Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

DE EEUWIGE ROL VAN GOUD VI
(14 augustus 2019)

Na jaren van schuldcreatie, nooit eerder vertoonde verruiming van de geldmarkt en dito intrinsieke “verkrachting” van onze koopkracht (w.o. pensioenen en spaargeld) alsmede goud- en zilverprijs-manipulaties, is het oog thans meer dan ooit gericht op een verdere (ongehinderde) prijsontwikke-ling van het edelmetaal als barometer van ons huidige monetaire systeem.   

 

De fysieke vraag naar goud blijkt dusdanig dat papieren manipulaties gezien de beschikbare fysieke voorraden daartegen kennelijk niet meer opgewassen zijn. Zilver blijkt nog redelijk  onder de duim te kunnen worden gehouden gezien de ongehoord hoge ‘open interest’ op de COMEX. De grootste vraag naar goud is afkomstig van China dat hangende de uitkomsten van de handelsoorlog met de V.S. naarstig omziet naar diversificatie van haar in dollars genoteerde belangen. Tot dusver dit jaar heeft het land al bijna 100 ton goud uit de markt gevist. Daarmee werd in feite de vloer met de COMEX aangeveegd. De vraag is nu in hoeverre de goud- en zilverprijs kunnen blijven stijgen, of beter: tot welk niveau de dollar en daarmee alle andere valuta’s verdere koopkracht zullen verliezen?

Handels- en valutaspanningen

Naar het zich laat aanzien, ligt een snel vergelijk tussen de V.S. en China niet voor de hand. Als gevolg van de door Trump opgelegde tarieven is er sprake van een afnemend handelsvolume en daarmee een afnemende vraag naar de Chinese munt. Afnemende vraag leidt tot een verzwakking van de munt. Als gevolg van deze depreciatie (niet opzettelijke waardevermindering van de munt) wordt China niettemin verantwoordelijk gehouden voor een zekere devaluatie (opzettelijke waardevermindering). Ongetwijfeld zal ook de onrust in Hong Kong een factor blijken te zijn. Daarmee is ook het woord “valutaoorlog” gevallen. Daling van de munt zorgt voor een dito afzwakking van de ‘impact’ van de opgelegde tarieven. Maar anderzijds is een onstabiele munt niet in China’s belang in het perspectief van de toekomstige mondiale rol die het land voor ogen heeft. Het voorbeeld van een minder “fiduciaire” dollar ligt voor het oprapen.

 

Voorts heeft een valutaoorlog nog nooit overwinnaars opgeleverd, tenzij er vergaande afspraken worden gemaakt zoals in de jaren ’80 middels het Plaza en Louvre Akkoord tussen de U.S., U.K., West-Duitsland, Frankrijk en Japan.  De daarin opgenomen voorwaarden zoals het reduceren van het federale budget (U.S.), belastingverlagingen (Duitsland) en het bijstellen van interne en externe onevenwichtigheden (Japan) liggen thans niet voor de hand. Wellicht zal het presidium van de Chinese Communistische Partij zich spiegelen aan de Chinese wijsheid: “beweeg met de richting van het riet maar breek niet”!  

 

De goudprijs

Bekend is dat de reële rente (rente minus inflatie) doorgaans een significante invloed heeft op de goudprijs. Die was dankzij ‘da boyz’ tot dusver uitgebleven. Teneinde de onrust op de financiële markten zoveel mogelijk binnen de perken te houden, verdient een geleidelijke goudprijsstijging de voorkeur maar dat station lijkt intussen gepasseerd. In elk geval is de beweging van de goudprijs zeker gezien de “indalende” rentes een belangrijker graadmeter geworden dan de VIX (volatiliteit) op de beurs. Dat hangt samen met het vertrouwen in de dollarstatus als mondiale reservemunt. Gezien de huidige vraag naar goud speelt ook de beschikbaarheid ervan een rol en kan eveneens leiden tot een verder (snel) stijgende prijs.

 

Volgens de World Gold Council bedroeg de goudvraag in het eerste halfjaar 2.181 ton of ca. 80% van de jaarproductie. De vraag was met name afkomstig van de centrale banken. 

 

Opvallend in dit kader was dat de Bank of International Settlements (BIS) te Basel in een voetnoot van hun jongste bericht er op wees dat ‘central bank intervention seems to be diminishing’. Dit blijkbaar als gevolg van de geringere beschikbaarheid gezien de gestegen fysieke vraag naar het “goedje” in de open markt. Overigens werd met geen woord gerept van de zgn. bull trap die door de bullion banks tot voor kort aldoor werd toegepast nadat de goud- en zilverprijs weer even (te) sterk was opgelopen. De vraag blijft gewettigd of zulks in de (nabije) toekomst niet opnieuw aan de orde zal komen. Echter, gezien de grote “goudappetijt” van de centrale banken alsmede de valutaspanningen lijkt dit niet het geijkte klimaat om voldoende “shorts” te kunnen plaatsen. Kritisch wordt stellig het laatste hoogtepunt van $1.920 omdat we daarmee in wat dan heet ‘unchartered territory’ terecht komen.

 

China’s ambities

De  weinig op de voorgrond tredende  madame Wu Xiaoling, bestuursvoorzitter van de PBC School of Finance, onderdeel van de Tsinghua Universiteit, gaf onlangs in een speech te kennen dat goud een cruciale rol dient te spelen in de verdere internationalisering van de renminbi (RMB). Daarbij benadrukte ze o.m. dat goud niet aan enige schuld is gerelateerd. Voorts gaf ze aan dat ‘in an economic environment fraught with uncertainty, discussions around the role of gold can have genuine practical implications’. Ze wees er verder op dat ‘restrictions on the gold’s allocation in asset portfolio’s by insurance companies, social security funds, pension funds and other investment institutions should be eased at the right time, to introduce more long-term funds to China’s gold market’. Dit betreft dus een open invitatie om actief en long-term op de Shanghai Gold Exchange (SGE) te gaan opereren, dus weg van New York en Londen. Ongetwijfeld zal ze daarbij China’s toekomstige rol op het internationale terrein van de ‘haute finance’ voor ogen hebben gehad. Tegen de achtergrond van haar positie als voormalig vice-voorzitter van de People’s Bank of China (centrale bank) en ongetwijfeld een goede bekende van “onze” Nout Wellink, die daar ook aan tafel zit, mogen haar uitspraken wellicht als “historisch” worden beschouwd.

 

Hoewel onbekend is in welke mate China thans is gevorderd met de afbouw van Amerikaans schuldpapier (was ruim $4 biljoen in 2014) gaat de U.S. Treasury (ministerie van Financiën) uit van een schatting van $1,1 biljoen (peildatum mei 2019). Evenmin weten we hoe groot de Chinese goudvoorraad is. Hierover bestaan diverse schattingen van officieel 1.842 ton tot ruim 4.000 ton met peildatum december 2018 (Bullion Gold), terwijl de totale goudreserve (bij PBOC, andere overheidinstituten, de goudbranche en particulieren) op ruim 21.000 ton wordt getaxeerd. Officieel houdt men zich aan de 2% van de totale buitenlandse valuta reserve. Het internationale gemiddelde ligt evenwel op 11%. Voor China als grootste producent ter wereld met een productie van ruim 400 ton per jaar zou dan 10.000 ton nog aan de bescheiden kant zijn. De reden waarom de PBOC geen uitspraak doet over de reële reserve heeft te maken met de vrees voor een verder stijgende goudprijs, een te sterk oplopende munt en uiteraard de uitstraling van suprematie, waarmee het land (nog) niet kan koketteren.

Gegeven het huidige aandeel van de RMB op de internationale valutamarkt ad 1,84% tegen de dollar met 58,14%, de euro met 19,03% en de yen met 4,94% is het land nog ver verwijderd van de doelstelling de “muntmacht” over te nemen. Echter, de opbouw van de goudvoorraad “dreigt” wel een tegenhanger van groeiend formaat te worden. Evenmin weten we of er intussen niet stiekemweg door Westerse centrale banken w.o. de Fed en de ECB eveneens goud wordt “gesprokkeld”.  

 

De rode draad

Uit het feit dat de centrale banken geen enkel antwoord hebben gehad op de crisis in 2008 anders dan de rente neerwaarts – intussen negatief $13bn(!) – bijstellen mag worden afgeleid dat geen enkele centrale bank het “eureka” of exit strategie in huis heeft. Kortom, de bodem onder het ‘fiduciaire papier’ representeert niet meer dan een kletsnatte krant, met diverse negatieve gevolgen als verdere financiële repressie, hogere schulden, ‘everything bubbels’, groeiende inkomensongelijkheid en andere sociale hazards zonder enig positief uitzicht.

 

Waar het wezenlijk om gaat is het vertrouwen in de dollar. Als diverse centrale banken hun dollarreserves in goud omzetten dan impliceert dat een afnemend vertrouwen in de greenback. Als die vertrouwensbasis wegvalt – vandaar Powell’s insteek om de rente te verhogen – dan verliest de V.S. de mogelijkheid om dollars te blijven bijdrukken teneinde de schuld te kunnen financieren. Wie wil die schuld dan nog in portefeuille hebben? Goud ligt dan veel meer voor de hand dat weliswaar geen rendement oplevert maar ook geen counterparty risk kent noch het risico van een negatief rendement oplevert. Evident is dat de goudpariteit sinds 2011 – start van de manipulaties op de COMEX – geheel is zoek gespeeld.

Ontknoping?

Zolang de majeure valuta’s als de euro, pond, yen en yuan of RMB dezelfde ruilvoet met de dollar aanhouden is er direct (nog) niet zoveel aan de hand. Pas als die ruilvoet wordt losgelaten met de  extra impuls dat de goudprijs verder oploopt, kan er een kettingreactie ontstaan. Het tot voor kort stuiten van de goudprijs kon echter niet voorkomen dat er intussen in 73 landen een all time high werd bereikt. Dit bleek al niet meer te voorkomen en vandaar dat Powell nogmaals het tijdstip rijp achtte de rente te verhogen. Je zou zeggen dat hij bij de overname van het Fedroer vorig jaar toch geweten moet hebben dat zijn voorgangers zich met hun “vierend” beleid al lang en breed in de monetaire jas hadden weten te naaien?!

 

In het licht van Bretton Woods dat 75 jaar geleden in het leven werd geroepen is het meer dan relevant om te zien naar de motivatie daarvan in 1944 ten tijde van WO II. De ‘Great Depression’ met in het kielzog de verarming en diverse handels- en militaire conflicten alsmede opkomend populisme had grote economische gevolgen. Deze gevolgen wezen in feite de weg naar Bretton Woods gevolgd door een lange periode van relatieve economische rust en voorspoed. Daarvan was ook sprake voordat de Fed in 1913 in het leven werd geroepen. Hoeveel verschilt onze ‘époque’ thans met die van vóór Bretton Woods?

 

Ogenschijnlijk lijkt het alsof het monetaire beleid sinds de crisis in 2008 wel degelijk zinvol was. Immers, het kan niet ontkend worden dat we de afgelopen jaren de langste economische expansieperiode in de gehele economische historie hebben gezien, inclusief torenhoge beurzen. Niettemin is de euforie uitgebleven, waarschijnlijk omdat is doorgedrongen dat het slechts om “een kunststukje” gaat.

Niettemin zullen de centrale bankiers “dit wapenfeit” graag op hun conto willen bijschrijven, ‘honi soit qui mal y pense’. Dit beeld stimuleert het “voortmodderen” zoals dat in Japan al vanaf de crash in 1989 aan de orde is. De aldaar intussen opgebouwde staatsschuld ad ruim 250% van het BBP schijnt “ogenschijnlijk” niemand te deren, terwijl de vergrijzing al jaren toeneemt. Verblind of verdoofd door uitzichtloosheid? Met Japan als voorbeeld lijkt het alsof we ons vooralsnog geen “zorgen” hoeven te maken?

 

Of Jerome Powell deze zorg wel deelde, bleek niet uit zijn jongste  toespraak tot het Amerikaanse Congres toen hij de terugkeer van de goudstandaard niet zo’n goed idee vond. Zijn motivatie: ‘you’ve assigned us the job of two real economy objectives: maximum employment and stable prices. If you assigned us to stabilize the dollar price of gold, monetary policy could do that, but the other things (werkgelegenheid en stabiele prijzen) would fluctuate, and we would not care as this would not be our job’. Ook wees hij er op ‘that there have been plenty of times in fairly recent history where the price of gold has sent a signal that would be quite negative for either of those goals’. Daar liet hij het bij, in de wetenschap dat de Fed met haar rentepolitiek in het verleden altijd aan de basis heeft gestaan van de booms and busts in plaats van toe te geven dat een goudkoppeling in het verleden juist voor de nodige economische stabiliteit heeft zorg gedragen.

 

Powell’s stellingname staat nogal in contrast met die van Judy Shelton, Trump’s favoriet om het  Fed bestuur te versterken. Haar motivatie: ‘a return to the gold standard affords the U.S. an opportunity to secure continued prominance in global monetary affairs’ die nauw aansluit op die van madame Wu. Misschien dat Christine Lagarde, die al flirtte met de crypto’s, straks als nieuwe ECB voorzitter ook een rol voor het goud ziet weggelegd? Kortom, er lijkt aan “Andere Tijden” niet te ontkomen!

 

Robert Broncel

 

Copyright, 14 augustus 2019

 

NB. deze column wordt ook verzonden aan DNB president Klaas Knot.

 
 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel