Hoewel geen der “financiële groten der aarde” –
Warren Buffett, Bill Gross, Jim Rogers, Marc Faber, Jeremy
Grantham, Stanley Druckenmiller noch Jeff Gundlach – hebben
voorzien dat het beleid van extreme geldverruiming door de
centrale banken na 2008 zo lang kon standhouden, komt thans de
gevreesde ‘deadlock’ in zicht. Let wel, er is nochtans geen
sprake van noemenswaardige inflatie of zelfs deflatie.
Het enige dat in de afgelopen 7 jaar met bewust
indalende rentes, de geldpers, het opkopen van staatsschuld
alsmede met verbale interventies werd bereikt, is dat de
obligatie- en aandelenkoersen zich in een permanente uptrend
hebben bewogen. Dit om het ‘feel good’ gevoel en de
portefeuilles van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen
niet te veel te doen aantasten. De stijging van de koersen had
dus niets te maken met de onderliggende economische factoren.
Sterker, als deze zwak bleken gingen beleggers er van uit dat de
centrale bank wel weer voor een extra “fiat” injectie zou zorgen
zodat de beurs nog verder omhoog kon. M.a.w. de “onafhankelijke”
centrale bank aangestuurd door haar machteloze regering diende
aldoor voor opluchting te zorgen en zo geschiedde. Gevolg? De
obligatie- en aandelenbeurzen blijken hopeloos overgewaardeerd
als de rente zou gaan stijgen.
Het IMF heeft mede vanwege deze buitengewoon
ongewenste ontwikkelingen gewaarschuwd voor een ‘cascade of
disruptions’ van het mondiale financiële systeem mocht
onverhoopt de rente gaan stijgen. De Fed die intussen als
mondiale centrale bank opereert heeft laten weten dat er aan
inflatoire druk weerstand zal worden geboden. Deze is tot dusver
als gevolg van de bewuste QE afbouw en stijging van de dollar
alsmede de daling van de olieprijs uitgebleven.
Maar het is niet voor niets dat het IMF in haar
laatste Global Financial Stability Report er op wees dat de
wereld zich moet voorbereiden op een dubbele stress test in de
vorm van een stijgende rente met een stijgende dollar in het
kielzog.
Zo waarschuwde Bill Dudley van de New York Fed
dat hij voor de tweede helft van dit jaar een inflatiestijging
van 2% voorziet resulterend in een stijging van de korte rente (Federal
Fund Rate) naar 3,5% terwijl deze sinds 2008 nagenoeg op de
0-stand werd gehandhaafd. Dat zou o.m. desastreuze gevolgen
hebben voor de ontwikkelingslanden die inmiddels voor een
slordige $9 biljoen (12 nullen!) in het krijt staan tegen een
rente van gemiddeld 1%. Een stijging met 1% punt zou al leiden
tot een verdubbeling van de rentelasten, zodat herfinanciering
uitgesloten lijkt indien er zich vanuit de economische groei te
weinig draagvlak aandient, waarop te weinig uitzicht is.
Dudley voerde voor het inflatiescenario de
volgende argumenten aan:
1) de
schuldafbouw van de huishoudens zou grotendeels voltooid zijn
(maar dan niet gezien de talrijke studie- en autofinancieringen
die voor ruim 75% open staan, RB)
2) er
is geen sprake meer van een overhang van een excessieve
woningvoorraad
3)
de stijging van het aantal
gewerkte uren zet flink door hoewel dit nog niet heeft geleid
tot loonsverhogingen – deze stijging is vooral te danken aan de
groei van laag betaalde parttime banen – die hun beslag krijgen
bij een dalende werkloosheid beneden 5%
4) als
resultante hiervan zou de consumptieve vraag toenemen.
De ontwikkeling op de Amerikaanse huizenmarkt is
opmerkelijk. De prijzen stijgen terwijl het huizenbezit daalt en
dat bezit is volgens de U.S. Census met 63,7% sinds 1990 niet
meer zo laag geweest. Anderzijds is de huurmarkt in jaren niet
zo willig geweest resulterend in fors stijgende huurprijzen.
|