Header

Columns 2015 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004

HET VERMALEDIJDE GOUD

(29 november 2014)

Hoe belangrijk de rol van “het ondergeschikte goud” is, bleek opnieuw toen Duitsland nog geen tiende deel van de goudvoorraad uit de V.S. opvroeg en werd afgescheept met 5 ton alsmede 32 ton uit Frankrijk. Terwijl Klaas Knot van DNB onlangs ‘out of the blue’ aankondigde 122 ton uit de V.S. te hebben teruggehaald, dit om het vertrouwen (in een goede afloop, RB) te onderbouwen, zo liet (Sinter)Klaas weten. Intussen dient zich a.s. zondag het referendum over dit onderwerp in Zwitserland aan.

 

 

Koos Jansen: buitenzijde DNB aan het Frederiksplein - herfst 2014 - intussen een onneembare veste?


Thans ligt 31% van het Nederlandse goud in Amsterdam, nog steeds 31% in New York, 20% in Canada en 18% in Londen.

 

Dat het edelmetaal sinds de Lehman crash door de Aziatische staten, met name door China maar ook Rusland intensief bijeen wordt gesprokkeld, krijgt hier nog steeds veel te weinig aandacht. Zelfs Kees de Kort, die ik vorige week op een bijeenkomst tegen kwam, zich liet ontvallen dat goud niet meer dan een ‘self fullfillinng prophecy’ zou zijn.

Hij doelde hiermee te willen zeggen dat het de ‘self fullfilling prophecy’ van de goeroe’s was waaraan je geen aandacht hoefde te schenken, dit ongeacht het gigantisch uitstaande schulden complex en de QE’s die sinds 2009 als manna “over de meute” werden/worden uitgestrooid.

 

Meest opvallend waren de uitspraken van “onze” Willem Buiter, hoofdeconoom bij Citigroup die na “zijn akkefietje” met Heleen Mees of hoe ze heten moge meende het standpunt van z’n broodheer kracht te moeten bijzetten door te roepen:

 

a)  datgoud niet meer is dan een fiat commodity currency with insignificant intrinsic value”

b)  central bank fiat paper currency and fiat electronic currency are socially superior to gold and bitcoin as currencies and assets”

c)  there is no economic or financial case for a central bank to hold any single  commodity, even if this commodity had intrinsic value”.

 

Bevreemdend is dan dat die zelfde broodheer zich vanaf 24 september j.l. heeft opgeworpen om als Market Making Member van de London Bullion Market Association (LBMA) toe te treden.

 

Hoe anders luidden de woorden van ‘good old’ Alan Greenspan tijdens een recente meeting georganiseerd door de Council of Foreign Relations, waar hij zich liet ontvallen:

 

a)    gold is a currency and it still is, by all evidence, a premier currency

b)    no fiat currency, including the dollar, can match it

(was hij juist niet degene die eind jaren ’90 het goud nog afdeed al een ‘barberous relic’?)

 

Waarom zouden centrale bankiers hun geld omzetten in goud als

a)     het niets opbrengt

b)    alleen maar opslag- en verzekeringskosten met zich meebrengt

c)     extra veiligheidsmaatregelen vereist zoals nu rondom het kantoor van DNB in Amsterdam.

 

Of zoals voormalig DNB en ECB president Willem Duisenberg het uitdrukte: “alleen in tijden van nood biedt goud de beste verzekeringspolis”. In die tijd hield hij zich echter op met de introductie van de nattekrant munt: de euro.

 

Goud geldt mondiaal vanuit de Oudheid als basis van vertrouwen en geloofwaardigheid van het onderliggende monetaire systeem. Goud gold ook ten tijde van “onze” VOC als het enige internationale betaalmiddel om in de Oost handel te kunnen drijven. Twee eeuwen later werd tijdens de vergadering in Bretton Woods in 1944 met grote meerderheid van alle deelnemende landen geopteerd voor het goud als anker voor de dollar als reservevaluta. Dat gaf immers het meeste vertrouwen.

 

En nu: dat intussen de stemming in Zwitserland inzake het zgn. Swiss Gold Initiative (SGI) niettemin vermoedelijk negatief zal uitvallen heeft alles te maken met het feit dat er wereldwijd zware druk op dat land wordt uitgeoefend om een mogelijke lawine van opeenvolgende gebeurtenissen leidend tot een onhoudbare stijging van de goudprijs gevolgd door de instorting van ons huidige monetaire systeem te voorkomen.

 

Anderzijds zou de Russische centrale bank kunnen overwegen om de sterk gedaalde roebel te verankeren aan de Russische goudvoorraad om daarmee tevens de Westerse centrale bankiers een hak te zetten met betrekking tot hun pogingen om het goud juist te demonetariseren. Tevens zou deze ‘move’ het einde kunnen inluiden van het huidige dollar gerelateerde monetaire systeem waarmee de koopkracht wereldwijd op ongekende schaal is verkracht.

 

Als authentiek Zwitser ondersteunt Marc Faber uiteraard het SGI als een startpunt tot de regulering van de macht van de centrale banken. Immers, zij staan aan de voet van een totaal overtrokken monetair systeem. In de luchtvaart impliceert deze term dat een vliegtuig haar draagkracht heeft verloren en onvermijdelijk op z’n staart naar beneden dendert, zoals dat naar alle waarschijnlijkheid is gebeurd tijdens een vlucht met een Air France toestel van Sao Paulo naar Parijs een paar jaar geleden. Dat gebeurde letterlijk ‘overnight in a split second’.  

 

Het wekt hoe dan ook geen bevreemding dat “het gouden goedje” juist de grootste vijand van de centrale banken vormt, want het beperkt het monetaire beleid “nogal”. Echter, met ruime goudreserves bereik je ook weer een dienovereenkomstig ruimer beleid. Dat is nu wat de opkomende landen onder leiding van China nastreven in een situatie waar wij straks het nakijken hebben. De Duitse, Zwitserse en de Nederlandse centrale banken beginnen dat nu kennelijk toch enigszins in te zien. Vooralsnog resulteert e.e.a. in ‘too little, too late’.

 

Ontegenzeglijk bevinden we ons in de allerlaatste fase van een gigantische monetaire bubbel, met de V.S. op een BBP ratio van + 100%, de U.K. met een buitenlandse schuld van $10 biljoen of meer dan 300%, terwijl Spanje met $2,3 biljoen of een ratio van 167% hiertegen nog relatief gunstig afsteekt, terwijl Italië met 2,6 biljoen hiervoor niet “onderdoet”. Volgens de Oostenrijkse School van Carl Menger (Grundsetze der Volkswirtschaftslehre  - 1871) met aanhangers als Böhm Bawerk, Ludwig von Mises en Friedrich von Hayek alsmede Nederlandse economen als N.G. Pierson en Verrijn Stuart is een schuldratio van >80% van het BBP al dodelijk.

 

Hoe fnuikend het monetair/economische beleid is geweest, moge o.m. blijken uit de jongste Markit Global Business Outlook Survey van vorige maand, dat aangeeft dat er dit jaar sprake is van de grootste terugval sinds de eerste metingen in 2009. Met name de ontwikkelingen in Europa en Japan zijn domweg zorglijk te noemen maar voor de geflatteerde Amerikaanse groeicijfers van plus 4,6% over het tweede kwartaal en plus 3,9% over het derde kwartaal blijkt ook maar weinig onderbouwing te vinden. Deze hebben meer weg van een Chinese copy cat. Uniek is dit niet nu blijkt dat buiten China en de V.S. steeds meer landen zich bedienen van gekunstelde macro cijfers. In de Soviet-Unie konden ze er destijds ook wat van!

 

Even boeiend is om na te gaan hoe de edelmetaal producenten tegen de huidige goudprijs aankijken. Volgens enkele analisten w.o. die van Deutsche Bank is er binnen de sector al stevig bezuinigd zowel op de operationele als op de all-in sustaining costs (AISC) die elk voor gemiddeld 62% en 38% van dit totaal uitmaken. De meeste producenten zweven thans tussen een totale kostprijs variërend tussen $1.100 en $1.000 per ounce. Op basis van de huidige goudprijs houden ze weliswaar het leven maar er bestaat maar weinig animo om te investeren, laat staan nieuwe ‘commitments’ aan te gaan door bijvoorbeeld een mijn te openen. De voorkeur voor bezuinigingen is aanzienlijk sterker nu de edelmetaalprijs dit jaar rond het “bodem”niveau is blijven hangen. De zelfde ontwikkeling zie je nu in de olie- en gassector.

Anderzijds is er voor de mijnbouw sinds kort ook beduidend meer licht aan de horizon getreden middels een unieke vinding – de thermal fragmentation technologie - gepatenteerd door Nippon Dragon Resources Inc. (www.nippondragon.com) o.m. actief in Val d’Or in Quebec, één der rijkste goudregio’s in Canada. Middels deze technologie kunnen de kosten substantieel worden gereduceerd tot ca. $675 tot 725 per ounce. Hoewel er thans nog maar weinigen in deze technologie zijn geschoold, biedt dit voor Nippon een enorm perspectief. Tijdens de demonstratie/presentatie op 6 nov. j.l. bleek hiervoor vanuit de sector grote belangstelling te bestaan en zelfs van een niet nader te noemen IT gigant. Contracten worden binnen niet al te lange tijd verwacht.

 

Middels deze technologie kan Nippon Dragon bijgevolg worden aangeduid als de enige hybride mijnbouwer die afgezien van de aanzienlijke eigen bewezen en geïndiceerde reserves zelfs garen spint bij een eventueel verder dalende goudprijs. Zgn. orphan mines blijken met toepassing van deze technologie weer tot nieuw leven te kunnen worden gebracht. Hieraan dient te worden toegevoegd dat dit niet alleen geldt voor goud maar ook voor zilver, platinum, palladium, diamant, koper etc. Kortom, de mijnbouwsector lijkt aan de vooravond van een regelrechte revolutie te staan. Het is bij grote uitzondering dat u in deze column vanwege dit nieuwsfeit een individuele fondsvermelding aantreft.

 

Plaats dit tegen de achtergrond van de teruglopende mondiale productie dit jaar (<2.400 ton) en stellig ook volgend jaar, terwijl de vraag dit jaar volgens de “conservatieve” World Gold Council al is opgelopen tot 3.115 ton over de laatste 12 maanden tot en met september dit jaar dan is er weinig verbeelding nodig voor een ten principale oplopende marktprijsontwikkeling. Deze bijzondere vraag/aanbod situatie geldt bovendien ook voor zilver, platina en palladium.

 

Niettemin, hoe meer het edelmetaal middels lagere COMEX prijzen wordt “gedrogeerd” hoe meer de problemen zich voor de centrale bankiers opstapelen. Onontkoombaar is dat het vermaledijde goud op goed moment het monetaire schip keert, met totaal onoverzienbare gevolgen.

 

Robert Broncel


Copyright, 29 november 2014

 

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel