Header


Homepage | De Markt | Portefeuille | Quotes| Archives | Aanmelden | Contact
 

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN XXXXVIII
(5 juli 2021)

Het crisisbeleid sinds 2008 heeft tot niets anders geleid dan een aangroei van het Fed balanstotaal van $3,7 biljoen naar ruim 8.000 biljoen (huidige tussenstand) of een groei van ruim 2.100% in slechts 13 jaar! Hiermee is onverkort het ongelimiteerd “gratis geld” (bij 0-rente) de markt inpompen door de Fed tot een blijvende modus operandi verheven, zonder dat er enige sprake is van een positief perspectief! Ergo, zonder limiet wordt er vooralsnog elke maand opnieuw voor tenminste $120 miljard aan staatspapier bijgekocht/bijgedrukt!

Uiteraard leidt dit proces tot een verder vernietigende verwatering van de intrinsieke waarde van de dollar (van wat er nog van over is!) en vormt de dragende factor tot inflatie. Ook leidt dit tot verdere onevenwichtigheden binnen de samenleving. Een gecontroleerde reset, waarbinnen de consument met “gratis ter beschikking geld” in staat wordt gesteld om edelmetaal te kopen, zou een fatale koopkracht shock kunnen verzachten zolang de prijs van het edelmetaal nog “onder de duim” kan worden gehouden.

Kennelijk heeft de Fed c.s. moed geput uit het Japan scenario dat in werking trad na de Nikkei crash in 1989, bijna 40 jaar geleden. De Japanse centrale bank wist destijds al niets beters te doen dan “plempen en nat houden” in de hoop het schip van de Japanse economie drijvend te houden. Dat is tot dusver amper gelukt maar met “een enorme en steeds grotere scheur in de broek” vertaald in een voortdurend groeiende staatsschuld van ruim 250% van het BBP. Belangrijke verschillen met de Amerikaanse schuldgroei is dat de Japanse munt geen drager is van het mondiale muntsysteem noch dat een aanzienlijk deel van deze schuld zich in buitenlandse handen bevindt.

De slopende slijtage van de dollar en alle in dit spoor meelopende andere valuta impliceert dat alle goederen en diensten steeds meer in prijs zullen stijgen. Mocht daarbij de economische groei terugvallen dan komt voorts het stagflatie fenomeen in zicht. Prijsstijging vormt de spiegel van de waardedaling van het ongedekte fiat “foppapier”. Stoppen met deze manie zal evenwel de economie hoe dan ook in een crash mode doen duiken. De centrale bankiers weten dat als geen ander! Ze vormen bijgevolg ‘a burning burden’, zoals het Cato instituut deze “uitputtingsslag” onlangs betitelde. Intussen heeft China reeds meerdere malen te kennen gegeven dit sterke wantrouwen voluit te delen. Als grootste goudproducent ter wereld is dit land met een geschatte maar nooit bevestigde goudreserve tussen 25.000 à 30.000 ton op z’n minst redelijk voorbereid.

Intussen wordt “van de kansel geroepen” dat de huidige inflatie als gevolg van deze ongekende money avalanche van niet meer dan tijdelijke aard zal zijn. Dit vanwege het inhaaleffect nu corona op het noordelijk halfrond afzwakt. Je moet dan wel vurig hopen dat de delta variant en mogelijk latere nieuwe varianten in de toekomst geen rol van betekenis zullen spelen!

In elk geval heeft Bank of America grote twijfels over een toekomst zonder noemenswaardige inflatie gegeven de veelvuldige higher inflation mentions die zijn terug te vinden in o.m. de earnings calls bij het bedrijfsleven. M.a.w. deze bank heeft weinig vertrouwen in de Fed’s term transitory ofwel “tijdelijke” inflatie. Deutsche Bank in New York schaarde zich in dit gelid met de quote: ‘leaving the global economy on a time bomb’.

BoA’s Chief Investment Stategist Hartnett merkte voorts op dat ‘it is so fascinating so many deem inflation as transitory when stimulus, economic growth,and asset/commodity/housing inflations are deemed permanent’. Het is bijgevolg maar zeer de vraag of de inflatie (inclusief de beurs, de vastgoedmarkt alsook de commodity sector) zich in de volgende 2 tot 4 jaar op het Fed niveau van 2% - 4% zal blijven bewegen. Intussen laten de jongste prijsstijgingen tot dusver weinig aan de verbeelding over.

Goud als long term carrier van het internationale monetaire systeem deed in dezelfde periode ondanks de veel- vuldige pogingen tot “verkrachting” op de COMDEX futures beurs ruim 8.000%! Verbazingwekkend! Wie hoor je daarover? In elk geval geen centrale bankier, daar “dit lint” op 15 augustus 1971 formeel werd doorgeknipt!

Voorts bracht BoA een voorspelling uit (altijd hachelijk op olieterrein) van een verdere olieprijsstijging van ca. 20% voor de periode tot september 2022. De vraag is of de olieproducerende landen zich met deze additionele stijging geen zorgen maken over de verder aanzuigende inflatiegroei die dat met zich meebrengt.

In de huidige fase is het vooral belangrijk in welke mate de lonen zich zullen gaan gedragen. Gezien de huidige ontwikkelingen op de banenmarkt is hierop nog geen goed zicht. Over de periode maart – mei was er meer sprake van afkoeling dan stijging van het aantal banen bij een lagere arbeidsparticipatie. Zodra de extra steun wegvalt, ontstaat er een meer autonome ontwikkeling met een betere blik op de toekomst.

Het blijft vooralsnog afwachten in hoeverre de economie aangroeit en werkgevers in de knel komen bij het vinden van nieuwe werkkrachten. Opvallend daarbij is dat het fiscale beleid noch het gratis uitgedeelde geld in de afgelopen maanden tot veel (extra) economische groei heeft geleid. Het gros van dit geld werd besteed aan afbetaling van schuld en oppotting. Volgens Bank of America ligt er nog een slordige $3,5 biljoen “onder het matras”. Wat we verder hebben gezien is dat de yield op de 10-jarige Treasury, die nauwlettend wordt gevolgd, is teruggevallen naar een niveau beneden 1,5%, na vanaf medio maart te zijn opgelopen tot 1,73%. De inflatiedruk lijkt gegeven deze indicatoren thans kennelijk wat bekoeld maar blijft hoe dan ook ongewis, terwijl de begrotingstekorten blijven oplopen en er tegelijkertijd niet aan de rente (kan worden) gesleuteld. De monetaire beleidsmakers houden zich op dit vlak liever zoveel mogelijk op de vlakte.

Het betrouwbaardere nieuws komt doorgaans van emeritate lieden die vrijuit kunnen spreken en dat dikwijls ook doen. Zo liet Larry Summers, voormalig minister van Financiën onder presdident Clinton zich al eerder uit in de zin van ‘that the firehouse of Covid-inspired fiscal and monetary stimulus would likely cause runaway inflation’. Het voorgaande weekend daaraan toevoegend: ‘that monetary pressures might be more persistent than de Fed’s Chaiman Jerome Powell has let on’!’ Robert Rubin, een ander voormalig minister van Financiën liet zich in iets voorzichtiger bewoordingen uit in de zin van: ‘while inflation may ultimately prove to be transitory, there’s a material risk of it being enduring’. De huidige situatie doet qua inflatie ontwikkeling denken aan 2008 maar of zich vervolgens een soortgelijke neerwaartse beweging zal voordoen, is met een inflatie op jaarbasis van ca. 8% een bijna irrelevante vraag. Om in Covid termen te spreken zou het op dit vlak aannemelijk zijn om voor de zekerheid code “oranje” aan te houden.

Econoom Mike Pento van Delta Global Advisors drukte zich minder bescheiden uit door te stellen dat ‘the Fed will be responsible for the next market crash coming this year or next’! Dit zou bijvoorbeeld al kunnen als het woord ‘tapering’ (tempering van de geldpers) zou vallen op de jaarlijkse bijeenkomst in Jackson Hole in augustus. Hij voegde er verder aan toe: ‘eventually they will loose control of the monetary system, loose control of asset prices and eventually loosing control of everything!

Goud
Nog slechts anderhalve maand verwijderd van het moment, waarop de ontkoppeling 50 jaar geleden plaats vond, wordt door velen de vraag gesteld hoe lang deze ontkoppeling nog stand kan houden? Het antwoord is altijd en eensluidend: tot de dag dat het monetaire systeem instort en vermoedelijk ook geen dag langer! Intussen is de datum van 28 juni j.l. verstreken zonder dat in de beweging van de goud- en zilverprijs iets te bespeuren viel. Hiervan zou ingevolge de nieuwe spelregels inz. unallocated goud ingaande 28 juni j.l. sprake zijn.

Gegeven deze nieuwe Basel III richtlijnen inz. unallocated gold zouden de bullion banks aanzienlijk minder gebruik kunnen maken van unallocated gold (niet op naam gesteld “papiergoud”) dat op de COMEX futures beurs in New York wordt gehanteerd om daarmee de goud- en zilverprijs te kunnen bespelen, zo luidde de veronderstelling. De nieuwe regels zouden voor Europa weliswaar op 28 juni ingaan maar voor de U.K. geldt een eindejaars deadline. Dit heeft te maken met het feit dat de meeste bullion banks vanuit Londen opereren waar ook de London Bullion Market (LBMA) gevestigd is. Dit is vermoedelijk de reden dat er tot dusver nog weinig of niets aan beweging te bespeuren valt.

Intussen gaan er geruchten dat betrokken regeringen die belang hebben bij een “gematigde” goudprijs zelf al een nieuw foefje bedacht zouden hebben “om op de achterbank” er voor te zorgen dat er geen “kink” in de huidige goudprijs”stabiliteit” komt. Opmerkelijk blijft het uitblijven van nadere uitspraken of informatie vanuit de LBMA alsook van de World Gold Council (WGC). Dit laatste orgaan als overkoepelend organisatie van alle goudproducenten ter wereld vertegenwoordigt juist hun belangen. Dat vraagteken speelt al veel langer en kan niet anders worden uitgelegd dan dat “deze omissie” gezien moet worden tegen het licht van de afhankelijkheid van de staat ter zake van het verlenen van toestemming om een mijn te kunnen ontginnen. Kortom, de markt blijft met vragen omringd en zal uiteraard met argusogen blijven letten op eventuele signalen in dezen.

Tevens bestaat de mogelijkheid dat de goudprijs tot een bepaald niveau “gecontroleerd” mag blijven stijgen, zoals dit ook al is gebeurd vanaf 2017. Dit is echter niet meer dan een veronderstelling die straks gemakkelijk anders kan uitpakken. Sinds de ontkoppeling is er nog geen natie geweest die bezwaar heeft aangetekend tegen deze al nagenoeg 50 jaar durende koopkrachtontmanteling. Sterker, veel naties hadden er in die tijd juist belang bij om zonder verdere consequenties een eigen monetair beleid te kunnen voeren, ook al ging dat ten koste van de koopkracht van hun onderdanen! Een dergelijke ontwikkeling werd doorgaans opgehangen aan “invloed van buitenaf”, zoals president Nixon dat destijds ook deed wijzend op buitenlandse speculanten.

Optisch gezien lijkt de goudprijs op een all time high te staan maar afgezet tegen de totaal uitstaande en dagelijks steeds verder oplopende wereldschuld in de richting van een nooit eerder vertoond niveau van $300.000 miljard is goud nog nooit zo goedkoop geweest!

De horizontale lijnen representeren de koppelingsperiodes met in die tijd een even evenwichtige economie, die breed werd gedeeld. De periode sinds de loskoppeling in 1971 laat zien wat er geresteerd is van de koopkracht van de dollar. Voor de overige aan de dollar “hangende” munten is het beeld weinig anders. Zoals eerder in deze column opgemerkt bleek goud de allerbeste belegging te zijn, zelfs beter dan de beurs!

Opmerkelijk is dat een lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden met de Gold Reserve Transparency Act van 2021, die thans in behandeling is, hoopt straks een ‘audit’ te kunnen afdwingen om vast te kunnen stellen over hoeveel ton fysiek goud de V.S. thans na alle verkopen, swaps, leningen en andere “strapatsen” nog weet te beschikken. Landen als China en Rusland zouden middels hun intussen aangelegde goudvoorraden de financiële dominantie van de V.S. serieus kunnen bedreigen en aantasten. Alleen al om deze reden lijkt een publicatie van de Amerikaanse reserves uitgesloten!

Robert Broncel

Copyright, 5 juli 2021

NB. deze column wordt ook verzonden aan DNB president Klaas Knot.
 

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2019 © Robert Broncel