“Aangemoedigd” door het centrale bankenbeleid
worden er sterke krachten ontwikkeld die gemakkelijk kunnen
leiden tot een nieuwe opgaande beurstrend. Oud Fed-president
Greenspan zinspeelde hierop zopas gegeven de aanhoudend lage
rentevoet die op straffe van een sterke economische terugval
niet omhoog kan. Bernanke als kenner van de Grote Depressie in
de jaren ’30 heeft er een soort
post-depressie-stress-syndroom van overgehouden. Die
“rentefout” wil hij niet op z’n geweten hebben.
Een lage rentevoet dwingt de belegger steeds meer
in de richting van de beurs. Een oplopende beurs wekt bovendien
de indruk dat het allemaal nog wel meevalt. Let wel, we bevinden
ons in unchartered territory.
Wat velen niet weten is dat er een nauwe relatie
bestaat tussen de koers/winstverhouding van aandelen en de
vigerende rentevoet. Wel weet men dat bij een lage rente de
koersen tenderen tot stijgen en bij een hogere tot dalen. Maar
hoe vertaalt zich dat precies? Wel, een obligatie van €1.000 met
een rente van 5% levert een verhouding (prijs delen door
rentevoet) van 20 op. In aandelentermen is dat qua historisch
gemiddelde aan de hoge kant. In Europa ligt de historische
gemiddelde koers/winstverhouding op 12 à 13, in de V.S. op 16.
Kijken we verder naar de historisch gemiddelde
koers/winstverhouding in de V.S. dan blijkt deze bij een
rentestand van 5% op ca. 16 te liggen. Bij een rentestand van 2%
komt deze verhouding op ongeveer 23 uit en dat is ook de
verhouding die Buffett voor Heinz betaalde, dus niet echt
goedkoop maar ook niet echt duur. Toch heeft hij deze sprong
gewaagd er van uitgaande dat de rente vooralsnog laag blijft.
Hoewel het fonds niet bepaald als een groeifonds kan worden
bestempeld biedt het op z’n minst een degelijke cash flow en een
degelijk dividendrendement met een aanzienlijk koerspotentieel
op basis van de lage rentevoet.
Op een forward koers/winstverhouding met
een horizon van drie jaar op basis van de huidige S&P-stand van
1520 punten rolt er volgens analisten een “E” (winstgetal) uit
van 136,3 die dan gedeeld op de huidige S&P stand van 1520
resulteert in een koers/winstverhouding van 11,2. Bij een
gelijkblijvende rentestand ad ruwweg 2% (immers, de centrale
bank “eet nagenoeg alle staatsschuld op”) zouden de koersen dan
op termijn zelfs kunnen verdubbelen. Dat zou niet alleen goed
zijn voor de pensioenen maar uiteraard ook goed voor onze
beleggingsportefeuille.
Alles wijst intussen op deze intentie van de
centrale banken. Daardoor komt het feel good gevoel weer
min of meer terug, gaat de consument hopelijk meer besteden en
trekt de economie weer aan. Alleen wordt er niet bijgezegd dat
geen enkele economische groei OOIT in staat zal zijn de
uitstaande schulden te reduceren. Dus die Day of Reckoning
komt sooner or later hoe dan ook nadat deze ballon is
doorgeprikt maar dat kan nog wel een paar jaar aanlopen. Evenmin
wordt er bijgezegd dat naarmate de geldpers langer blijft
openstaan er aldoor meer koopkracht verdampt. M.a.w. bij verkoop
maak je op papier wellicht een fraaie winst maar in koopkracht
geheid minder. Alleen zal worden getracht dat effect zoveel
mogelijk te verdoezelen, getuige bijvoorbeeld het voortdurend
drukken van de goudprijs.
Immers: ‘gold is money, paper a delusion’ (J.P.
Morgan).
Samengevat zijn er 3 sterke krachten en één
latente aan het werk die tot hogere beurskoersen in de V.S.
kunnen leiden:
1) de
rente kan niet omhoog op straffe van einde van het
schuldensprookje; iedere procent renteverhoging leidt tot een
additionele schuld van $160 miljard
2) op
basis van de huidige lage rente blijken aandelen in wezen
spotgoedkoop
3) wanneer
de beurskoersen verder gaan stijgen, zal niemand straks de boot
willen missen en kan de penduleswing zelfs nog naar hogere
koers/winstverhoudingen slingeren
4) latent:
gezien de europerikelen zal de geldstroom richting dollar
versterkt toenemen.
In mijn laatste Portefeuille Update schreef ik al
dat de Dow in theorie met de andere beurzen in het kielzog wel
tot 20.000 punten zou kunnen opstomen. Absurd? Niet als blijkt
dat je met obli’s na inflatie en belastingen aldoor tegen een
negatief rendement aanhikt en dit in samenhang met een
voortdurend dalende koopkracht in het verschiet.
Kortom, het zaad voor de grootste bear market
rally ligt klaar om in de komende tijd te worden uitgezaaid.
Dat gebeurde ook in de ’30-er jaren toen de Dow van een
dieptepunt van 40,56 in 1932 naar 195,59 in 1937 “snelde” of
bijna een vervijfvoudiging. Het enige verschil met toen is dat
beurs in de V.S. nu al weer het hoogtepunt van 2007 is genaderd.
Alleen gelet op de lage rentevoet en de daarmee gerelateerde
ontwikkeling van de toekomstige koers/winstverhouding blijken we
nog ver van een nieuw hoogtepunt verwijderd te zijn. Bij nader
inzien dus misschien toch niet zo onverstandig om “aan te
pikken’? Het enige onzekere is dat de monetaire basis op losse
schroeven is komen te staan, zodat de eerste de beste “zwarte
zwaan” kan leiden tot het echte omslagmoment. Als die “zwaan”
zich in Europa manifesteert zal er een sterk vergrote
kapitaalstroom richting dollar op gang komen, althans zolang dat
wordt toegestaan. Dus $-genoteerde fondsen en het aanhouden van
een dollarrekening blijven zonder meer gewenst. Bovendien blijkt
de Chinese centrale bank volgens een bericht in de Britse
Telegraph weer vertrouwen in de dollar te krijgen gezien
Amerika’s energierevolutie in de vorm van grootschalige
schalivondsten (olie en gas) met de woorden ‘the dollar’s global
dominance will continue’, een nogal
opmerkelijke ommezwaai!
Wel dienen we de Fed
rente-parameters nog even in gedachten te houden:
-
de inflatie mag niet boven 2,5% stijgen; deze kans neemt
alleen toe naarmate de waarde van de dollar te zeer zou
verzwakken en die kans lijkt niet groot gezien de huidige
valutaoorlog, de recente G-20 meeting in Moskou ten spijt
-
de (officiële) werkloosheid mag niet beneden 6,5% dalen; die
kans neemt pas toe bij een reële en regulaire BBP groei van
meer dan 3%.
Voorts blijken deze
parameters geen wetten van Meden en Perzen maar meer richtlijnen
voor een mogelijke actie, zoals die onlangs door de vice
Fedvoorzitter Janet Yellen werden afgezwakt. Immers, bij het
passeren van deze “drempels” staat de Fed nog altijd met de rug
tegen de muur!
Het feit dat er in de
eerste weken van januari al een slordige $25 miljard richting
mutual funds is verhuisd - meer dan in enige tijd sinds het
jaar 2000 - wijst in de richting van wat ik noem de welhaast
onvermijdelijke “Grote Rotatie”.
Nu is de vraag waarin
dan belegd dient te worden? Wel, naast edelmetaal voorts in
grote internationale spelers en/of spelers in een typische niche
markt. Die laatste categorie zou daarbij wel eens de eerste
viool kunnen spelen.
Robert Broncel
Copyright, 20 februari 2013
|