Header


Homepage | De Markt | Portefeuille | Quotes| Archives | Aanmelden | Contact
 

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN XXXXVII
(17 juni 2021)

Schijn bedriegt maar niettemin heeft de huidige rust op de financiële markten de bedrieglijke schijn van stilte vóór de storm. Die stilte hangt mede samen met de vooralsnog (te) lage inschatting van een hogere inflatieverwachting door de centrale banken. Maar ook de opgelegde Yield Curve Control (YCC), de relatieve rust van de Federal Reserve en de tot dusver stationaire goudprijs rond $1.900 doen rust slechts “vermoeden”.

Wel blijven de digitale geldpersen onverkort overuren maken om de markten ‘at bay’ te houden. Dit niettegenstaande de “schurende” ontwikkelingen van steeds hogere beurskoersen en dito vastgoedmarkten alsmede steeds verder oplopende inkomensverschillen. Bijgevolg lijkt een fin du siècle ogenschijnlijk nog niet in zicht te zijn, terwijl de leidende centrale banken met de Federal Reserve voorop aan het eind van hun wezenlijke beleidslatijn staan.

De huidige “stabiele” marktfactoren maken niettemin duidelijk dat het “gouden” moment van edelmetaal zich thans nog nadrukkelijker aandient gelet op de huidige reële negatieve yield oplopend naar min 5%. De yield is de resultante van de korte termijn rentevoet (Federal Fund Rate), het Federal Reserve beleidsinstrument afgezet tegen het inflatieniveau, intussen oplopend richting min 5% (zie rechts beneden in de grafiek). De vraag is thans in hoeverre deze ontwikkeling in de nabije toekomst tractie zal krijgen na mogelijke loonsverhogingen.

Les uit het verleden
Het was evenzo de sterk oplopende negatieve yield in de jaren ’70 met een all time low van min 7,31% begin jaren ’80 die de goudprijs van $200 naar $800 opstuwde! De inflatie oplopend tot ruim 15% kon uiteindelijk nog vanwege de relatief lage schuldhoogte van iets meer dan 50% van het BBP met een korte rente van 22,25% worden bedwongen. Gezien de huidige schuldhoogte van bijna 110% van het BBP en een Fed balance sheet van $8 biljoen of ruim tien maal groter dan in 2008 is het rentewapen bij lange meer niet inzetbaar en resteert slechts “het reeds aloude beproefde wapen” van schuldverdamping of (hyper)inflatie.

Het wekt derhalve geen verwondering dat diverse centrale banken zich opnieuw relatief zwaar aan de koopzijde van het edelmetaal bevinden zolang de goudprijs zich nog rond het huidige niveau blijft bewegen. De discrepantie tussen de reële rente en de goudprijs wordt inzichtelijk in onderstaande grafiek.

In 2011 liep de zaak als gevolg van de crisis in 2008/9 opnieuw uit de hand en diende de omhoog geschoten goudprijs met grof geweld van ca. $1.900 naar een laagste niveau van zelfs beneden $1.100 te worden “bijgestuurd”. Thans bevinden we ons onder soortgelijke omstandigheden. Het dilemma voor de Fed is dat er in tegenstelling tot 1980 thans geen opschalend rentebeleid mogelijk is. Zelfs het temperen (tapering) van de schuldopkoop door de centrale bank is in feite al niet meer mogelijk. Volgens mijn zoon (Bank of America) zal de Fed pas met het ‘tapering proces’ starten tegen de tijd dat de beurs al met een slordige 10% is gedaald of meer en dan nog!

Het lot van de dollar
Een ander probleem betreft de versnelde afkalving van de koopkracht van de dollar die reeds vanaf 2009 is ingezet. Deze realiteit wordt met de nodige tegenzin onder ogen gezien. Een daling van ca. 22% in ruim 10 jaar voor een valuta die vooralsnog als reservemunt van het mondiale monetaire systeem dient, verdient zeker geen schoonheidsprijs. Ook om deze reden diende de goudprijs een zo stabiel mogelijk aanzien te hebben. Desalniettemin laat deze trend vanaf vorig jaar zelfs een versnelling zien in lijn met de versnelde groei van de staatsschuld.

Voortekenen!?
Het valt op geen enkele wijze meer uit te leggen dat juist een “geketende” goudprijs als énige koopkracht graadmeter zich zelfs niet meer kan verhouden tot de fors gestegen grondstoffen. Zo blijkt uit de meest recente uitslag van het Commodity Research Bureau (CRB) hieronder die dit jaar maar liefst met 32% is gestegen en stijgend is. Hoe halsstarriger de prijs van het edelmetaalbeleid in stand wordt gehouden, hoe ongeloofwaardiger dit beleid! Verklaarbaar? Een natte vingerwijzing is dat middels een lagere goudprijs de centrale banken van zwakkere landen op deze wijze alsnog worden gefaciliteerd om goud te kopen. Derhalve zou een nog lagere goudprijs tijdelijk wellicht denkbaar zijn!

Op grond van de laatste uitslagen blijkt de geannualiseerde (core) inflatie zelfs op 8,3% te zijn beland, een cijfer dat voor het laatst werd gezien in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Als centrale bankier zal dat toch een ooglid hebben doen oplichten! In elk geval moest oud-DNB president Nout Wellink hieraan in een recent radio interview wel refereren.

Kortom, het monetaire systeem is hiermee in feite aan de beademing op de IC afdeling komen te liggen, met goud als de enig voorhanden “zuurstoffles”. Hoe blijft de Fed hiermee omgaan? Was oud-Fed president Janet Yellen’s tweet op 5 april een schot voor de boeg, waarin zij refereerde aan Bretton Woods? Een natte droom zal het in elk geval niet zijn geweest.

BIS
In de laatste column werd gewezen op een nieuwe maatregel afkomstig van de Bank of International Settlements (BIS) te Basel ingaande 28 juni a.s. aangeduid als de Net Stable Funding Requirement of Ratio (NSFR). Voor het Verenigd Koninkrijk als handelscentrum zou de datum van ingang per ultimo 2021 zijn ingepland. Deze maatregel zou impliceren dat er hoge boetes kunnen worden opgelegd aan de bullion banks handelend in unallocated metals bij “onvoldoende” dekking van fysiek goud en zilver op de COMEX futures beurs.

Bij uitvoering van deze Requirement zou het handelsvolume kunnen terugvallen dan wel de goudprijs juist zou kunnen stijgen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn, tenzij hiermee een aanzet zou worden gegeven tot een blijvend hogere meer realistische goudprijs. Dit lijkt evenwel in tegenspraak met het huidige edelmetaal regime. Daar nagenoeg alle centrale banken ter wereld lid zijn van het BIS instituut en gegeven de huidige monetaire ontwikkelingen kan nauwelijks worden aangenomen dat deze risico’s niet zullen zijn meegewogen. In afwachting van de praktijk blijken eensluidende meningen hierover nog niet voorhanden en blijft de vraag of “deze soep” wel zo heet zal worden gegeten.

Tot dusver lijkt niets nog te veranderen in het BIS beleid. Uit het mei rapport bleek dat er totaal voor 517 ton goud aan swaps werd verhandeld, iets minder dan het record in februari van 552 ton. Het betreffende goud wordt ter beschikking gesteld door de zgn. bullion banks via de swaps naar de BIS. Nadere toelichting op deze activiteit wordt nooit verstrekt.

Aangenomen moet worden dat de BIS handelt in opdracht van of namens meerdere centrale banken, die middels deze swaps goedkoper aan goud c.q. zilver kunnen komen. Om een idee te hebben van de swapomzet is het goed te weten dat de ECB slechts 504,8 ton bezit, terwijl niet meer dan 10 landen een groter bezit rapporteren. Hieronder bevindt zich ook ons land met een goudreserve van 613 ton. Op grond van deze cijfers valt nauwelijks te verwachten dat de NSFR richtlijnen hierin grote veranderingen zullen laten zien. Nogmaals, zekerheid te dien aanzien is er (nog) niet!

Alles bijeen zijn we getuige van fascinerende ontwikkelingen die elk voor zich en wellicht op enig moment samenkomen om voor een boeiende slotapotheose te zorgen, waarmee “Andere Tijden” definitief zullen worden ingeluid!

Robert Broncel Copyright, 17 juni 2021

NB. deze column wordt eveneens verzonden aan DNB president Klaas Knot.

Naschrift: nadat de column reeds bij de corrector lag, kwam Fed president Powell plots af met de mededeling dat hij een mogelijke renteverhoging in de (nabije) toekomst niet uitgesloten acht. Opvallend daarbij was dat hij niet sprak van het terugdraaien van het opkoopprogramma dat voorheen QE (Quantative Easing) heette. Nagenoeg tegelijkertijd kreeg het edelmetaal opnieuw (verwacht: zie column) een forse duw naar beneden, maar niet om wakker van te liggen! Juist omdat dit soort bewegingen totaal niets met de normale marktfactoren van vraag en aanbod hebben te maken!
 

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2019 © Robert Broncel