Header

 

DE BASISBEHOEFTEN
(Dragers van de Strategische Modelportefeuille)

WATER                                                             

Zoals olie een groot deel van de geschiedenis van de vorige eeuw heeft bepaald, zal water naast de digitale revolutie deze rol in de 21e eeuw voor een belangrijk deel opeisen. In de komende jaren zal bijna de helft van de wereldbevolking in gebieden komen te leven met een zgn. water stress. Belangrijk probleem wat dan opdoemt, is de water infrastructuur. Volgens verschillende specialisten op dit terrein wordt de investeringsvraag geschat op een bedrag van boven $20 biljoen (12 nullen).
 

Volgens de VN zal er in de komende 20 jaar meer moeten worden geïnvesteerd dan in welke sector ook om aan deze “stress” het hoofd te kunnen bieden. Of het doel van $20 biljoen zal worden bereikt, mag sterk worden betwijfeld maar niettemin liggen hier beslist zeer reële investerings/beleggingskansen.

 

Watertekorten doen zich in steeds toenemender mate voor. Dat is het gevolg van enerzijds de groeiende wereldbevolking en anderzijds de snelle opwarming van de aarde met in het kielzog toenemende verdroging en optredende verwoestijning in steeds grotere delen van de wereld. Andere factoren die een belangrijke rol spelen, zijn de toenemende industrialisatie en urbanisatie met name in Azië maar ook in andere delen van de wereld alsmede de uitbreiding van het landbouwareaal als gevolg van de groeiende vraag naar meer gevarieerde voedingsproducten. Ook de vervuiling van het oppervlaktewater baart zorgen. Het Wereld Water Forum doet derhalve een dringend beroep om drastische maatregelen te nemen. Dit onderstreept de noodzaak tot versnelde investeringen en nieuwe innovatieve technieken.

 

Naar verwachting zal de “water” industrie met thans een omvang van een slordige $600 miljard moeten uitgroeien tot de meest omvangrijke ter wereld gezien de noodzaak om te voorkomen dat er straks een groeiend ‘watertoerisme’ dan wel spanningen ontstaan. Zo is bijvoorbeeld de regenval in het Midden-Oosten en centraal Afrika intussen met ruim 20% teruggevallen. Dit geldt eveneens voor grote delen in Centraal-Azië maar ook in China en India alsook in het zuidwesten van de V.S. met name in Californië. Deze ontwikkelingen blijken volgens diverse metingen bovendien een steeds sneller verloop te krijgen.

 

Volgens de VN hebben ca. 1.1 miljard mensen intussen geen of onvoldoende toegang tot schoon drinkwater. Nog somberder is dit orgaan over de toekomst met een inschatting dat bijna de helft van de wereldbevolking over bijna 20 jaar niet genoeg water ter beschikking zal hebben om de dagelijkse behoefte vertaald in drink- en kookwater alsook sanitatie te kunnen dekken. Zonder ingrijpen zal de  toekomstige vraag naar water in grote delen van de wereld straks een steeds nijpender probleem worden!

De bevindingen van de UN World Water Development Report in 2015 gaven aan dat het jaar 2030 de ‘dawn’ van het watertekort nadrukkelijk zal markeren als er niet op korte termijn stringente maatregelen worden getroffen. Op de verwoestijning is nog steeds geen afdoende antwoord gevonden. Samenwerking op wereldschaal zal nodig zijn om mens, plant en dier in de toekomst waar ook ter wereld in deze primaire behoefte te kunnen blijven voorzien.

 

Onderstaand wordt op wereldschaal aangegeven hoe het huidige beeld er ongeveer uitziet. 

De kleurenschaal loopt van – 25 naar + 25. Canada, Centraal-Siberië en het Amazonegebied fourneren de grootste zoetwaterbekkens. In Canada wordt water (in ijsvorm) al tot een exportproduct gemaakt.

Op gezette tijden worden deze gegevens steeds opnieuw getoetst en ontvangen de bewuste gebieden hiervan een nadere “inkleuring”. De bedoeling is dat de aanpassing van deze gegevens zal bijdragen tot het nemen van (tijdige) actie.

 

Gebaseerd op projecties van de OECD daterend uit 1995 zal zonder ingrijpen ruim 30% van het Europese territorium in de (nabije) toekomst verdroogd raken evenals de zuidwestelijke regio van de V.S., delen in Zuid-Amerika en Australië en zelfs meer dan 60% in Azië en Afrika. Met deze uitkomsten is vooralsnog veel te weinig gedaan (bijvoorbeeld maatregelen tegen ontbossing). .

 

Om hiervan een paar concrete beelden te geven was de beschikbare watercapaciteit in België in 1950 nog bijna 1.450 m3 per inwoner, met een projectie van 1.217 in 2025, voor China gelden cijfers als 5.047 vs 1.890, voor India van 5.831 vs. 1.567, Nederland van 8.900 vs. 5.576, Saudi-Arabië  van 1.421 vs. 107 en de V.S. van 15.700 vs. 7.453. Conclusie: we zullen veel zorgvuldiger met onze huidige watercapaciteit moeten omspringen, vooral rond de grote(re) steden. In sommige delen worden deze projecties nu al benaderd!

 

VOEDING

Naast water vormt voedsel het tweede bestanddeel waarnaar men bij onvoldoende aanwezigheid op zoek gaat zoals bijvoorbeeld vóór de uitvinding van de landbouw

(zie hieronder), met volksverhuizingen en confrontaties tot gevolg. 

 

Voedselhistorie

Met de vinding van de landbouw in het Midden-Oosten een slordige 11.000 jaar geleden hoefde de mens minder “op reis” op zoek naar voedsel en kwam er geleidelijk een einde aan het nomadenbestaan. Het waren met name de Sumeriërs in Mesopotamië tussen de Euphraat en de Tigris – het land van “melk en honing” – die de landbouw zo ongeveer 6.000 jaar geleden hebben weten te professionaliseren. Zij waren als eersten in staat meer landbouwproducten te produceren dan ze konden consumeren en creëerden daarmee zodanige reserves dat er tijd en ruimte ontstond voor handel, gevolgd door de ontwikkeling van cultuur,  wetenschap en architectuur. De Romeinen waren in dat opzicht veel minder bedreven maar zorgden met hun invasies op vreemd grondgebied er wel voor over voldoende voedsel en ook kennis te beschikken getuige hun impressies in kunst en architectonische bouwwerken. De waterleiding was een Romeinse vinding die sterk bijdroeg tot de Romeinse opbloei. 

 

Pas in de moderne tijd werd de V.S. de graanschuur van de wereld en ook ons landje als tweede landbouwexporteur ter wereld speelt hierin heden ten dage bepaald geen geringe rol. Intussen zie je vooral de laatste jaren overal ter wereld het landbouwareaal afnemen als gevolg van urbanisatie, industrialisatie, erosie, verdroging en verwoestijning. Tegelijkertijd  neemt niet alleen de wereldbevolking toe maar ook de middenklasse (China) die meer calorieën en ook betere en vooral gevarieerdere voedingsproducten verlangt dan voorheen.

 

Dat geldt niet alleen plantaardige maar ook dierlijke producten. De vleesconsumptie eist op zich weer een aanzienlijk deel van het landbouwareaal op. Deze ontwikkelingen tezamen zijn onverenigbaar en leiden tot een onhoudbare trend indien niet op een meer adequate  manier in de primaire voedselbehoefte wordt voorzien. Voorbeeld: de ontstane droogte in Syrië stond aan de krib van de burgeroorlog aldaar. De voedselproductie en opbrengsten liepen terug en de bevolking verliet dat gebied en trok naar elders, met lokale spanningen tot gevolg. Waar het niet langer of onvoldoende mogelijk is om voedsel te produceren is het zaak middels moderne (water) technieken te kunnen blijven voorzien in deze basisbehoeften. Ook op dit terrein speelt Nederland met haar waterkennis een niet onbelangrijke rol.

 

Blijkens een VN-onderzoek onder de titel “Global Land Outlook”, uitgevoerd door het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) met een vooruitblik tot 2050 dreigt er steeds meer landdegradatie (achteruitgang van de bodemkwaliteit) op te treden als gevolg van overmatig gebruik door intensieve landbouw, bodemuitputting en vervuiling (pesticiden).
 

Dit terwijl de grootste bevolkingsgroei zich juist daar voordoet waar de middelen tot een beter bodembeheer grotendeels of geheel ontbreken zoals in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, het gebied ten zuiden van de Sahara alsook in Zuidoost-Azië. Maar daarbij bleef het niet, want ook gebieden in Zuid-Europa (Griekenland, Italië en Spanje) werden zelfs als zodanig aangemerkt.

 

Een ander punt van aandacht is het onderwerp “gezond voedsel als primair medicijn”. Hiermee is de gezondheid gediend en wordt de mens minder afhankelijk van farmaproducten. Vervolgens legt dit bewustzijn veel meer nadruk op ziektepreventie dan op ziektebestrijding, resulterend in lagere ziektekosten en bijgevolg lagere premies!
 

SCHONE ENERGIE

Volgens het Internationale Energie Agentschap (IEA) zal de wereldbehoefte aan  energie over twintig jaar bijna 50% groter zijn dan vandaag. De uitdaging die dit met zich meebrengt, is vooral gelegen in innovatie waarbij een schoner milieu en energie efficiency voorop staan. Dit is ook een absolute voorwaarde om het proces van de  klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden. Het vereist een radicale bijstelling van doelstellingen. De (energie)industrie dient een nog veel grotere bijdrage te leveren op het vlak van de transitie. De toekomstige economische groei zal hiervan in niet geringe mate afhankelijk zijn.

 

Naar verwachting bereikt de mondiale energiebehoefte zijn piek al vóór 2030. Dat is de voorspelling van de World Energy Council (WEC) drie jaar geleden. Technologische innovatie, overheidsbeleid en klimaatzorg zullen moeten bijdragen tot een ‘grand transition’ in de energie-industrie, zo stelde deze raad. 
 

De WEC onderzocht drie toekomstscenario’s voor de groei van de mondiale energiebehoefte tot 2060. Het rapport World Energy Scenarios 2016 werd gepresenteerd op de vooravond van het Wereld Energie Congres in Istanbul. Ongeacht welk scenario het meest relevant lijkt, vormt transitie van de energieproductie het cruciale draaipunt in deze eeuw.


Uit een bericht van de World Energy Council

‘(…) Speaking at the report launch Ged Davis, Executive Chair of Scenarios, World Energy Council, said: “It is clear that we are undergoing a Grand Transition, which will create a fundamentally new world for the energy industry. Historically people have talked about Peak Oil but now disruptive trends are leading energy experts to consider the implications of Peak Demand. Our research highlights seven key implications for the energy sector which will need to be carefully considered by leaders in boardrooms and staterooms.” (…)’
 

De energiewereld zal tegen 2060 een geheel ander aanzien moeten krijgen, voorspelt de WEC. De vraag naar elektriciteit zal meer dan verdubbeld zijn. Het aandeel fossiele energie met haar schadelijke uitstoot zal wereldwijd moeten afnemen tot liefst minder dan 50% in 2050. Gezien de toenemende klimaatverandering is het de vraag of we daarmee intussen nog wel  kunnen volstaan! Complicerende factor daarbij is dat naarmate de opwarming voortduurt en tevens versnelt, komt er ook meer methaan vrij vanuit de smeltende permafrost. Methaan is bijna tien maal schadelijker dan CO2 dat hiermee ook en gros vrij komt. Vandaar de premisse dat het aandeel fossiele energie nog sneller afgebouwd zal dienen te worden, willen we de stijging van de gemiddelde temperatuur binnen de bandbreedte van 1½ tot 2 graden beperkt weten te houden. Er wordt nu al gesproken van een wedstrijd tegen de klok!


Uit een bericht van the Guardian – Oct. 2016

‘(…) the council warned that keeping global warming below 2 C. would require an “exceptional and enduring effort, far beyond already pledged commitments and with very high carbon prices”.(…)’ – dus er zullen veel meer inspanningen nodig zijn om binnen de 2 graden opwarming te kunnen blijven. Klimaatjournaliste Bernice Notenboom, die nagenoeg de gehele wereld heeft bereisd om haar bevindingen persoonlijk voor te leggen aan diverse instituten alsook aan het bedrijfsleven, onderstreepte deze mening. Zij denkt dat de transitie versnelt naarmate de rampspoed steeds grotere vormen aanneemt.

 

GRONDSTOFFEN

Voor de langere termijn dienen we ons te realiseren dat urbanisatie als gevolg van de bevolkingsgroei op onze planeet onverwijld sterk zal blijven toenemen. Voor de komende tien jaar wordt een bevolkingsgroei verwacht met ruim een miljard mensen. Tegen 2030 zitten we “opgescheept” met een slordige 8,5 – 9 miljard aardbewoners, waarvan geschat een kleine 60% in een geürbaniseerde omgeving zal toeven. Dit gaat niet zonder onze natuurlijke hulpbronnen verder aan te spreken. Alleen een dalende bevolkingsaanwas zou een zegen voor onze planeet zijn.

 

De “honger” naar betere leef- en woonomstandigheden en meer luxe is bij lange na nog niet gestild. Dat geldt in het bijzonder voor het Aziatische en het Afrikaanse continent. Het jaar van de opstand in China in 1989 zal nog geruime tijd op het Politburo in Peking blijven naijlen en vormt in wezen nog steeds de stuwende kracht achter de snelle economische ontwikkeling in de afgelopen 30 jaar. Bijna de helft van de Chinese bevolking heeft zich in die korte tijdspanne min of meer tot de middenstand weten te verheffen. Het land verkeert langzamerhand op het punt van omschakeling naar een meer op de binnenlandse markt gerichte economie, mede in de hand gewerkt door de handelsoorlog met de V.S.

 

Voor India met een bevolking van bijna een miljard beneden het bestaansniveau valt er zelfs nog veel meer te doen op het terrein van de infrastructuur w.o. energie, wegenbouw en irrigatie. Hier hangt veel af van de vraag hoe premier Modi de economie in zijn land verder weet te “modificeren” en te moderniseren. Naarmate de verbeteringen vorderen zal de vraag hier eveneens navenant toenemen.”

 

Opvallend genoeg liggen de grondstoffenprijzen er de laatste jaren verloren bij, het best tot uitdrukking gebracht in de CRB index (afkorting van Commodity Research Bureau), een belangrijke internationale inflatie indicator. Deze ontwikkeling staat niet los van de crisis in 2008/9 en de “kunstmatige” monetaire en economische verbeteringsaanpak. 

EDELMETAAL

Bij een transitie van ons huidige monetaire systeem geldt goud als de primaire drager van een nieuw systeem. Er wordt “in de wandelgangen” al geruime tijd gesuggereerd dat een nieuwe goudkoppeling (repegging) noodzakelijk zal zijn om het vertrouwen in een nieuw monetair systeem te kunnen bewerkstelligen. De vraag is evenwel aan welke valuta een dergelijke koppeling zou moeten komen te hangen, daar ze intussen alle zijn “uitgewoond”. Immers, het gaat cruciaal om de continuïteit van de koopkracht!

 

Bij afwezigheid van een goudstandaard is er geen deugdelijke manier om de koopkracht   tegen koopkrachtverlies te beschermen anders dan middels eigen bezit. Bij herinvoering zal de goudprijs een geheel ander aanzien hebben dan thans, waarbij op basis van de alsdan totaal uitstaande geldhoeveelheid een prijs zal worden gefixeerd. De geluiden tot een ‘reset’ worden steeds luider naarmate de centrale bankiers zich steeds meer op het hellende vlak van de verruiming van de geldhoeveelheid blijven bewegen. Welke fixing is thans reëel?

 

Onderstaand “het plaatje” dat de Fed ons voorschotelt met een goudprijs op het huidige niveau dat geen basis vormt voor een herkoppeling. Intussen is er nog maar heel weinig “stuwkracht” nodig om die omslag in gang te brengen!

Mish Talk dat wereldwijd trendanalyses uitbrengt, liet een plaatje zien gebaseerd op de huidige mondiale geldhoeveelheid, resulterend in een uitkomst van nagenoeg tien maal de huidige goudprijs (zie beneden). De facto spreken we doorgaans van de goudprijs maar daar goud van oudsher het eigenlijke geld vertegenwoordigt, zouden we moeten spreken van een navenante papierprijs die echter  in 100 jaar nagenoeg totaal verdampt is! Anders gezegd, kon je 100 jaar geleden voor één ounce een knap kostuum kopen, kun je dat nu nog. Jammer is dat de meesten onder ons dit helaas  niet kunnen navertellen. De crux staat onderstaand in ruim drie zinnen weergegeven.

 

Under the Gold Standard, a country’s money supply was linked to gold. The necessity of being able to convert fiat money into gold on demand strictly limited the amount of fiat money in circulation to a multiple of the central banks’ gold reserves.

 

M.a.w. bij een goudkoppeling is de geldhoeveelheid gebonden aan de goudhoeveelheid!

Een staat zal zich qua uitgavenbeleid bij een nieuwe koppeling hieraan dienen te conformeren. Bij verzaking zal de staat eerst goud moeten bijkopen! Het is om die reden dat een permanente koppeling aan de geldhoeveelheid in het verleden op de langere termijn nooit houdbaar bleek. De verleiding bleek domweg te sterk, zodat de Bretton Woods koppeling (sinds 1944) ten laatste in 1971 door Nixon (“tijdelijk” zei hij erbij) werd losgelaten. Dit lag dus niet aan de eigenschap van het edelmetaal maar aan de zwakte van het bestuursbeleid van de V.S. Na de ondergang van The British Empire en het pond als reservevaluta staat de V.S. met de dollar nu het zelfde lot te wachten, met alle andere fiat valuta’s in het voetspoor.

Wat maakt goud tot het meest geijkte en betrouwbare “ruilmiddel”?

  • het oudste ruilmiddel sinds een slordige 5.000 jaar met de grootste constante waardecapaciteit in termen van koopkracht

  • het gold tot 1971 als het monetaire anker van de dollar – de wereld reservemunt – waaraan de meeste andere valuta’s gekoppeld waren; vanaf die tijd is de koopkracht ervan sterk gedaald met alle fiat valuta’s in het voetspoor als gevolg van de ongebreidelde verruiming van de geldhoeveelheid of anders: elke papieren valuta heeft het sinds 1971 in koopkracht tegen goud stelselmatig tot nagenoeg 100% moeten afleggen (!).

  • goud vormt een ‘hedge’ of een financiële verzekeringspolis tegen koopkrachtverval  zoals tegen stijgende kosten van levensonderhoud – voedsel, energie, transport etc.

  • sinds de ontkoppeling in 1971 geldt goud nog altijd als de “monetaire barometer”

  • edelmetaal kan niet worden bijgedrukt (counterfeiting) en kent geen counterparty risk zoals bij alle papierwaarden; het kan slechts op een bescheiden schaal worden gewonnen

  • biedt constante liquiditeit

  • bij een koppeling gedekt door institutionalisering en regulering.

Waarom gaat het altijd fout met het ongedekte fiduciaire ‘fiat’geld?

  • omdat het fiatgeld nooit meer is geweest dan een belofte van de uitgevende staat om de koopkracht ervan in stand te houden, hetgeen nog nooit is gelukt!

  • omdat een geldhoeveelheid die onvoldoende door economische groei wordt gedragen dan wel als gevolg van overmatige schuldvorming in koopkracht automatisch erodeert

  • omdat koopkrachtverlies van een valuta (depreciatie) zich vertaalt in een duurdere import o.a. voedsel, grondstoffen, kapitaalgoederen etc. en ten principale aanzet tot prijsstijging (inflatie), eventueel gevolgd door loonsverhogingen resulterend in een loon/prijs spiraal – voorbeelden in overvloed.

Zonder enige tastbare (fysieke) referentie (koppeling) is de politieke verleiding groot de uitgavenzijde van het staatshuishoudboekje sterker te laten groeien dan de inkomenszijde.

 

Een grotere schuld vraagt bij meer kapitaalbehoefte om een hogere rente. Door de prijs van “het papier” letterlijk tot “0” te reduceren, is de waarde hiervan intussen “dood” verklaard!

 

Met het bewust laag houden van de rente (Greenspan, Bernanke, Yellen, Draghi, Lagarde) in combinatie met een “losse” geldpers verwordt het monetaire systeem tot een soort ‘casino capitalism’. De hieruit voortvloeiende schuldgroei leidt tot ongedekte verplichtingen die niet meer kunnen worden ingelopen door de economische groei. Hoe groter de ongedekte schuld hoe meer koopkracht er op termijn verloren gaat en tot overmaat van ramp zich vertaalt in sterke bezuinigingen, hogere belastingen en lagere uitkeringen voor wat deze dan in koopkracht nog waard zijn. Een pensioen of andere toekomstige uitkeringen w.o. onze AOW komen hiermee volkomen in de lucht te hangen! Vandaar dat men in de rest van de wereld “zonder een sociaal vangnet” altijd uitgaat van edelmetaal als de perpetuele koopkrachtbasis.

 

Bij het aantreden van George W. Bush in 2001 stond de goudprijs op ca. $270 per troy ounce tegen thans rond $1.750 of wel een stijging met een factor van ruim 6,5. Let wel, deze stijging zou aanzienlijk groter zijn geweest zonder de krachtige manipulaties op de COMEX futures beurs in New York sinds september 2011. Deze manipulaties werden noodzakelijk geacht om het vertrouwen in de dollar als reservevaluta “te stutten”.  De stijging van het goud verhoudt zich omgekeerd evenredig in de koopkrachtdaling van het fiatpapier. Deze stijging viel ondanks alle uitzonderlijke krachtsinspanningen middels backwardation (dagprijs hoger dan termijnprijs) uiteindelijk niet geheel tegen te houden. Zodra “dit hek” van de dam is, blijkt de uitkomst van Mish aanzienlijk verder van onderstaande realiteit te liggen!

ZILVER

Dit edelmetaal wordt wel aangeduid als ‘poor men’s gold’ omdat de prijs (thans rond $18 per ounce) een fractie van de goudprijs bedraagt. Bij een goudprijs van ca. $1.750 koop je thans maar liefst 97 ounces zilver. Een nooit eerder vertoonde wanverhouding teweeggebracht door da boyz op de COMEX futures beurs. De historisch gemiddelde verhouding ligt evenwel bij 16 - 18 op 1. Op die basis zou dat zou betekenen dat de huidige zilverprijs thans op ca. $100 per ounce zou uitkomen, kortom zilver is nog nooit zo exceptioneel goedkoop geweest!

 

Bedenk tevens dat de jaarlijkse zilverproductie voor slechts een derde voortkomt uit pure zilvermijnen en voor het overige als bijproduct meekomt uit andere mijnbouwvormen als koper, zink, nikkel etc. en bijgevolg meer verwerking vergt. De huidige zilverproductie is gegeven de vigerende marktprijs sinds 2015 nog altijd niet winstgevend.  

Bedenk ook dat dit edelmetaal voor ruim de helft industriële/medische toepassingen kent, zodat er sprake is van een inelastische vraag, terwijl er weinig scrap (afval) in “het circuit” terugkeert.

 

Bij het aantrekken van de goudprijs zal de zilverprijs niet alleen als gevolg van de huidige wanverhouding niet kunnen achterblijven maar verhoudingsgewijs een nog grotere sprong voorwaarts maken. .

 

Wat edelmetaal als zodanig betreft, weten we uit het verleden welke mérites dit heeft gehad. Om een idee te hebben van de marktomvang vergeleken met andere vermogensbestanddelen als aandelen en obligaties geven onderstaande beelden een klipp-und klare indruk.  

 

Opmerkelijk is dat de aandacht voor “het snelle geld” nog steeds naar de beurs uitgaat, een zware “onderbezetting” op het terrein van edelmetaal implicerend. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er “in onze boekjes” doelbewust veel te weinig aandacht aan de rol van edelmetaal wordt geschonken. Bij een ‘reset’ luidt de verwachting dat hiermee een einde komt aan de rol van het Westen op het economische en geopolitieke wereldtoneel en tevens dat de verarming als gevolg van koopkrachtverlies keihard zal toeslaan. Dit in tegenstelling tot met name de Aziatische wereld, die altijd “met goud is behangen”! Onze VOC kwam daar  in de 17e eeuw al in een vroeg stadium achter. Zonder goud geen handel!

Vandaar dat een land als China met haar goudreserves rustig op het omslagmoment kan blijven wachten zonder een oorlogsdaad te hoeven verrichten, tenzij uit zelfverdediging.

Het moet de bullion banks op de COMEX worden nagegeven de zilverprijs tot een ongekend dieptepunt onder bedwang te hebben kunnen houden maar tegelijk is hieronder zoveel  “buskruit” aangebracht om de prijs straks met een enorme ‘upswing’ te laten opveren.

 

NB. Nogmaals, zowel goud als zilver afgezet tegen de volstrekt uit de hand gelopen verruiming van de geldhoeveelheid annex schuldenberg zijn nog nooit zo goedkoop geweest, zelfs tegen het licht van de “licht” stijgende tendens ingezet sinds 2019.

 

Waarschuwing: laat u niet leiden door technische analyse, want dat doen de Bullion Banks ook om hieruit met shorts hun profijt te doen en de markt daarmee telkens opnieuw op het verkeerde been te kunnen zetten! Bijgevolg is er nog steeds sprake van een “uitgelezen” aankoopmoment.  Bij inschrijving op de Portefeuille is men verzekerd van een veilig advies.

 

Robert Broncel


Copyright, juni 2020

 
 

Homepage | De Markt | Columns | Quotes| Archives | Private Equity | Aanmelden | Contact

 


Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2020 © Robert Broncel