Nu hebben deze
uitslagen zich al min of meer eerder afgetekend maar tegen de
achtergrond van de huidige “geldsmijterij” kan dit bij
voortduring tot aanzienlijk grotere spanningen leiden. Het
antwoord van ECB chef Lagarde is er al: we gaan toe naar een
“symmetrische” inflatie handling, waarbij minder snel zal
worden gereageerd zowel bij een hogere als bij een lagere
inflatie uitslag. Hiermee kan desgewenst opnieuw tijd worden
gewonnen, mocht het nog eens uit de hand dreigen te lopen (extend
and pretend!).
In dat kader
meldde gezaghebbend criticus El-Erian, hoofdeconoom bij Allianz,
de houdster van het grootste obligatiefonds ter wereld Pimco dat
‘Central Banks Face a Year of Mounting Challenges’.
Samengevat kwam “zijn verhaal” er op neer dat de plotse ommekeer
terug naar het “losse” monetaire beleid van de belangrijkste
centrale banken (Fed en ECB) na de aanvankelijke krimp weinig
goeds voorspelt voor wat rustiger marktcondities in 2020.
‘This
dramatic policy turnaround’ vond hij om twee redenen
nogal ‘questionable, terwijl voor deze ingreep geen
enkele bijzondere reden aanwezig was, anders dan dat de beurs
flink terugviel als gevolg van de verkrapping (eind 2018). Er
was beslist geen sprake van een terugval in de economische
groei. Alleen moest de negatieve beursbeweging coute que
coute worden gekeerd, dit vooral om het algemene feel
good gevoel in stand te houden.
Al met al
heeft deze bancaire volte face er intussen toe geleid dat
het vertrouwen in de “kunsten” van de centrale banken wel een
flinke buts heeft opgelopen. Dit wantrouwen gevoegd bij de
bovengenoemde feiten zal het gevoel van de thans heersende
onzekerheid alleen maar verder doen toenemen. De centrale
bankiers dragen op deze wijze nadrukkelijk bij tot het zagen aan
hun eigen stoelpoten. Dit moet nog maar een keer gezegd worden!
Voormalig
Budget Director David Stockman onder president Reagan gaf
opnieuw als zijn mening: by kicking the can even further down
the road, they (Fed) are building the pressure in the system to
really explosive levels’. Een belangrijk signaal was voor
hem de toegenomen belangstelling voor goud.
De Buffett
Indicator
De Buffett
Indicator, genoemd naar de meest succesvolle belegger aller
tijden Warren Buffett, geldt als de meest betrouwbare. Buffett
let uitsluitend op de verhouding tussen het BBP en de totale
marktkapitalisatie van de beurs. Hij ziet een correctie wanneer
deze indicator topzwaar wordt of wanneer de totale marktwaarde
van de aandelen sterk uitloopt boven de productiviteit van het
bedrijfsleven, waarvan de aandelen beursnotering hebben. De
historische data toonden en tonen de validiteit van deze
benadering. De grafiek hieronder laat zien hoe de Buffett
indicator zich in de afgelopen 20 jaar met ups en downs heeft
bewogen.
Vóór de dotcom
crash begin deze eeuw liet deze indicator een marktkapitalisatie
van 146% van het BBP zien. Vervolgens tegen eind 2007 stond dit
cijfer op 137% van het BBP, waarop de dramatische beursval
volgde tot beneden de 1000 punten (S&P). Intussen zijn we bij
een S&P van 3230 weer flink opgeschoten en zien we op de eerste
handelsdag van de beurs dit jaar een stand van 153% (hoogste
ooit!). Het is om deze reden dat Buffett’s fonds Berkshire
Hathaway haar kasmiddelen ad $128 miljard heeft droog gehouden
en een “trailing stop loss” onder de portefeuille heeft staan.
|