In het kielzog van Ben Bernanke meende Japan’s
nieuwe premier Abe het QE kunststukje nog eens “dunnetjes” over
te moeten doen. De yen duikelde daarop met rasse schreden en de
Japanse beurs ging met nog meer schreden omhoog. The sky was
opnieuw de limit totdat de Fed juist vraagtekens achter
voortzetting van het huidige beleid begon te plaatsten.
Tot voor kort maakte het niemand uit of de
Japanse schuld meer dan 250% van het BBP bedroeg en evenmin dat
bijna 40% van de belastinginkomsten op ging aan rentebetalingen.
Maar met een beetje rentestijging loopt het land wel tegen een
wall of debt op. Het hemd is nader dan de rok, voor zover
de Japanse keizer al niet zonder kleren is. Niettemin gaat de QE
in volle galop door ten bedrage van ca. 25% van de Japanse
economie. Schuld speelt dus geen rol, terwijl normaal gesproken
een entiteit die 2½ maar z’n bezit heeft verschuld belly up
is.
Toen de Fed aankondigde mogelijkerwijs haar QE
afhankelijk van de verdere ontwikkelingen (arbeidsmarkt,
loonontwikkelingen, huizenmarkt) te matigen, zond dat bericht
schokgolven door de beurswereld w.o. de Japanse want stel dat
Abe z’n kornuit Bernanke wederom zou volgen. Ter geruststelling:
elke QE tempering is ondenkbaar op straffe van een rentestijging
waarmee de slang in eigen staart bijt, ongeacht of dit nu Japan,
de V.S. of Europa betreft. Alle drie economische grootmachten
zijn intussen monetair volledig gezien, maar wie ziet dat al?
De Japanse aanpak mag dan voor premier Abe een
mooie “na-aap” zijn maar dan wel één met een suïcidaal focus.
Het land kampt immers al jaren met een deflatoire stagnerende
economie, verouderende bevolking, de naweeën van Fukushima, een
gigantische overheidsschuld en sterke concurrentie vanuit de
regio (China, Taiwan, Korea, Thailand en Maleisië). Dus was het
zaak de yen zo snel mogelijk naar beneden te jassen om de export
een boost te geven en daarmee de economische groei weer
op gang te brengen. Daartoe dienen evenwel gezonde
valutaverhoudingen als fundering van het internationale
monetaire circuit uitgangspunt. Intussen zijn deze niet meer dan
een echo sinds alle grootmachten uit alle macht proberen hun
valuta’s te ondermijnen inclusief de valutaversjoemeling door de
grote handelsbanken. Valutakoersen blijken dikwijls de neerslag
van onderonsjes te zijn, terwijl de rest van de markt het
nakijken heeft, een schandaal in omvang vergelijkbaar met dat
van LIBOR (London Inter Bank Official Rate) .
Je hoeft alleen maar naar de onderstaande grafiek
te kijken om te zien hoe beweeglijk de valutaverhoudingen
afgespiegeld in de dollar zijn geworden. Zonder een degelijke
verankering middels goud zou dit ondenkbaar zijn geweest. Al
sinds 1971 (jaar van loskoppeling) zijn de valuta speelbal van
de valutapolitiek van de centrale banken geworden.
|