Ondanks ferme uitspraken van “ferme” lieden als
Alan Greenspan, voormalig Fed
captain die nu gemakkelijk praten heeft, is er vanaf het
Lehman’s
débâcle in 2008 nog nauwelijks enige verbetering in het
fin/econ/monetaire circuit
zichtbaar, behalve dan dat de Amerikaanse beurzen op of tegen
‘all time highs’ aanhikken alsof er geen vuiltje aan de lucht
is.
Greenspan’s
niet mis te verstane uitspraak in maart j.l.
we’re running to a state
of disaster’. herhaalde hij nog maar eens in een interview
op CNBC, refererend aan de productiviteitsgroei en de groei van
de kapitaalsinvesteringen die hij als ‘dead in the water’
omschreef maar ook wees hij op de zero rentes (banken!) alsmede
de extreem hoge obligatiekoersen. Voorts wordt er volgens hem
door het bedrijfsleven veel te weinig geïnvesteerd vanwege het
geringe vertrouwen in de toekomst. Een ander punt van grote zorg
vormen de uitkeringsprogramma’s met een stijgingspercentage van
maar liefst 9% (op jaarbasis) die op geen enkele wijze gelijke
tred houden met de productiviteit en de economische groei. De
groei van de verzorgingsstaat (vergrijzing, sociale en medische
zorgkosten) was mede het gevolg van de gigantische money
manufacture waarvan
Greenspan zelf ‘de eminence grise’
was. Intussen zitten we met de gebakken peren van een onhoudbaar
en steeds verder uitgehold monetair systeem.
Zo berekende de
Congressional Budget Office (CBO) dat de Amerikaanse
schuld de limiet van US$20 biljoen (12 nullen) begint te naderen
en deze limiet in stijgende galop weldra zal overschrijden. Dat
is een gat van een kwart tot een derde van het mondiale BBP ad
ruwweg US$70 biljoen. Over een “rijk” land gesproken!
Met dit gegeven proberen de centrale banken alles
in het werk stellen om inflatie te creëren die als laatste
soulaas de koopkracht van de schuld zou kunnen doen verdampen.
Ondanks een ongekende verruiming van de geldmarkt (QE) en ultra
lage rentes blijft het inflatiespook “onvindbaar” daar deze
verruiming niet in het economische maar slechts in het
bankencircuit verdwijnt. Greenspan meent dat we hiermee eerder
in een staat van stagnatie komen te verkeren en in het ergste
geval van stagflatie (stagnerende economie + inflatie).
Er resteren nog een paar mogelijkheden: ‘helicopter
money’, vervanging van de dollar als de wereldreservevaluta dan
wel het opwaarderen van de goudprijs. Alle drie vormen een
opmaat. Bij opwaardering van het goud zal dat direct uitmonden
in een ongekend hoog inflatiecijfer. Zie
hiertoe onderstaand excerpt uit één van mijn nieuwsbulletins van
5 juli j.l.
Op een vraag wat dan
de huidige goudprijs of beter de papierprijs zou moeten zijn ,
dien je te weten hoe groot de huidige geldomloop (monetary
base = geld in circulatie + geld door banken gestald bij de
centrale bank) is. Laten we nu even teruggaan naar het jaar 1933
toen president Roosevelt de goudprijs vastpinde op $33 per ounce
bij een toenmalige geldomloop van bijna $27 miljard tegen thans
bijna 4 biljoen (12 nullen). Een simpel rekensommetje leert dan
dat op basis van de oude (om zeep gebrachte) koppeling van $33
per ounce er thans een goudprijs van ruim $5.000 uit komt
rollen. MAAR, dit geldt alleen de US dollar. Zouden we uitgaan
van de geldomloop van alle in de SDR opgenomen munten (dollar,
euro, sterling, yen en yuan) dan zullen we minstens met het
drievoudige rekening moeten houden resulterend in een
opwaardering naar ruim $15.000 per ounce. Hieruit blijkt de
destructie van de edelmetaalmarkt ten voeten uit(!), er op
neerkomend dat goud minimaal met de factor 10 zou moeten
stijgen. Een SDR biljetje zou dan hooguit 1/13000ste
tot 1/15000ste ounce mogen doen. Thans doet een
dollar “nog altijd” 1/1300ste en dat was nog 1/35e
tot augustus 1971. Een dergelijke ‘reset’ valt alleen met goud
als koopkracht constante te overleven.
Nu doet zich bovendien het vermaledijde feit voor
dat er zich al geruime tijd een tekort in fysiek goud aftekent
om uiteenlopende redenen:
a) |
als gevolg van de gedaalde prijs daalde de animo om
nieuwe projecten op te starten |
b)
|
gezien het feit dat “het laaghangende fruit” voor een
belangrijk deel is opgedroogd lopen de productiekosten
op en nemen winstmarges af |
c)
|
het oplopend gebrek aan voorhanden fysiek goud steekt
schril af tegen het volume aan uitstaande goud derivaten
(shorts) op de COMEX in New York (99% van het totaal
verhandelde goud vindt plaats in de vorm van
futures, andere derivaten en
ETF’s die tot windhandel
vervallen op het moment dat het monetaire systeem
implodeert) |
d) |
te
gering aanbod van scrap
(afval) |
Het is de laatste tijd nogal opvallend dat geen enkele centrale
bank zich nog uitlaat over goud. Heimelijk zal er nu wel
bijgesprokkeld worden (zo lang dat
nog kan) zoals de Aziaten met China voorop dat al sinds 2011
doen. Hoewel boeken van schrijvers als bijvoorbeeld Sir John
Glubb met zijn ‘The
Fate of Empires’ en William
Olphus met ‘Immoderate
Greatness: Why
Civilizations
Fail’ tot dusver geen grote bekendheid wisten te
verwerven, zou dat dra wel eens kunnen veranderen.
Met de verdamping van ruim $11 biljoen (12
nullen) aan vermogenswaarde na de Brexit
uitslag op 23 juni j.l. bleken de
tegenkrachten nog sterk genoeg om ook dat “vuiltje” weer snel
weg te werken. En afgaande op de verzoenende taal richting
Putin en Xi
lijkt het er op dat met name de Amerikaanse beleidsmakers er nog
voldoende vertrouwen in hebben dat de huidige monetaire status
quo nog wel even gehandhaafd zal blijven. Dit ondanks een
melée van problemen zoals de almaar
toenemende schuldgroei, de aanhoudende bankenzwakte (w.o.
molochs als Deutsche Bank en Commerzbank met een kapitaalratio à
la Lehman van ca. 3% ), grootschalige corruptiepraktijken (libor,
rentederivaten, valuta’s), de uitdunning van de lagere en
middenklasse, de groei van het populisme à la jaren ’30 alsmede
de toename van rabiaat geradicaliseerd moslimgeweld zonder een
adequaat antwoord hierop.
Niettemin blijven de monetaire vooruitzichten in
onze roerige wereld centraal staan. Het gaat immers om de
validiteit van ons zgn. fiatsysteem dat al vanaf 1971
onverankerd (aan goud) is gebleven.
Dat impliceert dat je je moet verlaten op het vertrouwen in de
financieel/monetaire beleidskunsten ongeacht hoeveel schuld er
wordt gecreëerd in relatie tot de reserves. Reserves zijn er in
relatie tot de schulden niet meer, terwijl bovendien de
inverdiencapaciteit middels economische groei verwaarloosbaar is
geworden.
Het meest zorgelijk is dat deze situatie zich
niet alleen voordoet binnen het dollardebiet maar evenzo binnen
de zone van de “synthetische” euro als het Britse pond en de
Japanse yen. Zo werd binnen dat raam een ander “vuiltje” (2e
kwartaalverlies ad $43 miljard van Japan’s
Government Pension Investment Fund,
’s werelds grootste pensioenfonds), weggepoetst met nog maar
eens een krachtige zwaai aan de geldpers. Daarmee vond een
massale opkoop van (corporate) bonds
en aandelen plaats (nationalisatie via de achterdeur) waar Marx
en Lenin hun visie op het kapitalisme bewaarheid zien en
Russisch econoom Kondratieff zich
met zijn lange golf theorie bij Stalin in diskrediet plaatste.
We leven bijgevolg voort in de slagschaduw van
een wereldwijde monetaire crisis die in een poging deze te
ontlopen, alleen middels de uitgifte van nog meer digitaal
fiatpapier opnieuw vooruit wordt geschoven. Dat betekent schuld
op schuld stapelen in de wetenschap dat hier puur sprake is van
het “consumeren” van de koopkracht van ons nageslacht. Hoe
langer dit proces voortduurt, hoe hoger de prijs!
Robert Broncel
Copyright, 1 augustus 2016
PS. deze column wordt wederom verzonden aan
premier Rutte, de fractieleiders van de grootste politieke
partijen in de Tweede Kamer alsmede aan DNB president Klaas
Knot.
|