Waar de maffia slechts op regionale schaal
opereert om hun goegemeenschap van de nodige koopkracht te
beroven, opereren de centrale banken gelegaliseerd op
wereldschaal met precies dezelfde oogmerken. Zo ligt er in het
dollardebiet een tijdbom van $2,7 biljoen (12 nullen) groot, in
de eurozone* één met een getaxeerde omvang van ca. €3 biljoen en
in Japan met bijna 2000 biljoen yen. Dit
in de wetenschap dat alle valuta ter wereld dus ook de euro, de
yen, de yuan en de roebel in feite niet meer dan als een
dollarderivaat zijn te beschouwen.
Op grond hiervan stelde Richard M. Ebeling van
het Ludwig von Mises Institute dat de geldhoeveelheid thans
zodanig is opgeblazen en de rente zodanig laag gehouden dat er
al sinds 2009 niet alleen sprake is van een negatieve rente
(rente lager dan de reële inflatie) maar ook zonder dat dit
beleid ook maar enigszins heeft bijgedragen tot noemenswaardige
kredietgroei, immers het vliegwiel van elke economie. Deze
politiek werd ingezet na de crash van Lehman die als enige grote
bank niet behoorde tot de systeembanken onder de paraplu van de
Fed. Ondanks het terugdraaien van de geldpers in de V.S. blijft
de korte 0-rente gehandhaafd. Het feit dat Bill Gross van PIMCO,
het grootste obligatiefonds ter wereld, na vele jaren
buitengewoon succesvol te zijn geweest z’n Waterloo heeft
gevonden in dit meest heilloze centrale bankenbeleid is op z’n
minst exemplarisch te noemen!
Ebeling stelde dan ook dat de centrale bank niet
de oplossing van het probleem aandraagt maar juist de oplossing
in de weg staat. Als voorbeeld geldt Japan waar de centrale bank
al sinds 1989 doende is de economische groei weer dienstbaar aan
de economie te maken, hetgeen maar niet wil lukken. Intussen
doemt in Europa eveneens steeds meer het Japanse stagnatie zo
niet een stagflatie scenario op.
Een nog ernstiger probleem tekent zich af in de
edelmetaalmarkt, waar de spotprijs (dagkoers) gerelateerd aan de
dollar al geruime tijd hoger ligt dan de termijn of futures
prijs hetgeen wordt aangeduid als backwardation. Dat
betekent dat de dollar zal blijven voortbestaan zolang
belanghebbende partijen bereid zijn met dollars goud en zilver
te kopen. Normaal zou de ‘contango’ conditie moeten gelden
waarbij de edelmetaalprijs op dagbasis altijd lager is dan de
termijnprijs. Als deze situatie zich niet weet te herstellen zal
op enige termijn de prijs voor onmiddellijke levering sterk gaan
stijgen en daarmee de termijnmarkt COMEX totaal doen stagneren.
Met andere woorden ‘backwardation’ is niet
verdwenen omdat de markt fysieke levering wenst maar omdat men
niet langer bereid is de toekomstige prijs in dollars af te
wachten. Dat zal het breekpunt vormen waarop de dollar niet meer
in relatie tot het edelmetaal zal staan, in die zin dat de prijs
in dollars dermate zal stijgen dat een quotering in dollars niet
langer relevant is.
Kortom, de rol van de dollar als ’s werelds
reservevaluta is op dat moment uitgespeeld. Als de goudprijs
eveneens in andere valuta explodeert (kan niet anders) dan
zullen de betreffende centrale banken niets beters weten te doen
dan de geldpers in de allerhoogste versnelling brengen, het
enige spel dat de centrale banken sinds 2008 hebben geleerd! Dit
is het moment waarop wereldwijd alle niet-bezitters van het
“edele goedje” gespeend van koopkracht tot het naakte bestaan
worden teruggeworpen.
Dit alles dank zij de rol van de centrale banken,
wier basisopdracht was en is juist de koopkracht in stand te
houden in plaats van een diametraal omgekeerd beleid te voeren!
Het is niet voor niets dat de BIS (Bank of
International Settlements) in Basel voor de zoveelste keer
waarschuwt (ingegeven door China en Rusland) dat permanente
liquiditeit een pure illusie is die beleggers aanzet tot een
steeds roekelozer gedrag resulterend in steeds hogere
beurskoersen. Als het al op Wall Street even tegenzit dan komt
onmiddellijk het Plunge Protection Team (PPT) op de proppen om
deze weer een duwtje in de rug te geven. Opmerkelijk is dat de
goudfondsen hiervan (uiteraard) gespeend dienen te blijven.
De BIS maakt zich eveneens grote zorg over de
lage rentes die beleggers aanzet in hogere risico
vermogensbestanddelen te investeren daar rente gerelateerde
vermogensbestanddelen na aftrek van inflatie en belasting
nagenoeg niets of zelfs een negatief resultaat laten zien.
Vandaar de uitspraak van Claudo Borio, hoofd Monetaire en
Economische Zaken van de BIS: “the longer this music plays
and the louder it gets, the more deafening is the silence that
follows’ (hoe langer deze muziek speelt en hoe luider, hoe
meer “oorverdovend” de stilte die daarop volgt).
Misleidend is bovendien de extreem lage
beursvolatiliteit waarmee wordt geduid op een buitengewoon lage
risicoperceptie, terwijl het risico juist buitensporig hoog is.
De spanningen in Oekraïne en het Midden-Oosten daargelaten is er
bepaald geen sprake van een trendbreuk.
Deze lage beursvolatiliteit representeert een
hoog gevoel van “veiligheid” op de beurs, terwijl juist het
omgekeerde aan de orde is.
Bovendien, hoe er ook door de BoE en de Fed wordt
gesuggereerd dat de rente in de toekomst (haal je de koekoek)
omhoog zal gaan, zal dat niet gebeuren op straffe van nog meer
renteverplichtingen en nieuwe schuldophoping. Om geloofwaardig
te blijven dient er evenwel met dit wapen geschermd te worden.
Het beste bewijs in de V.S. vormt wel het laatste groeicijfer
van 4,6% over het tweede kwartaal zonder dat dit aanleiding
geeft nu de rente te verhogen. Na een negatief cijfer van 2,1%
over het eerste kwartaal (als gevolg van het slechte weer) zag
je in het tweede kwartaal nergens noemenswaardige groei behalve
hier en daar in bedrijfsinvesteringen en voorraadvorming.
Kortom, een oplossing voor dit probleem valt niet
van de centrale banken te verwachten waarmee de gevolgen opnieuw
bij het kiezersvolk zijn neergelegd. Aangezien deze
probleemstelling niet door de mainstream media wordt
opgenomen, is er bij het grote publiek in hoge mate sprake van
‘normalcy bias’. Dat is precies wat de centrale overheden
voorstaan: sociale rust totdat de wal het schip keert.
Hoe vaak heb ik in mijn column er al niet op
gewezen dat de gemanipuleerde markten gespeend zijn van het
marktprincipe op basis waarvan de prijs wordt bepaald door vraag
en aanbod. Dit principe werd ook beentje gelicht in de
voormalige Sovjet-Unie die het ondanks deze ingreep toch bijna
75 jaar heeft weten vol te houden.
Het zou onzinnig zijn een dergelijke termijn te
extrapoleren op ons huidige systeem waar intussen diverse
partijen w.o. China en Rusland reeds hun grootste twijfels
hebben geuit over het voortbestaan van de dollar als reserve
valuta en daartoe intussen middels afspraken in BRIC’s verband
voorbereidingen hebben getroffen. Bovendien speelt het in hun
belang om de dollar suprematie van de V.S. te doorbreken als
gevolg waarvan een tandeloze tijger ontstaat. Zonder
tussentijdse schokken zal het deze combi van landen zijn die op
goed moment de stekker er uit trekt zodra hun valuta over
voldoende goudpariteit beschikken.
Zolang de goudprijs zich ondanks hun niet te
verzadigen vraag op dit lage niveau blijft voortbewegen, is er
nog geen reden tot actie. Anderzijds vormt dit niveau voor de
belegger een zwaar koopsignaal, zelfs met het risico dat de
prijs verder naar beneden kan worden gemanipuleerd. Goldman
Sachs heeft al gehint op een prijs van $1.000. Dat heeft te
maken met het feit dat ze hopen nog een keer een goedkopere
graai te kunnen doen. Dat de meeste mijnbouwers op dat niveau
uit zaken worden geforceerd, is hun zorg niet.
De onhoudbaarheid van de monetair opgelegde
investeringsdwang en ‘boom’ leidde nog maar kort geleden tot een
‘bust’. Immers, ook toen bracht de monetaire expansie met een
kunstmatig lage rente een grote marktinstabiliteit met zich mee
als gevolg waarvan alle vermogensklassen een enorme optater
kregen. Dit “incident” mag als een zeer serieus schot voor de
boeg van de huidige internationale monetaire ontwikkeling worden
beschouwd.
* Volgens de laatste
gegevens van Eurostat hadden de Zuidelijke Europese landen
opgeteld een gemiddelde staatsschuld van 121,5% van het BBP
uitstaan, terwijl de noordelijke landen ook nog op een
gemiddelde van 84,0% uitkwamen, bepaald geen cijfers om opgewekt
van te worden!
Niet dat ik een bevestigend antwoord verwacht
anders dan de gebruikelijke ontvangst- bevestiging meen ik er
goed aan te doen deze column wederom voor te leggen bij premier
Mark Rutte, centrale bankpresident Klaas Knot alsmede bij de
fractieleiders van de grootste politieke partijen.
Robert Broncel
Copyright, 28 september
2014
|