Header

Columns 2016 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004

KLAAR VOOR DE ULTIEME ONTKNOPING?

(9 mei 2015)

 

 

Hoewel geen der “financiële groten der aarde” – Warren Buffett, Bill Gross, Jim Rogers, Marc Faber, Jeremy Grantham, Stanley Druckenmiller noch Jeff Gundlach – hebben voorzien dat het beleid van extreme geldverruiming door de centrale banken na 2008 zo lang kon standhouden, komt thans de gevreesde ‘deadlock’ in zicht. Let wel, er is nochtans geen sprake van noemenswaardige inflatie of zelfs deflatie.

 

Het enige dat in de afgelopen 7 jaar met bewust indalende rentes, de geldpers, het opkopen van staatsschuld alsmede met verbale interventies werd bereikt, is dat de obligatie- en aandelenkoersen zich in een permanente uptrend hebben bewogen. Dit om het ‘feel good’ gevoel en de portefeuilles van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen niet te veel te doen aantasten. De stijging van de koersen had dus niets te maken met de onderliggende economische factoren. Sterker, als deze zwak bleken gingen beleggers er van uit dat de centrale bank wel weer voor een extra “fiat” injectie zou zorgen zodat de beurs nog verder omhoog kon. M.a.w. de “onafhankelijke” centrale bank aangestuurd door haar machteloze regering diende aldoor voor opluchting te zorgen en zo geschiedde. Gevolg? De obligatie- en aandelenbeurzen blijken hopeloos overgewaardeerd als de rente zou gaan stijgen.

 

Het IMF heeft mede vanwege deze buitengewoon ongewenste ontwikkelingen gewaarschuwd voor een ‘cascade of disruptions’ van het mondiale financiële systeem mocht onverhoopt de rente gaan stijgen. De Fed die intussen als mondiale centrale bank opereert heeft laten weten dat er aan inflatoire druk weerstand zal worden geboden. Deze is tot dusver als gevolg van de bewuste QE afbouw en stijging van de dollar alsmede de daling van de olieprijs uitgebleven.

 

Maar het is niet voor niets dat het IMF in haar laatste Global Financial Stability Report er op wees dat de wereld zich moet voorbereiden op een dubbele stress test in de vorm van een stijgende rente met een stijgende dollar in het kielzog.

 

Zo waarschuwde Bill Dudley van de New York Fed dat hij voor de tweede helft van dit jaar een inflatiestijging van 2% voorziet resulterend in een stijging van de korte rente (Federal Fund Rate) naar 3,5% terwijl deze sinds 2008 nagenoeg op de 0-stand werd gehandhaafd. Dat zou o.m. desastreuze gevolgen hebben voor de ontwikkelingslanden die inmiddels voor een slordige $9 biljoen (12 nullen!) in het krijt staan tegen een rente van gemiddeld 1%. Een stijging met 1% punt zou al leiden tot een verdubbeling van de rentelasten, zodat herfinanciering uitgesloten lijkt indien er zich vanuit de economische groei te weinig draagvlak aandient, waarop te weinig uitzicht is.

Dudley voerde voor het inflatiescenario de volgende argumenten aan:

1)  de schuldafbouw van de huishoudens zou grotendeels voltooid zijn (maar dan niet gezien de talrijke studie- en autofinancieringen die voor ruim 75% open staan, RB)

2)  er is geen sprake meer van een overhang van een excessieve woningvoorraad

3)  de stijging van het aantal gewerkte uren zet flink door hoewel dit nog niet heeft geleid tot loonsverhogingen – deze stijging is vooral te danken aan de groei van laag betaalde parttime banen – die hun beslag krijgen bij een dalende werkloosheid beneden 5%

4)  als resultante hiervan zou de consumptieve vraag toenemen.

 

De ontwikkeling op de Amerikaanse huizenmarkt is opmerkelijk. De prijzen stijgen terwijl het huizenbezit daalt en dat bezit is volgens de U.S. Census met 63,7% sinds 1990 niet meer zo laag geweest. Anderzijds is de huurmarkt in jaren niet zo willig geweest resulterend in fors stijgende huurprijzen.

 

Hoe kan dat? Wel, het zijn niet de individuele burgers die een huis (kunnen) kopen maar professionele beleggers die gebruik maken van de extreem lage hypotheekrente en de willige huurmarkt. Voor de banken die nog met zgn. foreclosures in hun maag zitten is dat prettig nieuws om van hun bezit af te komen. Op die manier wordt de vastgoedmarkt nieuw leven ingeblazen en zijn volgens de S&P Case-Shiller Index de huizenprijzen alleen al in de maand februari met gemiddeld 5% gestegen vergeleken met vorig jaar. Maar in sommige delen zijn volgens mijn zoon die in New Jersey woont de huizenprijzen hier en daar al met 20% tot 30% gestegen.

 

Indien de rente zou gaan stijgen zou dat ook voor een stijging van de rentelasten zorgen implicerend dat de schuldenlasten evenredig toenemen. Dat geldt voor de V.S. maar voor de in dollarschuld gedrenkte landen zal dit een nog zwaarder elixer blijken te zijn, afgezet tegen de veel te lage economische groei. De V.S. als leidende natie in de wereld vormt zelf “het lichtende voorbeeld”.

De aanzwellende schuld (zie boven) versus de lagere groei (zie beneden) vormen de binaire ontwikkeling als crux van de toenemende spanningen op de internationale financiële markten.

De lage groei in de V.S. geldt niet alleen voor het eerste kwartaal van dit jaar maar er blijkt  sprake te zijn van een structureel negatieve groei die onmogelijk de uitstaande schuld kan financieren anders dan via een ultra lage rente, althans zolang “het godsvertrouwen” aanhoudt

 

Volgens John Williams van ShadowStats die diverse reële statistieken bijhoudt over langere periodes blijkt de economische groei eigenlijk al vanaf begin deze eeuw een negatief beeld te vertonen. Dat valt niet te rijmen met een voortdurend stijgende schuldenlast. Dit is het grote dilemma waarmee de financieel/economische beleidsmakers worden geconfronteerd. De enig passende oplossing zou herstructurering van schulden c.q. schuldafbouw c.q. vernietiging dienen te zijn maar daaraan durft geen beleidsmaker zich te wagen in de wetenschap dat zulks tot substantiële verarming leidt. Alleen zal goud in dat geval als het enige internationaal algemeen geaccepteerde ruilmiddel (sinds mensenheugenis) als drijfanker kunnen fungeren.

 

Er tekent zich volgens deze charts een evident onderscheid af tussen de door de overheid geproduceerde cijfers en die van John Williams wiens uitslag wordt bevestigd door de reeds  geruime tijd dalende koopkracht.

Een lage of negatieve groeiontwikkeling staat niet toe dat de inflatie met een renteverhoging effectief kan worden bestreden. Zou de rente bij een stijgende inflatie niet worden verhoogd dan lonkt weliswaar het vooruitzicht van een verdampende schuld maar tegelijk ligt dan de weg naar hyperinflatie wagenwijd open en dreigt stagflatie als slechtste scenario.  

 

De beste rente indicatoren vind je direct terug bij de obligaties. Vorige week sprong de Duitse 10-jarige lening plots met 29 basispunten omhoog, dus ruim een kwart procent. Dit had naar  alle waarschijnlijkheid te maken met de onzekere ontwikkelingen in Griekenland. Deze beweeglijkheid geeft duidelijk de overgevoeligheid aan. Die gevoeligheid vloeit voort uit het feit dat we met de geldpers aan onze zijde ons intussen op zeer glad en onbekend ijs hebben begeven.

Met uitzondering van Griekenland en India ligt de lange rente overal ver beneden 5% die eigenlijk als normaal geldt en zowel spaarders als pensioen- en verzekeringsfondsen in staat stelt een redelijk rendement te behalen. Dat was eens………

 

Opmerkelijk was dat Nobelprijswinnaar Robert Shiller in een extra hoofdstuk van z’n bestseller ‘Irrational Exuberance’ speciale aandacht wijdde aan de wanstaltig hoge  obligatiekoersen gezien de ‘bond bubble ballooning’ naar een absurdistische $76 biljoen. Absurdistisch is ook dat een kwart van de Europese staatsleningen een negatieve rente draagt dus lenen met geld toe. Tien jaar geleden zou je met een dergelijk “vod” staatspapier onverwijld naar de ‘mad house’ zijn afgevoerd.

 

Hoewel geen overheidsdienaar dat ooit zal bevestigen, zou m.i. de oplopende spanning met Rusland als een graadmeter kunnen dienen voor de totaal uit de hand gelopen en lopende monetaire ontwikkelingen in de wereld, aangestuurd door de V.S. Ook de uitspraak in het rapport ‘Revising U.S. Grand Strategy Toward China’ van de Council of Foreign Relations   dat China geen kans moet krijgen uit te groeien tot ‘the bigger power in the world other than the U.S’, er aan toevoegend: ‘strategic rivalry is highly likely if not inevitable between the existing major power and the principal rising power’, is van een nogal discutabel niveau. Het lijkt alsof er in de keuken in Washington DC “nieuwe kooltjes worden gestoofd”.

 

De titel van deze column betrof de vraag in hoeverre de belegger – individueel of professioneel – is voorbereid op een omslag van ongekende omvang. De meesten blijken zich te wentelen in het ‘so far so good’ sentiment en de daaruit voortvloeiende ‘normalcy bias’ Van alle tijden is bekend dat de mens in het vooruitzicht van slechtere tijden de knop bij voorkeur omzet naar de ontkenningsfase. Daarmee is uiteraard niet het probleem uit de wereld maar loopt men mee op het centrale beleid van ‘kicking the can down the road’. Men vergeet dan gemakshalve dat het juist de politiek van de centrale banken is geweest die uitsluitend de economische op- en neergang heeft bewerkstelligd, al in een veel vroeger stadium belicht door de Russische econoom Nokolai Kondratiev.

 

Blijkens ervaringen uit het verleden gaat er ten tijde van een omslag juist om deze reden veel vermogen verloren en wordt er anderzijds slechts door een minderheid even zoveel koopkracht gewonnen door tijdig en adequaat te anticiperen. En dat is helemaal niet zo moeilijk!

 

Robert Broncel

 

Copyright, 9 mei 2015

 

 
 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel