Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN (IV)
(18 april 2018)

Ondanks de turbulenties als gevolg van de Russisch/Amerikaanse confrontatie in Syrië alsmede de Amerikaans/Chinese handelsoorlog wisten de beurzen al met al goed stand te houden. Dit zal niet in de laatste plaats te danken zijn geweest aan de stille inzet van het destijds door president Reagan ingestelde zgn. Plunge Protection Team na de beurscrash in 1987. The show must go on!

 

Uit de drie door het ministerie van Defensie voorgeschotelde Syrië opties koos Trump voor de “minst schadelijke” zonder Poetin noemenswaardig uit te dagen. Daaruit kan worden afgeleid dat de V.S. noch Rusland “op zoek zijn” naar een directe confrontatie. Voorts heerst het gevoel dat de “handelssoep” met China ook niet zo heet zal worden gegeten als werd gevreesd.

 

Op het Amerika’s thuisfront heerst wel de vraag hoe president Trumps belastingverlagingen en zijn infrastructuur herstelplannen alsmede de bouw van de Mexicaanse muur (al dat geld dient weer geleend te worden) te rijmen vallen met de door het Congressional Budget Office (CBO) gepubliceerde overheidstekorten in relatie tot de staatsschuld. In haar jongste rapport schat het CBO dat het negatieve verschil tussen inkomsten en uitgaven in 2020 zal uitgroeien naar $1 biljoen. Dat tekort zal opnieuw bij de staatsschuld opgeteld moeten worden, terwijl die schuld al naar $21 biljoen is opgelopen. Daarmee is de schuldgroei niet ten einde tenzij de economie aanzienlijk harder zou groeien dan de intussen royale 3%. Dit vooruitzicht wordt evenwel belemmerd door de door de nieuwe Fed president Powell aangekondigde serie renteverhogingen.

 

De bizarre schuldgroei kan alleen nog worden gefinancierd voor zover marktpartijen bereid zijn deze op te nemen. De tweede opkomende vraag wordt dan tegen welke rentevoet? Tot voor kort kocht de Fed dit schuldpapier nog grotendeels zelf op maar dorst daarmee niet verder te gaan nadat de balans op een stand van meer dan 4 biljoen minder geloofwaardig werd. Naarmate de staatsschuld verder groeit, dient er ook meer rente te worden betaald die weer bij de staatsschuld wordt gevoegd. Daarmee treedt een soort ‘self fulfilling prophesy’ in werking hetgeen de schim van het “Venezuela visioen” oproept.

 

De door het CBO uitgebrachte “schets” laat geen ruimte voor meer inflatie (thans ruim 2%) of een nieuwe recessie dan wel onverhoopt een nieuwe financiële crisis met een bail out die dito biljoenen vergt. Voorts rijst de vraag of  China zal afhaken bij de inkoop van nieuwe Amerikaanse staatsschuld en/of haar portefeuille ad $1,3 biljoen verder zal willen afbouwen. Je zou zeggen dat alles bijeen genomen dit toch wel tot de nodige marktnervositeit zou moeten leiden. Op Wall Street met een koers/winstverhouding van 24 valt hiervan evenwel nog niets te merken. Zelfs niet na een stijging van de winst per aandeel van $104 in september 2014 naar slechts $109 in december 2017 (bron: David Stockman, voormalig Budget Director). Het adagium why worry be happy blijkt dus nog steeds actueel te zijn.

De schuldgroei in de V.S. staat niet op zichzelf. Dit verschijnsel doet zich mondiaal voor met  mondiale consequenties. Zo sprak het Institute of International Finance (IFF) eind 2016 al van een coordinated debt growth, waarbij de mondiale schuld een nieuwe all time high van $217 biljoen of 327% van het mondiale BBP bereikte. Ook het IMF maakte zich hierover in haar World Economic Outlook grote zorgen, zo werd zojuist bekend gemaakt.

‘All sectors’ wil zeggen: overheid, bedrijfsleven, de sociale en particuliere sector; de hoogste particuliere schuld doet zich volgens het IFF voor in landen als België, Luxemburg, Frankrijk, Zweden, Noorwegen, Zwitserland en Canada. Italië en Ierland blijken het laagst te scoren. Nederland werd niet genoemd maar leunt nog steeds tegen een te hoge hypotheekschuld aan.

 

Intussen is de mondiale schuld tot en met het eerste kwartaal van dit jaar verder opgelopen naar $237 biljoen of een stijging met ruim 9% in vijf kwartalen. We hebben bijgevolg te maken met wat wordt genoemd een stijgende improductieve schuld vooral vanwege de rentecomponent, waarbij de dosis schuld om groei te bereiken steeds groter is geworden. Tegen deze achtergrond is het uiterst onwaarschijnlijk dat Trumps belastingverlagingen en het infrastructuur herstelplan nog zoden aan deze dijk zullen zetten. Binnen het Congres wordt intussen gesproken van een deficit headache omdat hiermee onafwendbaar een permanente ophoging van het schuldplafond in zicht is.

 

De langjarige renteontwikkeling tendeert in deze fase thans weinig goeds te voorspellen. De neergaande trendlijn werd in gang gezet door de ultralage rente en QE, die in 2008 uit de hoge hoed werden getoverd. Nu daaraan een eind is gekomen, is er dit jaar weer sprake van een oplopende trend. Naarmate er een groeivertraging optreedt en/of  het recessiespook weer om de hoek komt kijken als gevolg van de renteverhogingen, zal de rente opnieuw moeten worden verlaagd. In hoeverre blijft dan de Fed als zogenaamd centrale bank nog geloofwaardig? In  elk geval zal de animo vanuit het buitenland niet toenemen en zal de Fed bovendien wel weer gedwongen worden de geplande renteverhogingen te ‘shelven’ en opnieuw overgaan tot de opkoop van schuldpapier. Dit is aldoor het geschetste scenario in mijn column geweest vanaf het moment dat de Fed  het rentewapen heeft laten ontglippen. 

De neergaande yield werd al in 2017 gebroken als gevolg van het gewijzigde Fed beleid resulterend in een verschil van meer dan een vol procent. Dat blijft niet ongezien.

 

Mondiaal macro-economisch verkeren we in zwaar weer zonder dat dit voldoende wordt onderkend. Er is geen hond die weet op welke wijze de wal dit schip nog kan doen keren.

De confrontaties met Rusland en China dragen evenmin bij tot een positief effect op het BBP. Die “luxe” van confrontaties kunnen we ons eigenlijk helemaal niet permitteren, tenzij deze “strapatsen” bedoeld zijn als afleiding voor de huidige monetaire spanningen.

 

Rusland bezit evenmin veel speelkaarten anders dan nucleaire afschrikking maar China daarentegen bezit die wel. De belangrijkste daarvan is ongetwijfeld de recente invoering van de petro-yuan waarmee het land met ruim 8 miljoen vaten per dag de grootste olie inkoper is zonder hiervoor nog langer dollars te hoeven aanhouden. De positie van de tot dusver monopolistische petrodollar wordt hiermee voor het eerst “aangevreten”, vooral nu ook landen als Rusland, Iran en India te kennen hebben gegeven voorkeur te hebben voor de Chinese valuta. China bezit hiermee het potentieel om de reserverol van de dollar straks over te nemen gedekt door aanzienlijk meer goud dan wat er (nog) in Fort Knox ligt. Op de Shanghai International Energy Exchange (INE) ging in elk geval de vlag uit, nu het INE futures contract vanaf dag één haar rol opeiste naast de U.S. West Texas Intermediate (WTI) en de U.K. Brent. Was hiervoor ook aandacht in de westerse media?  

 

Voor het overnemen van de rol van de dollar als wereldreserve valuta is evenwel meer nodig. Zo zal China de controle over de kapitaalstromen verder dienen te versoepelen om het voor buitenlanders makkelijker te maken om in Chinees waardepapier te doen. Wel blijkt volgens de brede IHS Market iBoxx Asia China Index dat de omzet in Chinese obli’s de laatste 4½ jaar weliswaar is verdubbeld tot een omvang van $11 biljoen maar er zal veel meer vaart achter een volledige openstelling van de kapitaalmarkt moeten worden gezet. De invoering van Chinees staatspapier op de belangrijkste indexen zou aansporing zijn om meer in China te investeren. In elk geval liet Bloomberg weten volgend jaar Chinese stukken op te nemen in de Bloomberg Barclays Aggregate Index.  

 

Een ander belangrijk “wapen” is de Chinese Belt en Road Zijderoute om immense handelsnetwerken te creëren in samenhang met Europa en Afrika. Het vertrouwen in de Chinese munt zal ook hierdoor verder toenemen. Europa zal op goed moment positie dienen te kiezen om niet meegesleept te worden in de nasleep van de bankroete Amerikaanse monetaire politiek. Het lijkt vooralsnog onbestaanbaar dat het eens rijkste land ter wereld aan haar eigen monetaire politiek ten onder gaat, terug te voeren tot de laagste rente aller tijden in samenspel met de grootste verruiming van de geldhoeveelheid aller tijden (QE).

In de loop van de afgelopen 10 jaar ontving ik regelmatig de vraag van lezers of de prijs van het edelmetaal dan niet omhoog moest? Uiteraard(!) maar vanwege het vertrouwen in de dollar als ’s wereld reservevaluta kon hiervan geen sprake zijn en werd niet voor de eerste keer de hulp van de Bank of International Settlements (BIS) in Basel ingeroepen. Het goud als meest betrouwbare  barometer van het internationale monetaire systeem mocht na de snelle opgang in de jaren volgend op de monetaire crisis in 2008 nog maar een nauwelijks zichtbare rol spelen. Dat lukte tot nu toe middels de “papieren” manipulaties op de COMEX futures beurs prima zoals dat sinds eind vorig jaar kennelijk ook de crypto’s ten deel is gevallen. Voorts spint China als grootste “goudsprokkelaar” ter wereld er uiteraard ook garen bij vanwege de voortdurend laag gehouden marktprijs.    

Gezien de bovengeschetste ontwikkelingen lijkt het niet aannemelijk dat China zal kiezen voor een belligerent scenario in de wetenschap op enige termijn als verreweg grootste handelsnatie ter wereld met nogmaals(!) verreweg de grootste goudvoorraad ter wereld te kunnen oogsten. Om de V.S. “uit zaken te forceren” is niet meer nodig dan een reset van de goudprijs af te dwingen, waarmee tegelijkertijd het internationale monetaire en politieke speelveld er totaal anders komt uit te zien. Dit is “dé rode knop” van de 21e eeuw!

 

Robert Broncel

Copyright 18 april 2018

 

PS. deze column wordt ook aan de president van de Nederlandse Bank verzonden.

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2017 © Robert Broncel