Homepage | De Markt
| Portefeuille |
Quotes| Archives | Aanmelden |
Contact
|
|
COLUMN SPECIAL II
(31 december 2021) |
Rond het jaareinde wordt de blik gewoonlijk
opnieuw met hoop op de toekomst gericht. Terugblikkend op 2021
hebben de verwachtingen een nogal verdeeld beeld opgeleverd.
Daarbij lijkt het alsof er steeds minder zekerheid aan onze
verwachtingen mag kleven, terwijl de economie weliswaar met
staatssteun een verrassend economisch herstel liet zien.
Grosso modo raakte het verwachtingsbeeld vertroebeld door
onontkoombare realiteiten als de veelzijdige klimaatproblematiek
annex de energietransitie perikelen met oplopende prijzen, de op
de achtergrond spelende onevenwichtige en onhoudbare
ontwikkelingen op monetair terrein, inclusief inflatie alsmede
de schuivende geopolitieke panelen met focus op China en Rusland
(in een nieuwe bijrol?); dit alles omgeven door het weerbarstige
corona fenomeen.
Kortom, een cocktail zoals we deze nooit eerder hebben gezien.
Hoe ga je daarmee om en hoe blijf je onder deze mêlée van
ontwikkelingen het hoofd koel houden? Een redelijk lastige
opgave. Het valt niet te ontkennen dat onze toekomst op meerdere
fronten ter discussie staat.
Wat het klimaat aangaat, moet het niet zo zijn dat het tempo van
de energietransitie uiteindelijk wordt gedicteerd door de
frequentie en omvang van nieuwe klimaatrampspoed. De
financiering zal ook hier helaas vooral via de vergroting van de
geldhoeveelheid moeten plaatsvinden daar de reserves
eufemistisch uitgedrukt allerminst toereikend zijn. Het heikele
punt hierbij is dat een verdere vergroting van de
geldhoeveelheid uitsluitend leidt tot een nog sterkere
ondermijning van de koopkracht vertaald in een dito
muntdevaluatie. Met corona op de hielen ziet het er op korte
termijn niet naar uit dat dit nogal gemêleerde tij snel zal
bijdraaien. Typisch bovendien is dat een mondiaal probleem
onvoldoende mondiaal wordt aangestuurd en daardoor juist mede
bijdraagt tot de beeldvertroebeling.
Monetaire aspecten
Volgens het Institute of International Finance (IIF) te
Washington, was er in 2021 sprake van een versnelling van de
schuldgroei met ca. $30 biljoen of nagenoeg 10% (!) van de
huidige mondiale schuldhoogte in de richting van $300 biljoen of
ruim driemaal het mondiale BBP. Dat is een schuldpositie die
elke onderneming met of zonder hocus pocus naar een steevast
onafwendbaar faillissement zou voeren. Een bedenkelijk
perspectief in de wetenschap dat prolongatie van het gratis
geldbeleid geen ander perspectief biedt dan een inflatoir
scenario leidend tot een proces van aldoor toenemende schuld- en
koopkrachtverdamping! |
|
Stel dat deze column 10 jaar geleden de volgende
voorspellingen zou hebben uitgebracht:
- De basisrente zal de komende 10 jaar rond
het 0-niveau blijven vigeren
- Wall Street laat een ongekende hausse
zien met een stijging van ca. 300%
- Goud zal niet boven het hoogtepunt ad
$1927 van september 2011 uitstijgen
- De inverdiencapaciteit uit hoofde van de
schuldgroei verwordt tot een fata morgana.
|
Met dergelijke voorspellingen zou deze column al
lang “een zachte dood” zijn gestorven. Juist temeer is het
opmerkelijk met welk gemak beleggers – professioneel en
particulier – kennelijk met de huidige uitkomsten blijken te
kunnen leven zonder hiervan een moment wakker te liggen.
Begrijpelijk daar bij een 0-rente de risicoperceptie ongeveer op
hetzelfde niveau is beland. Vooral de (argeloze) jongere
generatie speculeert er bijgevolg met een steeds groter
enthousiasme lustig op los. Kortom, op zich al een ideaal
scenario voor ‘a perfect meltdown’.
Anderzijds, waar kun je bij een 0-rentestand nog rendement
behalen? De koers/winst-verhouding op Wall Street thans met een
stand van 29 is hiervan het sprekende bewijs, terwijl het
historisch beursgemiddelde bijna op de helft ligt. Het
dalingspotentieel bij een beurscrash is dan navenant bijna 50%.
Rekening houdend met de penduleslag tijdens een beurscrash zal
dat potentieel verder naar beneden uitslaan naarmate er meer
moet worden geliquideerd gezien de hoogtes van de uitstaande
leningen (aantrekkelijk, want de rente is immers 0). In een
dergelijke slijtageslag dienen vooral houders van
beleggingsfondsen inclusief ETFs als gevolg van liquidaties in
het bijzonder rekening te houden met nog forsere verliezen.
Schuivende geopolitieke panelen
Naarmate er meer tromgeroffel hoorbaar wordt, zoals de
dreigingen van China richting de V.S. voortvloeiend uit de
verdediging van de vrije doorvaart in de Zuid-Chinese Zee
alsmede China’s herhaalde claim op Taiwan en voorts de toenemend
Russische militaire druk op Oekraïne, nemen ook de spanningen
toe. De wapenwedloop krijgt hiermee een extra versnelling, met
een dito beslag op de (on)beschikbare geldmiddelen. Onderstaande
chart van het Amerikaanse CATO instituut laat een ongehoord
snelle defensie uitgaven stijging zien. |
|
De Asia Times gaf in dit kader vorig jaar al een
signaal af. |
|
Opvallend was een zeer revolutionaire
wapenvinding als de ontraceerbare hypersonische 5-G raket, die
zich met een snelheid van bijna 25 maal het geluid blijkt te
kunnen voortbewegen. Wellicht het duurste wapen ooit
geproduceerd. |
|
Doorgaans worden de ontwerp- en productiekosten
op dit terrein nooit bekend gemaakt en evenmin of de productie
hiervan al in de begroting is opgenomen. De wapenindustrie wordt
gerekend tot de allergrootste en meest ondoorzichtige ter
wereld. De vlucht hiervan is nog nooit zo groot geweest. Een
soortgelijke ontwikkeling was ook zichtbaar ten tijde van de
Koude Oorlog. Een “koude” confrontatie blijkt tot afnemende
handelsstromen te leiden, met de economische sancties als
bewijs.
Intussen bouwt China rustig verder aan de zgn. Belt and Road
Initiative (nieuwe Zijderoute) om haar positie op de wereldmarkt
verder te verstevigen. Doel is om de wereldsuprematie ten
laatste 100 jaar na de stichting van de Chinees Communistische
Partij in 2046 te kunnen laten sublimeren om tegelijk de
historische vernederingen eind 19e eeuw en de Japanse bezetting
tijdens W.O. II uit te wissen en ten grave te dragen.
De monetaire basisbeleid instrumenten
De Federal Reserve beschikt ten principale over drie
beleidsinstrumenten: de Discount of Federal Fund Rate (rentesturingsmechanisme),
vervolgens de zgn. Open Market Operations – kopen en verkopen
van staatsfondsen, en het monitoren van de reserves op de
staatsbalans om zo nodig bij te sturen. Onder de huidige
marktomstandigheden blijkt het intussen gewenst om nog een nieuw
“wapen” in stelling te brengen: de zgn. yield curve control, met
het oog op het onder druk houden van de rente op de langer
lopende Treasuries (staatsobligaties). Een oplopende rentevoet
zou immers voeding geven aan lagere obligatiekoersen en daarmee
tevens het algemeen positieve beursbeeld op Wall Street
aantasten.
Met de vooropgezette renteoperaties en edelmetaalmanipulaties,
dus met uitschakeling van het vrije marktprincipe van vraag en
aanbod op deze basisterreinen koers je af op het hellende vlak
van een geleide economie. De voormalige Sovjet-Unie was hiervan
de exponent, met een dramatische implosie in 1989 ten gevolge.
De uitspraak ‘without real money, a civilization is in danger of
disappearing’ van Adam Smith, bekend van zijn boek “Wealth of
Nations”, lijkt steeds verder uit beeld te geraken. Zonder een
adequate oplossing voor het ontstaan en bestrijden van de
monetair/economische crisis 10 jaar geleden te hebben kunnen
aandragen, werd een “losbandig” QE beleid (onder een onbeperkte
vergroting van de geldhoeveelheid) uit de kast getrokken. De
Federale schuld is intussen opgelopen van $6,4 biljoen in 2008
naar bijna $30 biljoen thans, zonder dat aan deze ontwikkeling
in feite een halt kan en zal worden toegeroepen. Wie maalt
hierom, terwijl “een dergelijke oplossing” in het verleden
altijd tot “de muntdood” heeft geleid!
Als hoofdschuldige geldt het Witte Huis dat achter de schermen
de Federal Reserve Bank (Fed) als zogenaamd onafhankelijk
centrale bankinstituut heeft aangestuurd om vooral niets te doen
dat de economie zou kunnen “schaden of vertragen”! Onder
continuëring van de neerwaartse bijstelling van de Federal Fund
Rate (basisrente) vanaf begin jaren ’80 werd sinds maart 2009
tevens de geldkraan (Quantative Easing) tot in extremis
gehanteerd om daarmee slechts uitstel van executie na te
streven, zonder ook maar de schijn van een exit-strategie te
kunnen initiëren!
Inflatie
Waar de eind 1979 aangetreden Fed president Paul Volcker bij een
opgelopen inflatie van ruim 15% de basisrente alsnog wist op te
hogen naar een ongekend niveau boven 22%, kan Fed president
Jerome Powell onder de huidige omstandigheden weinig meer
uitrichten. Een beklemmend idee bij een mogelijk verdere
inflatie- en/of loonstijging zoals vanaf jaren ’70. |
|
Tekenend in de bovenliggende chart is dat de
rente sinds 2020 de inflatie niet (meer) volgt. Dit houdt
verband met het feit dat de stijging van de opgeblazen
geldhoeveelheid veel sneller verloopt dan de stijging van het
BBP cijfer dat weer is teruggevallen van 6,1% groei in het
tweede kwartaal naar 2,3% in het derde kwartaal dit jaar en
alleen nog groeit naarmate er steeds meer geld tegenaan wordt
gesmeten, een belabberd perspectief!
Na de loskoppeling in 1971 lag de weg open tot een vrije
vergroting van de geldhoeveelheid, met name vanwege de
financiering van de oorlog in Vietnam. In 1973 manifesteerde
zich plots de eerste oliecrisis waarmee de olieprijs destijds
met een slordige 300% steeg. Die prijsstijging voedde de eis tot
loonsverhogingen, waarmee een loon/prijsspiraal werd ingeleid
zonder dat daarop een afdoende renteverhoging volgde dan met een
economische crackdown na de tweede oliecrisis in 1979. Zoals
boven omschreven kon destijds een meer dan “riante”
renteverhoging erger nog voorkomen. Die mogelijkheid is thans
uitgesloten!
Immers, ook thans bij een opgelopen en verder oplopende
staatsschuld in verhouding tot een BBP van een slordige $23
biljoen thans resulterend in een schuldquote van bijna 123% in
combinatie met de aanhoudende inflatie zou een renteverhoging
normaal gesproken op z’n plaats zijn geweest! De afgelopen week
meldde the US Treasury Department (ministerie van Financiën) nog
even $3 biljoen te willen bijlenen, terwijl de Fed er intussen
al weer $2,5 biljoen digitaal had bijgedrukt! Het probleem is
bekend: elke renteverhoging zet onder de huidige omstandigheden
aan tot een extra belasting van het budget en daarmee tot een
verdere stijging van de staatsschuld. Hierachter gaat de
catharsis van de gevolgen van het gevoerde monetaire beleid
schuil!
Als machteloos beleidsfaciliterend Fed president is Powell zich
ten volle bewust van deze ontwikkeling in de wetenschap op enige
termijn de bodem onder dit beleid te zien wegvallen. Einde
oefening brengt tevens het herstel van de goudkoppeling in zicht
die in 1971 door overigens die zelfde Paul Volcker als souffleur
van toenmalig president Nixon om zeep werd gebracht. Ook Nixon
sprak destijds van een ‘transitory measure’!
De hieruit voortgevloeide ‘transitory inflation’ liep uit op een
regelrechte loon/prijs spiraal, waarop pas bijna 20 jaar nadien
een eclatante renteverhoging volgde. De uiteindelijke ingreep
bracht een economische recessie teweeg die destijds werd
vergeleken met de Grote Depressie van de jaren ’30. Dit scenario
vormt de grootste angst van de Fed en de ECB zonder daarop
ueberhaupt een antwoord te hebben anders dan de schuld domweg te
laten verdampen. Dit vormt het traumascenario “dat tot leidraad
van het huidige beleid werd verheven”!
Terwijl de inflatie gedurende de gehele
periode van renteneergang daterend vanaf 1981 tot dusver geen
opvallend hoger niveau wist te bereiken, begon corona roet in
het eten te strooien. Als gevolg van verstoorde logistieke aan-
en afvoerkanalen in samenhang met fricties op de energiemarkt
begon de inflatie op te lopen. De narrative om dit anglicisme
van stal te halen is dat beide niet van permanente aard zullen
zijn, dus onnodig om de rente te verhogen. Dat klinkt alleen
aannemelijk zolang er met name van loonsverhogingen (over de
volle breedte inclusief toeslagen en uitkeringen) geen sprake
is.
Zolang de huidige inflatie het resultaat is van een oververhitte
vraag als gevolg van logistieke problemen en slechts tijdelijk
stijgende energieprijzen, lijkt dat een plausibele redenering.
Maar we weten vooralsnog niet hoe lang deze ontwikkelingen
aanhouden en voor verstoring blijven zorgen.
De ‘outlook’ voor 2022 draagt een weinig gebalanceerd
perspectief. Vooralsnog kunnen we een periode van relatief lage
groei in samenhang met een stijgend prijsniveau verwachten,
hetgeen riekt naar stagflatie. Zou er straks evenwel sprake zijn
van reële loonsverhogingen over de gehele breedte van de
economie dan zal dit een lastig te bestrijden ontwikkeling
blijken te worden. Daaraan gekoppeld zal het navigeren binnen de
onbestuurbaarheid van het monetaire systeem tot een zichtbare
uitdaging leiden.
In dat kader mogen evenmin de uitstaande derivaten in orde van
grootte van mondiaal $1,4 quadriljoen of $1.000 biljoen (opgave
Bank of International Settlements medio 2020) buiten beeld
blijven, waarvan JP Morgan en Deutsche Bank destijds resp. $40
en $50 biljoen voor hun rekening hadden genomen. Hier is
weliswaar sprake van een gedeeld risico, daar het altijd twee
betrokken partijen betreft. Bij een implosie van deze bizarre
markt mag een ware monetaire tsunami tegemoet worden gezien
waarvan de gevolgen allerminst te overzien zijn!
Systeemsanering als last resort
Om de inflatie alsnog tijdig de kop in te drukken en het
vertrouwen te herstellen, zal hoe dan ook de rente omhoog
moeten. De monetaire fricties zullen in het verdere proces
alleen maar verder toenemen totdat de “tijdelijke opschorting”
van de goudkoppeling zal worden afgedwongen, dit teneinde het
economisch wantrouwen definitief weg te kunnen nemen. Kon de
economie in de jaren ’30 nog middels een opwaardering van het
goud met een slordige 70% worden gered, thans is de vraag of men
wegkomt met een stijging van minstens 700%. Over
koopkrachtpariteit gesproken, zeker nu de intrinsieke waarde van
het fiduciaire “flutpapier” middels “vakkundig” beleid (QE to
infinity) onder de “bezielende leiding” van de Fed, de ECB en de
andere centrale banken in dat voetspoor tot nagenoeg nul is
uitgebeend! De euro als jongste munt ontbreekt nog in
onderstaande chart. |
|
Let wel, bij een reset zullen de meest
basische behoeften zoals grond- en voedingsstoffen direct
meegaan en daarmee het gehele marktprijspeil op sleeptouw nemen.
Het is geen toeval dat deze twee categorieën (bestempeld als “te
volatiel”) buiten het inflatiecijfer vallen! Het is evenmin
toeval dat de huidige monetaire instabiliteit in combinatie met
de economische onzekerheden de belangstelling voor edelmetaal
sinds de crisis in 2008 flink hebben vergroot. Tegen deze
achtergrond ligt het voor de hand dat naast de centrale banken
evenzo (grote) instituten als bijv. Blackrock – grootste
belegger ter wereld, voorts Bridgewater Associates, Lord
Rothchild, van Eck’s Gold Fund, Stanley Druckenmiller’s Hedge
Fund e.a. zich eveneens voor grote sommen gelds indekken. De
contradictio hierbij is de vrij stationaire goudprijs, waarvan
vooralsnog een dankbaar gebruik gemaakt wordt! |
|
De vraag blijft in hoeverre de bullion banks hun
pokerspel middels ‘naked shorts’ (ongedekte futures) op de COMEX
futures beurs binnen de jongste reguleringen van de Bank of
International Settlements (BIS) te Basel weten voort te zetten.
Met ingang van 2022 zullen deze zgn. Net Stable Funding
Regulations (NSFR) worden geactiveerd. Daarmee zullen meer cash
middelen benodigd zijn om dit spel te kunnen blijven spelen,
zodat hieruit op enige termijn een hogere goud- en zilverprijs
zou (moeten) resulteren.
Zoals aangegeven dreigt de combinatie van inflatie in relatie
tot de extreem lage rentevoet en de gigantische schuldhoogte op
goed moment de obligatiemarkt te doen crashen. Dan is het einde
oefening! Zelfs de BIS moest toegeven dat de rente binnen de V.S.,
U.K. en Japan in de laatste 400 jaar nog nooit zó laag is
geweest! Het doorrollen van schuld tegen een hogere rente wordt
bijgevolg een hoogst hachelijke zaak, in het bijzonder voor de
economisch zwakkere landen.
Adembenemend is de betrachte stilte van die zelfde BIS c.s. de
bullion banks rond de manipulaties van de goudprijs. Dit in het
bijzonder vormt de beste aanwijzing hoe belangrijk dit pokerspel
ten behoud van het huidige monetaire systeem wordt geacht!
Evenmin valt er enig commentaar te beluisteren op het terrein
van de yield curve control ter zake van de obligatiehandel op
Wall Street die met een steeds te hoge waardering van de
Treasuries wordt “toegerust”. Bij gebrek aan een adequate
oplossing blijft het vooralsnog business as usual.
Het spanningsveld op de obligatiemarkt blijft intussen
onverminderd intact, vooral gelet op het jongste reële
inflatiecijfer van het zeer betrouwbare Shadowstats instituut
becijferd op ruim 10%. Voor de 10-jarige lening op een huidige
yield van rond 1,5% geldt bijgevolg een negatief rendement van
maar liefst 8,5%! Wie anders zou nog koper van deze leningen
zijn anders dan de Fed? In dit opzicht kan eveneens worden
gesproken van a full blown market distortion of wel een
marktperverse ontwikkeling! |
|
Binnen de huidige context van een ongezond lage
rente tegenover een ongehoord hoge schuldvorming lijkt een smash
van de obligatiemarkt bijna borg te staan! Een ander
dwarsverband betreft de historische correlatie tussen een lagere
rente en een hogere goudprijs, welke gedurende de laatste tien
jaar in het bijzonder onzichtbaar is gebleven. Gezien het
bovenstaande zal normaal gesproken een blow out volgens de zgn.
catastrofe theorie niet lang meer op zich kunnen laten wachten.
Alleen middels een grootschalige opkoop van de staatsschuld door
de Masters of Finance, in casu de Fed, de ECB en de Bank of
Japan kon de rente op dit absurd lage peil gehandhaafd worden!
Hetzelfde geldt voor de absurd lage goudprijs tegenover de
uitstaande schuld. Over beide “dieptepunten” (‘distortions’)
hoor je de centrale banken kennelijk uit angst nooit!
Mocht uiteindelijk de situatie uit de hand lopen uitmondend in
een monetaire reset dan is de vraag of de Amerikaanse
goudreserve (sinds 1953 nooit meer officieel geauditeerd)
intussen niet op een bedenkelijk lager peil blijkt te staan dan
de destijds opgegeven 8.133 ton. Immers, in de jaren ’60 tot
begin’70 werd er onder leiding van Frankrijk veel goud
opgevraagd zonder dat er in de V.S. na de goudontkoppeling ooit
nog is gerept van een afnemende goudvoorraad.
Middels de Gold Reserve Act in 1934 werd het edelmetaal plots
van $20,67 met ca. 70% opgewaardeerd naar $35 per troy ounce, na
eerst alle goud van de Amerikaanse burger te hebben
geconfisqueerd (een staatsrechtelijk onbestaanbaar grove
beroving van koopkracht!). De schuld bedroeg destijds ca. $27
miljard. Voor die tijd was dat ook al veel geld.
Basis goudkoppeling
Onder extrapolatie naar de huidige schuldconfiguratie ad ruim
$29 biljoen (V.S.) zou er dan een goudprijs van ruwweg $35.000
per ounce uit sorteren. Het hangt natuurlijk van de alsdan
voorgestelde dekkingsgraad af welke feitelijke goudprijs hieruit
zou voortvloeien. Een dekking ad 40% zou in dit geval een
prijsfix van $14.000 opleveren. De dekkingsgraad zal mede
afhangen van de totaal beschikbare hoeveelheid goud, die middels
gold leases en andere goudderivaten een ander reserveresultaat
zou kunnen laten zien dan de destijds geauditeerde 8.133 ton. In
een andere situatie zal er sprake zijn van een hogere fix.
Naar verluidt gaan er in de wandelgangen reeds “natte vingers”
op tot rond $50.000 maar goud is uiteraard geen “ongeleid
projectiel” zoals de crypto’s. Voor zilver (tevens een
industrieel metaal) werd in dat kader een schatting richting
$2.000 aangegeven. De lachende derden w.o. China als grootste
goudproducent ter wereld met een geschatte voorraad van minstens
25.000 ton zijn de naties met relatief de grootste goudreserves
in verhouding tot de geringste schuld.
JP Morgan als verreweg de grootste zilver hoarder, liet
niettemin met een geheel andere intentie een geheel ander geluid
horen: |
|
Wellicht verkeert JPM nog volop aan de koopzijde.
Hoe dan ook, het systeem is tot een kind met een waanzinnig
waterhoofd verworden dat bijgevolg onder een ongekend zware
spanning staat. Na een periode van goed 50 jaar goudontkoppeling
lijkt een systeemontknoping meer dan ooit in zicht, zonder
vooralsnog hieraan een tijdsindicatie te kunnen hechten. Zonder
de bron te kunnen benoemen, wordt er in bankkringen intussen van
een tijdbom (staat niet op papier) gesproken, of beter nog een
loepzuivere monetaire implosie!
Robert Broncel
Copyright, 31 december, 2021 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|