als het aanbod gelijke tred met de vraag
weet te houden!
Echter, het scrap(afval)aanbod is grotendeels
weggevallen, nieuwe vondsten schaarser worden, de
wereldproductie nauwelijks toeneemt, terwijl de grootste
goudproducerende landen China en Rusland al het gedolven goud
rechtstreeks in hun “onderaardse gewelven” onderbrengen. Dit is
puur en alleen omdat er geen enkel vertrouwen meer is in de eens
zo machtige dollar, euro of yen. Het huidige systeem blaast
zich bijgevolg vanzelf op en vanaf dat moment zou er voor eens
en altijd met dat ongedekte papieren systeem afgerekend moeten
worden om te voorkomen dat dit opnieuw verwordt tot het
“speeltje” van politici en het pepetuum mobilae in stand blijft.
De rol van de World Gold Council
Opmerkelijk dat dit zelfde instituut, door ’s
werelds grootste goudproducenten in 1987 opgezet, nu voornemens
is de centrale bankiers “bij te scholen” hoe met goud om te
springen. Ja, dit is geen grap want er is voor dit 3-daags
seminar met een tijdsaanduiding in maart a.s. met de Berkeley
Universiteit in Californië als locatie en “Gold Reserves
Management” als onderwerp wel degelijk sprake van een serieuze
opzet. Wat hieruit moet worden afgeleid is dat het in ieder
geval om meer moet gaan dan alleen over “edelmetaal in opslag”.
Eén van de lectoren zou Kenneth Sullivan zijn die
doorgaat voor IMF’s Representative on the International
Financial Reporting Standards Advisory Council, een mondvol voor
een onderdeel dat nagenoeg niemand kent. Hij weet als geen ander
hoe je de buitenwereld buitengewoon onkundig moet laten van
marktinterventies om een net woord te gebruiken. Lijkt me lastig
als je dan voor transparantie moet pleiten.
De vraag is of de WGC naar de voltallige wereld
van edelmetaalproducenten en beleggers weet duidelijk te maken
of het de doelstellingen van de in goud, futures en derivaten
handelende centrale banken (via hun “agent”, de Bank of
International Settlemets te Basel), onderschrijft. Je kunt er
gelijk de vraag aan vastmaken of het de bedoeling is de waarde
van het goud te maximaliseren op kosten van de door de
regeringen gehanteerde valuta en ander staatspapier (obligaties)
óf dat het juist om het maximaliseren van de waarde van het
staatspapier gaat op kosten van het (afwezige) goud, zoals tot
dusver het geval is.
Niet minder boeiend is te weten of de WGC het
manipuleren van de goudmarkt door de centrale bankiers op de een
of andere wijze zelfs faciliteert. Een andere vraag is wat de
WGC werkelijk beweegt een dergelijk seminar te organiseren als
het zou gaan om voortzetting c.q. “verfijning” van het huidige
interventiebeleid. Je zou dus zeggen een opgelegde “gouden” kans
voor de World Gold Council!
Robert Broncel
Copyright, 15 februari 2013 |