Op het
naderend einde van de Titanic een goeie eeuw geleden speelde het
orkest “vrolijk” door. Het heeft er thans alle schijn van dat
het Fed “orkest” middels de geldkraan eveneens in soortgelijke
stemming blijft doorspelen, ongeacht wat er verder ook speelt.
Mundus
vult decipi, ergo
decipiatur,
de wereld wil bedrogen worden etc.
Op geen terrein blijkt dat zo evident als op het
monetaire!
Het
eindstation van ons huidige monetaire systeem is al lange tijd
in zicht. Zonder een adequate koopkrachtpolis in de vorm van
edelmetaal rest ons weinig anders dan het lot van de passagiers
op de Titanic. In het huidige monetaire Umfeld gaat dat thans
zowel de beleidsmakers als hun onderdanen aan. Afgaande op de
tot dusver opgegeven voorraden goud (niet altijd even
betrouwbaar) zijn de natiestaten grosso modo beter voorbereid
dan hun onderdanen. Echter, het zijn anderzijds de onderdanen
die uiteindelijk de stabiliteit binnen de samenleving bepalen.
Tot dusver zal
wereldwijd het bezit van een mondkapje vele malen groter zijn
dan van een ounce goud of zilver, ofschoon er de nodige twijfel
bestaat over de effectiviteit van dat kapje. Het edelmetaal
daarentegen stond tot augustus 1971 borg voor een gezond
monetaire systeem, zolang er niet de hand mee werd gelicht wat
echter wel gebeurde om meer papieren liquiditeit te verkrijgen
teneinde daarmee vermeende doelen te realiseren. In het heetst
van de koude oorlog vormde een “positieve” afloop van de oorlog
in Vietnam een dergelijk doel doch zonder dat dit kantelmoment
thans nog veel herinnering oproept en niet meer in verband wordt
gebracht met de ontkoppeling dollar/goud als anker van het
mondiale monetaire systeem. Immers, hiermee wordt bij elke
centrale overheid een zekere uitgaven discipline afgedwongen die
de koopkracht van de onderliggende munt in stand houdt.
De
aanstormende “krach”
Zonder een
koppeling met edelmetaal heeft elke centrale bank en regering in
wezen vrij spel, zij het dat met name de noordelijke landen
binnen de Europese Unie hierin meer realiteitszin aan de dag
leggen dan de zuidelijke, maar wat gaat de ECB nu doen? No
steeds weinigen beseffen welke koopkrachtpariteit het
edelmetaal bezit. Mede verblind door ons sociale vangnet zal bij
een instorting van het monetaire systeem blijken dat 99% of
misschien zelfs meer hiertegen geen “polis” bezit!
Zoals in 2008
en daarvoor in 1929 verdwijnen vermogensklassen als aandelen,
obligaties en vastgoed bij een krach steevast “in het putje”.
Die angst bestaat wellicht onder de oppervlakte wel maar wordt
door het “vrijgevige” monetaire beleid terzijde geschoven.
Opvallend daarbij is nog altijd de veel te geringe aandacht die
de mainstream media aan dit onderwerp wijden, zodat de
grote meerderheid niet helder heeft wat er precies boven hun
hoofd hangt.
Het siert
Geert Mak als auteur en historicus maar in zekere zin ook als
buitenstaander hieraan in zijn nieuwste boek “Grote
Verwachtingen” in het tijdvak 1999 – 2019 de nodige aandacht te
hebben besteed. Dat geldt overigens ook onafhankelijk journalist
Joris Luyendijk in zijn kruistocht tegen de malafide praktijken
van diverse systeembanken (of all banks!), met ook nu nog
tientallen biljoenen aan derivaten als massa destructie wapens
aan hun jas hangend.
Koopkrachtpariteit
Anderzijds is
het boeiend om de krampachtige bewegingen van de monetaire
beleidsmakers te blijven volgen die straks hopelijk als
basisstof op de universiteit voor een adequaat monetair systeem
zullen dienen. De studenten van straks zullen hun ogen
uitwrijven bij het bestuderen van de ontwikkelingen op dit
terrein sinds 1971 toen de dollar door president Nixon werd
ontkoppeld van het goud. Vooral zijn meerdere malen in deze
column gebezigde begeleidende opmerkingen als: ‘this will
only be temporarily’ en ‘I’ll promise you that the
dollar will be as good as gold’ zullen nog lang blijven
nagalmen.
Waarom moest
dan het goud aldoor via een sluikse methode op de COMEX futures
beurs neerwaarts worden “bijgesteld”, nadat het eerst vanaf 1971
tot 1980 een vrij prijsverloop kreeg. Meest opvallend was
natuurlijk dat het goud sterker dan welke manipulatie ook haar
functie als koopkrachtpariteit des te meer schijn gaf, waarbij
zichtbaar werd hoe sterk de dollar nota bene als “hoeder” van
het internationale monetaire systeem aan koopkracht inboette!
Dat had bijgevolg z’n weerslag op alle papieren en zwevende
valuta’s ter wereld.
De vraag in
welke fase we ons thans bevinden wordt het beste weergegeven via
de ontwikkelingen middels de koopkrachtschets vanaf het moment
van oprichting van de Fed in 1913, met de daarin opgenomen
bepalende historische momenten in 1933, 1944 en 1971.
|